Nobelprijswinnaar Peter Higgs (94), uitvinder van het higgsdeeltje, overleden

Hij is op maandag 8 april vredig thuis overleden na een kort ziekbed overleden”, zo staat in een verklaring van de Schotse universiteit.

Higgs is bekend voor zijn theorievorming rond het elementaire deeltje Higgsboson dat het sluitstuk vormt van het Standaardmodel over het wezen van de materie. Het Higgsbosondeeltje is het deeltje dat alle andere elementaire deeltjes hun massa geeft. Of anders gezegd: zonder Higgsbosondeeltje is er geen massa in het universum. Wegens zijn grote belang wordt het ook wel eens omschreven als het ‘godsdeeltje’.

Higgs ontwikkelde de theorie over het godsdeeltje in 1964, ongeveer gelijktijdig met de Belgen Robert Brout en François Englert. De theorie werd uiteindelijk pas in juli 2012, zowat een halve eeuw na de ontwikkeling ervan, bevestigd door de enorme deeltjesversneller LHC van het Centrum voor Deeltjesfysica (CERN) in Genève. Dat leverde Higgs en Englert in 2013 de Nobelprijs op. Brout was toen al overleden.

Peter Mathieson, bestuurder van de Universiteit van Edinburgh zei dat Higgs, geboren in Newcastle, “een opmerkelijk persoon was - een werkelijk begaafde wetenschapper wiens visie en verbeeldingskracht onze kennis van de wereld om ons heen hebben verrijkt”.

“Zijn baanbrekende werk heeft duizenden wetenschappers gemotiveerd, en zijn erfenis zal nog vele generaties lang blijven inspireren”, klinkt het nog.

“Niet pretentieus maar bescheiden”. Zo omschrijft de Nederlandse natuurkundige Ivo van Vulpen de Britse wetenschapper. “Terwijl hij een ongelofelijk belangrijk idee had, dat nog bleek te kloppen ook. En er is in al die jaren ook nooit een beter idee gevonden”, zegt Van Vulpen op de site van het Nederlandse Instituut voor subatomaire fysica (Nikhef).