Direct naar artikelinhoud
InterviewKarine Claassen

‘Velen zagen mij als een stoere Brusselse chick met een groot bakkes. Niks is minder waar’

‘Velen zagen mij als een stoere Brusselse chick met een groot bakkes. Niks is minder waar’
Beeld Eva Beeusaert

Voor Op een ander gaat reportagemaakster Karine Claassen (33) vanaf dinsdag op bezoek bij mensen in ongewone leefwerelden. Een gesprek over hippiecommunes, de duivelse muziek van Beyoncé en haar niet zo groot bakkes. ‘Mijn bullshitdetector staat altijd aan.’

Dat het erop lijkt dat ze tegenwoordig een balans heeft gevonden, zeg ik halverwege ons gesprek. “Maar wat betekent dat: balans?”, riposteert ze.

Euh, evenwicht? Stabiliteit? Harmonie?

“Dat klinkt vreselijk saai, toch? En vooral: heel middelmatig.”

Ik probeer opnieuw: je hebt een zekere rust gevonden. De pieken en dalen zijn wat afgevlakt.

“Ah, je dacht dat ik manisch was? (lacht)

“Oké. Oké. Je hebt gelijk. De pieken en dalen zijn er nog, maar ik kan er gewoon beter op anticiperen, denk ik. (geveinsd dramatisch) Ik geef het toe: ik heb balans gevonden.”

BIO
Geboren in 1990 in Jette.
Opgegroeid in Tielt-Winge.

Studeert journalistiek aan de Erasmushogeschool, Brussel.

Roadtript in 2017 voor Dwars door Amerika (VRT Canvas) door de VS in een verkiezingsjaar.

Volgt in Afscheid (VRT1, 2018) vijf jonge mensen aan het einde van hun leven.

Belicht in Het leven in kleur (VRT Canvas, 2021) racisme in Vlaanderen.

Woont met haar man Wouter Heymans en driejarige zoon Otis Mumba in Bevekom, Waals-Brabant.

Karine Claassen interviewen is altijd een beetje strijd leveren, op de meest aangename manier denkbaar. De reportagemaakster van Dwars door Amerika, Afscheid en het met een Ensor bekroonde Het leven in kleur stelt bijvragen, zoekt verduidelijking, hengelt expliciet naar onze mening, evalueert haar eigen antwoorden constant op waarde én probeert de hele zwik in real time ook nog eens te monteren. “Nee, die quote gaan we niet gebruiken, hè. Dat slaat echt nergens op, KC. Ik moet er zelfs een beetje van kotsen.”

Vorig jaar stuurde ze in Waarom wachten?, geïnspireerd op haar eigen moederschap, bekende ouders en kinderen wandelen in de natuur, een subtiele herinnering om de belangrijke gesprekken niet uit te stellen tot het te laat is. Nu is er Op een ander, waarin ze telkens een aantal dagen in een bepaalde microkosmos doorbrengt − van een Leuvense hippiecommune en een familiecircus tot een kerkgemeenschap die zich heiliger dan de paus waant. Het tweede seizoen is al in de maak.

'Ik ben mijn vonk even kwijtgeraakt. Veel langer had het niet mogen duren, want op automatische piloot is het lastig connectie zoeken met mensen.'Beeld Eva Beeusaert

“Die eerste vier afleveringen hebben we vorig jaar gedraaid. In de zomer, denk ik. (denkt na) Ik herinner me nog dat ik tijdens de allereerste opname nog zat te kolven. Wouter (Heymans, red.), mijn man, kwam dan met een koeltas naar onze locatie, omdat ik die koppige was die haar zoon per se borstvoeding wilde geven. (lacht)

“Niet dat het echt zo’n strijdpunt was: ik had er gewoon niet bij stilgestaan dat ik misschien beter kon afbouwen in de weken voor ik weer aan de slag ging. Op dat vlak heb ik blijkbaar de Congolees-Zambiaanse laisser-faire van mijn moeder geërfd. Maar dan sta je plots af te kolven te midden van een veld naast een kerkhof tussen een rondreizende circusfamilie: hier had je beter over moeten nadenken, Karine.”

'Ik zou volgend seizoen heel graag aan 'Kamp Waes' deelnemen. Gewoon om eens te testen wanneer mijn elastiekje knapt. Ik hou enorm van fysieke uitdagingen.'Beeld Eva Beeusaert

In de eerste aflevering trek je naar de ultraconservatieve Priesterbroederschap Sint-Pius X in Antwerpen. Zij verzetten zich tegen het modernisme in de kerk. Om het met de veelzeggende oneliner van de overste te zeggen: ‘Nu de mensen alles begrijpen, zijn de kerken leeggelopen.’ Lang leve de Latijnse mis!

