De Israëlische VN-ambassadeur Gilad Erdan heeft Frazier per brief om een spoedzitting verzocht. Israël eist dat de VN-Veiligheidsraad de aanval veroordeelt en de Iraanse Revolutionaire Garde als een terreurorganisatie bestempelt. “De Iraanse aanval vormt een ernstige bedreiging voor de mondiale vrede en veiligheid en ik verwacht dat de Raad alle middelen zal gebruiken om concrete actie tegen Iran te ondernemen”, schrijft Erdan.

Volgens Iran gaat het om een vergeldingsaanval, die de naam ‘Eerlijke belofte’ heeft meegekregen, voor de Israëlische luchtaanval op een bijgebouw van het Iraanse consulaat in Damascus, de hoofdstad van Syrië, waarbij volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten (SOHR) veertien strijders van de Iraanse Revolutionaire Garde zijn gedood. Iran beroept zich op artikel 51 van het VN-Handvest om zijn aanval op Israël te rechtvaardigen. Die bepaling geeft landen het recht op zelfverdediging als ze worden aangevallen.