17.000 kinderen zwerven alleen rond in Gaza

De humanitaire crisis in Gaza wordt met de dag erger. Terwijl het aantal doden door ondervoeding, ziekte en bombardementen toeneemt, trekken hulporganisaties binnen en buiten Gaza al maanden aan de alarmbellen. "Mensen zitten letterlijk voor de puinhoop te wanhopen", zegt directeur Pim Kraan van Save The Children in De Ochtend op Radio 1. 

De ngo is al sinds 1953 actief in de Gazastrook en verleent er hulp aan de Palestijnse bevolking. Save The Children heeft momenteel 132 hulpverleners ter plaatse en werkt daarnaast met lokale vrijwilligers. 

Die hulpverlening verloopt niet zonder risico's. Door de verwoesting moet de hulp vooral te voet gebeuren. "Dat is levensgevaarlijk. Het ligt er vol bommen en granaten. We hebben kinderen met explosieven zien spelen. "

Ook de gebouwen van Save The Children zijn in de afgelopen maanden gebombardeerd. "Zowel ons kantoor als ons safehouse zijn vernield. We hebben daarbij doden en gewonden te betreuren. Een van onze medewerkers hebben we zelfs nooit teruggevonden. 26 van zijn familieleden zijn bij diezelfde bombardementen omgekomen."

Het menselijk leed is ongezien, klinkt het. "Meer dan 75.000 gewonden, meer dan 33.000 doden, waarvan meer dan 13.000 kinderen. Meer dan 17.000 weeskinderen zwerven op straat rond tussen de volwassenen en worden niet beschermd. Deze oorlog kent geen grenzen en geen gelijken." 

Vooral kinderen zijn extra kwetsbaar. "Mensen zijn doodsbang. Onze collega’s in Gaza hebben gezien hoe ouders de namen van kinderen op hun lichaamsdelen schrijven zodat ze later geïdentificeerd kunnen worden. Ze zeggen al weken: ‘Wij bereiden ons voor om te sterven’. Zo ernstig is het”, zegt Kraan.

Geen enkele plek is veilig voor de burgerbevolking in Gaza. "We hebben altijd gezegd dat een gewapend conflict op zo’n klein, dichtbevolkt gebied ridicuul is. Ook volgens het internationaal humanitair recht zijn dat verboden tactieken. De burgerbevolking, de hulpverlening, de ziekenhuizen... Die dienen allemaal ontzien te worden. Maar dat gebeurt in de realiteit niet."

"Mensen zijn volledig murw", gaat Kraan verder. "1,1 miljoen mensen zijn naar Rafah gevlucht, een deel is nu weer teruggekeerd naar Khan Younis om te kijken wat er nog over is van hun huizen. Daar is niks overgebleven."

De Israëlische premier Benjamin Netanyahu liet eerder deze week al weten dat er een datum is vastgelegd voor een grondoffensief in Rafah, in het zuiden van de Gazastrook. Internationaal wordt daar afwijzend op gereageerd. 

"Iedereen weet dat als dat grondoffensief er komt in Rafah, de mensen daar geen kant op kunnen. We zijn buitengewoon bezorgd over het lot van de burgerbevolking, want een invasie in Rafah kan niet anders dan eindigen in een bloedbad. In het noorden geraakt geen hulp, in het zuiden kan niemand weg. De paniek is compleet."

"De mensen in Rafah slapen onder plastic zeilen en in tentjes. Er is geen enkele bescherming tegen explosieven of kogels. Je kan een gebied niet op die manier aanvallen", aldus Kraan.

Kraan roept regeringen op om druk te zetten voor een permanent staakt-het-vuren. "Dat is de enige oplossing. De tijdelijke gevechtspauze van 6 weken die nu onderhandeld wordt, klinkt mooi. Maar in de praktijk is dat veel te weinig tijd om de hulpverlening op te starten."

Israël had afgelopen week nochtans beloofd meer hulp binnen te laten, na veel internationale kritiek. Maar het is onduidelijk in welke mate dat effectief het geval is. Hulporganisaties spreken de extra inspanningen van Israël tegen.  

"Wat nu binnengelaten wordt, is volstrekt onvoldoende. Het spel rond welke vrachtwagens binnen mogen en welke niet wordt al maanden gespeeld. Wij weten dat per dag minstens 500 vrachtwagens de grens moeten kunnen oversteken om de bevolking te kunnen ondersteunen. Dat gebeurt niet."

"Ondertussen staan duizenden vrachtwagens met hulpgoederen aan de Egyptische grens te wachten, waaronder tientallen van onze organisatie. Het sinistere is dat op slechts 20 meter vanwaar de mensen verhongeren, de hulp klaar staat om het te voorkomen."

Die hulpgoederen niet binnenlaten is een politieke daad, stelt Kraan. "Het is strafbaar en wordt onder het internationaal recht gezien als een echte oorlogsmisdaad. Wij roepen zowel de Israëlische regering als de westerse regeringen op om hier iets aan te doen."

Maar zelfs als Israël besluit om effectief meer hulp de Gazastrook binnen te laten, zal die maar traag op gang komen. "De vernieling is enorm: wegen zijn bezaaid met betonstukken. Er zal echt enorm veel ondersteuning nodig zijn om de hulp en hulpverleners binnen en tot bij de mensen te krijgen."