“Het is allemaal ontspoord toen religie oog begon te krijgen voor de zorgen van de mens en het niet meer uitsluitend om blinde verering draaide, ja. (rolt met de ogen) Nu goed, wij kunnen dat vreemd vinden, maar die kerk zit elke zondag wel afgeladen vol. Ik wilde laten zien dat dit nog altijd bestaat. Voorts doe je met die informatie wat je wilt.”

'Dan sta je plots af te kolven te midden van een veld tussen een rondreizende circusfamilie: hier had je beter over moeten nadenken, Karine.'Beeld Eva Beeusaert

Ik herinner me nog hoe je in Dwars door Frankrijk, jouw Franse roadtrip tijdens een verkiezingsjaar, er zelfs stoïcijns onder bleef toen een extreemrechtse rapper zich hardop bedacht dat hij zijn Arische genenpoel niet met jouw genen wilde ‘vervuilen’. Terwijl een welgemikt knietje daar de juiste respons was geweest. Opvallend genoeg leek je het in de kerk schijnbaar lastiger te hebben om je gezicht in de plooi te houden.

“Ik heb die man in Dwars door Frankrijk wél een spreekwoordelijk knietje gegeven. Maar op een heel persoonlijke en empathische manier. Dat vond ik juist de kracht van die scène. En ik vind dat ik de priesters ook met empathie heb benaderd. Er was een barrière – daarom heet het programma ook Op een ander.

“Ik was me ook heel bewust van hun agenda: zij gaven me uiteraard ook maar toegang in de hoop hun geloof te verspreiden en zieltjes te winnen. Ik heb vaak gedacht: kom op, jongens, we weten ondertussen wel dat God het enige pad naar verlossing is, maar laten we nu eens achter dat gordijntje kijken.

(denkt na) “Ik ben gewoon heel gevoelig voor communicatie. Zowel in mijn werk als in mijn privéleven: vrijwel elke ruzie thuis gaat over communicatie. Mijn bullshitdetector staat ook altijd aan. Wat in gesprek met dogmatische priesters al eens een probleem kan zijn.”

Je moet natuurlijk ook wel tegengas geven. Anders wordt het een uitzending door derden.

“Als ik in alle neutraliteit wilde registreren, was ik beter journalist op de nieuwsdienst gebleven. Ik trek overal met open vizier naartoe, maar je zult altijd wel een beetje merken wat ik ervan vind.

“Voor het tweede seizoen gingen we bijvoorbeeld filmen in een streng Belgisch internaat voor jong muzikaal talent dat de volgende Mozart en Bach probeert af te leveren. Ze leven er in een fascinerend parallel universum waar de muzikale geschiedenis abrupt bij de klassieke componisten is geëindigd. Dan kan ik het toch niet laten om als een soort running gag die pubers af en toe bloot te stellen aan Cowboy Carter, de jongste countryplaat van Beyoncé. ‘Excuseer, mevrouw, maar Beyon-wie?’ (lachje)

“Eén jongen van 16 kon en wilde dat echt niet begrijpen. Want alles zonder viool- of klavecimbelsolo, is géén muziek. Da’s des duivels. Dan kan ik het toch ook niet laten om die radicaliteit, en het feit dat ik een beetje medelijden heb, even te benoemen.”

‘Lastminuteprojecten zijn meestal de leukste, omdat ik de tijd niet krijg om op voorhand te stressen. Ik hou van het gevoel: ‘niets te verliezen, gewoon gaan!'Beeld Eva Beeusaert

Je werd – niet geheel onverwacht – echt link toen je een ‘Abortus is moord’-pamflet in de kerk vond.

“Misschien had ik daar anders – neutraler – op gereageerd als ik zelf geen moeder was geweest? Ik weet het niet. Op zulke momenten mag je gewoon niet zwijgen, zelfs al weet je dat je tegen een muur praat. De priesters wisten ook op voorhand hoe ik tegen de kerk aankeek: we hebben vooraf voldoende gesprekken gehad waarin ik mijn standpunten duidelijk heb gemaakt.”

‘Ah, en dat is dan uw, euh, kot?’, vraag je op een zeker moment aan vader-overste, wijzend naar een biechtstoel. Wist je echt niet wat dat was?

