HET DUEL. Demir (N-VA) en Depraetere (Vooruit) over hoe de koopkracht in ons land moet worden beschermd: “Belastingen op arbeid verlagen”

Net de mensen met de laagste lonen zijn het minst beschermd geweest op vlak van koopkracht, zo blijk uit cijfers van de Nationale Bank. Volgens Depraetere van Vooruit is de koopkracht in ons land goed beschermd geweest, maar kan het nog beter. “De index is keer op keer beschermd”, zegt ze. “De minimumlonen zijn voor het eerst sinds 2008 gestegen. Het verschil tussen werken en niet-werken is groter geworden, maar het is zeker niet genoeg. Wij zijn voorstander van een fiscale hervorming.”

Demir zegt dat de koopkracht vooral beschermd wordt voor mensen die niet werken. “Mensen die werken hebben de index gehad. De leeflonen hebben naast de index nog eens een verhoging gehad. Het is onrechtvaardig dat een alleenstaande moeder die aan een minimumloon werkt amper meer verdient dan iemand met een leefloon. De minimumlonen zijn verhoogd, maar ook dat is een probleem. Ze zijn in een hogere belastingschaal terechtgekomen.”

Depraetere vindt dat mensen te veel belastingen moeten betalen in ons land. “Vooruit is voorstander om belastingen op arbeid te verlagen, zodat wie werkt meer zal overhouden aan het einde van de maand. De liberalen hebben dat tegengehouden, maar dat komt voor ons opnieuw op tafel.”

Voor N-VA moet er een nettoverschil van 500 euro per maand zijn tussen mensen die werken en mensen die niet werken. “Als je de koek wil verdelen, dan moet je zorgen dat er jobs zijn en dat er zo veel mogelijk mensen werken zodat de mensen die het écht nodig hebben (bijvoorbeeld mensen met een handicap) goed behandeld kunnen worden”, klinkt het.

Volgens Demir beseffen de leiders van dit land niet dat “de toestand erg” is. “Het begrotingstekort en de lasten op arbeid zijn nog nooit zo groot geweest. We willen de overheidsuitgaven en de werkloosheidsuitkeringen tijdelijk bevriezen. Ook willen we mensen aanzetten om te gaan werken. Nieuwkomers moeten hier eerst vijf jaar wettelijk zijn en bijgedragen hebben aan de sociale zekerheid”, vindt Demir.

N-VA pleit voor de verhoging van de fiscale aftrekbaarheid van kinderopvang voor werkenden van de huidige 45 naar 100 procent. “De werkende Vlaming voelt zich als een citroen die door dit federaal beleid steeds meer uitgeperst wordt”, klinkt het.

Vooruit is het eens met een nettoverschil van 500 euro per maand, maar gelooft niet dat werkende mensen geholpen worden door het bedrag af te nemen van mensen die niet werken. Er moet volgens Depraetere gekeken worden naar de grote vermogens. Voor Demir kan een belastingverschuiving besproken worden. Maar volgens haar werkt een rijkentaks niet. “Twaalf Europese landen hebben dit gedaan, maar de vermogens verschuiven gewoon. Veel landen hebben het opnieuw afgeschaft.”

Daarnaast hebben de twee het ook over het onderwijs in ons land. Volgens Demir heeft haar collega Ben Weyts, minister van Onderwijs, maatregelen genomen om het lerarentekort aan te pakken. Zo heeft hij het lerarenberoep aantrekkelijker gemaakt voor zij-instromers. Toch vindt Depraetere dat een goed plan ontbreekt. “De job moet aantrekkelijker, maar dat gaat niet enkel over loon. Ook de werkdruk moet aangepakt worden.”

Op de vraag of N-VA en Vooruit kunnen samenwerken, antwoordt Demir: “De verkiezingen moeten nog plaatsvinden. Behalve met de extreme partijen denk ik niet dat er uitsluitsels gemaakt moeten worden. Ik vind het belangrijk wat de kiezer zal zeggen”, luidt het. Voor Vooruit is het belangrijk dat N-VA durft te benoemen dat er problemen zijn, zoals het lerarentekort. Ook wil Vooruit niet dat er bespaard wordt op gezondheidszorg of dat er een splitsing van de sociale zekerheid zou komen.