Belpress.com

Dringende ambulanceritten in Limburg stijgen met 60 procent op 10 jaar tijd: ook steeds meer onnodige interventies

Op 10 jaar tijd is het aantal dringende ritten van ziekenwagens in Limburg met 60 procent gestegen. Vorig jaar ging het om 32.000 interventies. Dat schrijft Het Belang van Limburg en het nieuws is bevestigd aan VRT NWS. Ambulanciers zelf geven aan dat er heel veel onnodige ritten tussen zitten. "Mensen staan soms met een ingepakte koffer aan de deur te wachten." Federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke nuanceert de problemen, maar komt wel met extra fondsen en hervormingen. 

"Als ik voor mijn dienst het eerste kwartaal van vorig jaar met dat van dit jaar vergelijk, is het aantal ritten opnieuw gestegen met 3 procent", vertelt Maarten Mulkers, manager dringende geneeskundige hulpverlening van de Hulpverleningszone Noord-Limburg. "Die jaarlijkse stijging is al decennialang bezig, met uitzondering van de coronapandemie. Toen waren mensen bang om in het ziekenhuis terecht te komen."  

Het probleem is dat ambulanciers die zich haasten, nu soms vreemde taferelen zien. "Iemand staat soms met zijn koffer al buiten aan de deur te wachten. Dan heeft die persoon eerst de tijd genomen om die koffer te maken. Als je die tijd hebt, kan je je afvragen hoe dringend de zorgvraag is en of je daar onze middelen voor moet inzetten?" 

"Onze mensen zijn elke dag steeds meer bezig met interventies. Na een interventie zijn ze ook minder lang terug in de kazerne, omdat de volgende oproep alweer binnenkomt. Ziekenwagens moeten ook van verderaf komen, omdat de collega's in de buurt al bezig zijn met een andere oproep. We zien die stijging op het terrein erg hard."

Ziekenwagen of taxi?

Voor die stijging van onnodige ritten zijn verschillende verklaringen. "Oneigenlijk gebruik gaat zeer ruim. We zitten met een zeer laagdrempelig systeem. Als je 112 belt, krijg je enkele vragen en dan staat de ziekenwagen binnen enkele minuten voor je deur. Dat is een snelle en efficiënte respons. Bovendien kost het ook maar 70 euro, een stuk goedkoper dan een taxi of niet dringend ziekenvervoer."

Ook de vergrijzing speelt mee, volgens Mulkers. "Men zet meer in op thuiszorg en het langer thuis houden van mensen, maar oudere mensen hebben meer medische problemen en dus meer zorgvragen. Ze worden ook sneller dan vroeger ontslagen uit het ziekenhuis."

"Als er dan nog iets anders gebeurt, staan ze sneller weer in het ziekenhuis. Ook voor mensen met thuisverpleging is de drempel lager om extra hulp te zoeken. Het probleem is dat ze niet altijd de juiste weg volgen en dat ons systeem mensen niet genoeg aanzet om alternatieven te zoeken." 

Te weinig alternatieven

Die zoektocht kan moeilijk zijn, omdat er ook te weinig alternatieven aanwezig zijn. "De noodcentrale heeft een handleiding om dringende en niet-dringende zaken te scheiden. De overheid onderneemt wel pogingen om dat proces te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan project 1733, een soort huisartsenwachtdienst waar de noodcentrale naar kan doorverwijzen, maar dat project raakt landelijk niet van de grond. Al jaren zegt men daarmee bezig te zijn." 

De Vlaamse overheid heeft in 2019 nog een poging gedaan om niet-dringend liggend ziekenvervoer beter te regulariseren. "We zien dat het simpelweg niet aantrekkelijk genoeg is om er uitbaters voor te vinden." 

Maar is dat zuiver een Limburgse evolutie? "Uit regelmatig overleg met Vlaamse brandweerzones zien we dat die tendens van meer onnodige ritten ook in andere zones terugkomt en groeit", aldus Mulkers. 

Kan een ambulancier je thuis laten?

"Onze ambulanciers mogen ook geen diagnose stellen, enkel symptomen observeren en behandelen. Ze hebben dus niet de autoriteit om te zeggen dat de situatie niet ernstig genoeg is. Als ambulancier ben je er al voor uitgerukt en die tijd is dus verloren. Veel collega's vervoeren de patiënt dan toch maar, omdat het anders allemaal voor niets is geweest."

Thuislaten is geen optie voor de overheid. Dat geeft onze mensen weinig keus

Maarten Mulkers, Hulpverleningszone Noord-Limburg

Bovendien zijn de richtlijnen vanuit de overheid ook duidelijk. "Onze mensen zijn hulpverleners en willen zoveel mogelijk mensen helpen. Ze krijgen assertiviteitstraining, maar zijn getraind om mensen te helpen en ze zo goed mogelijk naar het ziekenhuis te krijgen. De regel van bovenaf is ook dat je de patiënt altijd meeneemt. Dat wordt duidelijk zo opgelegd. Thuislaten is geen optie voor de overheid."

Het geeft de ambulanciers weinig speelruimte. "Dat is jammer. Soms zien ze in dat het niet gepast is, maar de handvaten om daarmee om te gaan ontbreken simpelweg", besluit Mulkers. 

Nieuwe investering en hervormingen op til

Federaal minister van Volksgezondheid Vandenbroucke (Vooruit) nuanceert het aandeel van de onnodige ritten. "De toename van het aantal dringende interventies is niet abnormaal gezien de vergrijzing en het feit dat er steeds meer alleenstaanden zijn. Het klopt ook dat de ploeg ter plaatse verplicht is de interventie uit te voeren, maar die kan door 112 wel aangepast worden", klinkt het. 

Het kabinet van de minister benadrukt ook dat niet elke burger zomaar beroep kan doen op een ambulance. Je moet eerst bellen naar de 112 waarna de operatoren vragen stellen om het urgentieniveau te bepalen. Aan die graad is een middel gekoppeld (MUG, ziekenwagen, wachtpost, ...). 

Toch erkent de minister dat het beter kan. Daarom beslist hij nu om in 2025 ruim 160 miljoen euro vrij te maken voor dringende geneeskundige hulpverlening. Ook het hierboven genoemde 1733-programma krijgt 6,7 miljoen euro extra zodat het over het hele land uitgerold kan worden.  

De ploeg ter plaatse is verplicht de interventie uit te voeren, maar die kan door 112 wel aangepast worden
Kabinet minister Vandenbroucke

Naast de investering overweegt Vandenbroucke ook om hervormingen door te voeren. "Waar nodig zullen ambulances met een verpleegkundige (PIT) ingezet worden. We bekijken ook in welke gebieden meer ambulancediensten nodig zijn. In samenspraak met artsen zullen ook de criteria voor het onderscheiden van dringende of niet-dringende zorgvragen eventueel aangepast worden." 

Tot slot kijkt Vandenbroucke ook naar de deelstaten, die bevoegd zijn voor niet-dringend patiëntenvervoer. "Het kostprijsverschil tussen het dringend en het niet-dringend vervoer vormt een probleem. Ik roep de deelstaten op om te investeren in niet-dringend patiëntenvervoer, en ervoor te zorgen dat ook dit voor de patiënten betaalbaar is." 

Meest gelezen