(Denkt na) “Vreemd genoeg weet ik héél goed wat een biechtstoel is. Geloof me, ik heb de binnenkant van een kerk vaker gezien dan mij lief is. Ik denk dat ik het gewoon een beetje heb verdrongen.”

Was geloof zo aanwezig in jullie gezin?

“Vooral mijn vader was een trouwe katholiek. Elke zondag, voor de Chiro, moesten we naar de eucharistieviering. Ik ben ook lang misdienaar geweest. Het is ridicuul dat dat vandaag nog steeds hersencapaciteit inneemt, maar ik ben er vrij zeker van dat ik het grootste deel van dat psalmenboek nog perfect kan meezingen. (lachje)

“Niet dat ik er verder veel mee had. Het zal je waarschijnlijk niet verbazen dat ik toen al het soort kind was dat alles in vraag stelde. Het dogmatische van de kerk stoorde me al voor ik wist hoe je ‘dogmatisch’ moest schrijven.”

‘Ik heb die brief over de docu ‘Het proces dat niemand wou’ ondertekend omdat ik veel respect heb voor maakster Tess Uyterhoeven. Ik heb haar en enkele getuigen die week ook gestuurd: ‘We got you!’’Beeld Eva Beeusaert

Je blijft altijd beleefd en voornaam als interviewer, maar het viel in die eerste aflevering nogmaals op hoe je ook niet lost tot je jouw antwoord krijgt. Je bent ’s werelds meest sympathieke pitbull.

“Ik, een pitbull? Ik vind juist dat ik soms nog te lief ben.”

Volgens hun baasjes zijn pitbulls ook heel lief. Maar probeer ze nog maar eens los te krijgen zodra ze aan jouw kuit hangen.

(lacht) “Je hebt als reportagemaker gewoon de plicht om door te vragen. Zeker als er een te groot verschil is tussen wat mensen vertellen wanneer de camera wel of niet draait. (denkt na) In mijn reportagewerk vind ik het heel fijn om af en toe eens te chargeren. Ik doe het zelfs nog te weinig: ik mag gerust nog wat directer worden.”

In een andere aflevering duik je in de ruïnes van Second Life, een ondertussen twintig jaar oude virtuele wereld die toch nog dagelijks door zo’n 200.000 mensen wordt bezocht.

“Second Life is vergane glorie – een soort metaverse avant la lettre – maar veel mensen komen er nog altijd schuilen. Dat fascineerde mij: ik wilde weten wie die achterblijvers zijn.”

Het platform heeft ook de reputatie een virtuele sekswereld te zijn.

“Ik krijg nog steeds hele rare spam. Er zitten een paar seksuele randjes aan die echt niet oké zijn. Maar meer daarover in de aflevering. (denkt na) Ik snap wél dat jouw schroom snel wegvalt wanneer je je achter een avatar kunt verstoppen. Ik was als interviewer zelf ook opvallend losser op Second Life: alle vragen waar ik me face to face voor zou schamen, stelde ik nu zonder nadenken.

“Het is best een treurige aflevering geworden. Sommigen ben ik zowel online als thuis gaan opzoeken. En daar heb ik soms grote ogen getrokken.”

'Velen zagen mij als een stoere Brusselse chick met een groot bakkes. Niks is minder waar. Weinig dingen maken me gelukkiger dan naar de velden te trekken om naar ons huis staren.'Beeld Eva Beeusaert

Wie zijn die laatste Second Lifers? Klopt het clichébeeld dat we allemaal hebben?

“Dan moet je maar kijken. … Wacht, welk clichébeeld?”

Kort door de bocht: ongeschoren veertigplussers aan de zelfkant van de maatschappij? Wie perfect tevreden is met kaarten die het leven hem gedeeld heeft, spendeert geen uren per dag als een gestileerde avatar in een gedateerde virtuele wereld, toch?

“Nee, daar zit helaas een kern van waarheid in. (Denkt na) Jij noemt me misschien een pitbull, maar ik kan ook enorm geraakt worden door, en diepe tristesse voelen bij, de mensen die ik portretteer. Niet het minst bij die Second Lifers. Ik heb vaak gedacht: ‘Kom op, man. Raap jezelf op. Herpak je.

“Bij de Bereklauw had ik het ook. Het ligt op hooguit een kilometer van het onbetaalbaar stukje Leuven waar we nu koffie drinken, maar je waant je er in een ontwikkelingsland.”

De Bereklauw begon ooit als een goedbedoelde hippiecommune. Blijft daar nog iets van over?

“Het is een interessant amalgaam van plantrekkers, maar het wordt met de jaren wel steeds meer een laatste schuiloord voor mensen die, zoals iemand het benoemde, ‘door de maatschappij worden uitgespuwd’. Het is ook een afvoerputje van de psychiatrie geworden, voor mensen die tegen een te lange wachtlijst aankijken en dan maar bij De Bereklauw worden opgevangen.

“Maar net zo goed trof ik er een zeer intelligente vrouw die er samen met haar twee jonge kinderen heel bewust voor had gekozen om daar te wonen. Daar zit een schoonheid in, maar ik kan me ook inbeelden dat het voor de kijker heel controversieel kan zijn. Want welke moeder voedt haar kinderen daar nu vrijwillig op?”

'Ik ben lang misdienaar geweest. Het is ridicuul dat het nog steeds hersencapaciteit inneemt, maar ik ben er vrij zeker van dat ik het grootste deel van het psalmenboek nog perfect kan meezingen.'Beeld Eva Beeusaert

Het rommelde de afgelopen maand aan de Reyerslaan toen CEO Frederik Delaplace de uitzending van Het proces dat niemand wou probeerde uit te stellen. Jij was een van de vele gezichten uit de tv- en cultuursector die de brandbrief aan minister van Media Benjamin Dalle (cd&v) ondertekende.

“Men vroeg me diezelfde dag nog of ik in bepaalde nieuwsprogramma’s wat uitleg wilde gaan geven, maar ik voel me echt niet geroepen of bevoegd om daar grote analyses over te maken. Ik heb die brief ondertekend omdat ik me erin kon vinden, en omdat ik veel respect en bewondering heb voor Tess Uytterhoeven (de documaakster achter ‘Het proces dat niemand wou’, red.). Ik heb haar, en enkele getuigen, die week ook gestuurd: ‘We got you!’

“Het blijft inspirerend om te zien hoe sommigen destijds de kracht hebben gevonden om hun verhaal te doen. Voorts mag ook een CEO soms toch eens terechtgewezen worden? ‘Not cool. Dit gaan we hopelijk niet meer doen. Leer hier alsjeblieft uit en doe het de volgende keer beter.’

Een week na die rel later moest ik opnieuw aan jou denken toen CM-voorzitter Luc Van Gorp de vergrijzing dacht te counteren met het idee van ‘zachte euthanasie’, voor ouderen die levensmoe zijn. In Afscheid volgde je in 2018 vijf mensen die hun levenseinde zelf in handen namen. Hoe bekeek jij zijn uitspraken?

(zucht) “Ik dacht: doe niet zo dom, kerel. Euthanasie is al zo’n beladen thema waar mensen liefst in een wijde bocht omheen lopen. Het langs de neus weg even opperen als mogelijke oplossing voor de vergrijzing, helpt het debat echt geen meter vooruit.

“Terwijl je ook naar de oorzaken van die levensmoeheid kunt zoeken, naar wat er fundamenteel schort aan de maatschappij. (snel) Wat niet wil zeggen dat mensen niet het recht hebben om over hun eigen leven te beslissen. Ik heb destijds, met Afscheid, gezien hoe euthanasie voor mensen die psychisch en/of fysiek lijden een opluchting kan zijn. Zelfs al begreep ik het zelf misschien niet helemaal.”

'Misschien zit er gewoon een boerinnetje in mij.'Beeld Eva Beeusaert

“Sorry, het zijn vermoeiende dagen.” Gedurende ons gesprek zal Claassens stem steeds heser en zachter gaan klinken. “We nemen momenteel verschillende programma’s door elkaar op. Behalve de tweede reeksen van Op een ander én Waarom wachten? maak ik ook iets groter voor VRT 1. Maar daar komt toch iets meer bij kijken dan ik had verwacht. Een week later moest ik ook al vol aan de bak. Heerlijk!”

Heerlijk, zeg je?

“Lastminuteprojecten zijn meestal de leukste, omdat ik de tijd niet krijg om op voorhand te stressen. Met Dwars door Amerika ging het ook zo: amper een week nadat het voorstel kwam, stond ik al op de luchthaven. Ik hou van het gevoel van ‘niks te verliezen, gewoon gaan!’

“En dan wacht ik ook nog op groen licht voor een ander programmavoorstel. Ook daar kan ik nog niks over vertellen, maar ik wilde het gewoon even manifesteren door het uit te spreken. (lacht) Want als dat lukt, wordt dat het coolste dat ik al heb mogen doen. Ik krijg eindelijk weer het gevoel: Let’s fucking go, Karine!

“Ik heb altijd al veel verbeelding en ideeën gehad, maar ik heb die lang niet op tafel durven gooien. Dan kreeg ik tijdens het lopen een inval waar ik even knetterenthousiast over was, maar liet ik het daarna weer uitpieteren. Want als je het niet in de wereld zet, bestaat het niet, hè.

“Ondertussen heb ik geleerd dat ik minder in de plaats van anderen – zenders, productiehuizen, tv-makers – moet denken. ‘Misschien is er geen budget? Of hebben ze al iets gelijkaardig op de planning?’ Dat ge-wat-als maakt elk pril, kwetsbaar idee kapot.”

‘Mijn bullshitdetector staat altijd aan'Beeld Eva Beeusaert

Wanneer heb je die les geleerd?

“Euh, gisteren of zo? (lacht) Alvast heel recent. Een vriend – een consultant die het niet kan laten om mij soms ook te coachen – wees me er onlangs nog op dat ik mijn job constant minimaliseerde. ‘Want wat betekent het allemaal? Wat doet het ertoe? Ik praat toch gewoon een beetje met mensen.’ (denkt na) Ik ben mijn vonk even kwijtgeraakt, denk ik. Veel langer had het ook niet mogen duren, want op automatische piloot is het lastig connectie zoeken met mensen. En laat connectie nu juist dat zijn wat deze job interessant maakt.”

Heb je enig idee waar je de vonk verloren bent?

“Ik doe deze job omdat ik alles constant tot op het onhebbelijke af in vraag stel. Zelfs toen ik nog op de VRT-nieuwsdienst werkte, zei men al: ‘Rustig, KC. Je kunt vragen stellen. En je kunt vragen-vragen stellen.’(lacht) Maar dat doe ik dus ook regelmatig met mijn eigen leven en carrièrekeuzes. Het begon een paar jaar geleden: ik was 30 geworden, zwanger van Otis Mumba en door de pandemie werden programma’s uitgesteld of afgelast. Dan gaat een mens zich al eens afvragen: waarom doe ik dit? En wat is mijn plek?

“Het is ook allemaal een beetje een rollercoaster geweest, hè. Ik ben vroeg beginnen werken, en ik kreeg heel snel waardering maar tegelijk was ik nog zoekende.

(denkt na) “Heel veel had ook te maken met onzekerheid: op een bepaald moment was ik alleen nog maar bezig met wat anderen van mijn werk zouden vinden, niet meer met wat ik zelf wilde vertellen. Vandaag zit ik beter in mijn vel, en dat komt vooral omdat ik milder ben voor mezelf. Het is nog altijd hard werken, maar ik heb een basisvertrouwen gevonden. Merk op hoe ik rond woorden als ‘zelfliefde’ probeer te fietsen. (lacht)

“Of is het nu al te zweverig? Zie mij hier zitten, nippend van een matcha latte met kokosmelk, leuterend over vonken, zelfliefde en aanvaarding, om straks weer richting ons huis in de velden te verdwijnen. Ik hoor de kumbayahs al aanzwellen op de achtergrond.”

'Ik een pitbull? Ik vind juist dat ik soms nog te lief ben'Beeld Eva Beeusaert

Juist, jullie ruilden Schaarbeek vorig jaar in voor het landelijke Bevekom. Hoe bevalt dat leven?

(scrolt door de foto’s op haar telefoon tot ze op een gouden graanveld landt) “Dit is ons uitzicht. Net over de taalgrens aan het Meerdaalwoud. Het ligt op twintig minuten van Leuven, mijn mama en mijn twee broers, maar je waant je in Zuid-Frankrijk, toch? Het huis is vooralsnog een bouwval, maar op het uitzicht valt niks af te dingen. Velen zagen mij als een stoere Brusselse chick met een groot bakkes, denk ik. Niks is minder waar.”

Was dat dan een kosmopolitische vermomming? Of zijn jullie gewoon in een andere levensfase beland?

“Ik weet alleen dat weinig dingen mij gelukkiger maken dan in mijn eentje naar de velden trekken om naar ons huis staren. Vergeet niet dat ik zelf ben opgegroeid in Tielt-Winge, in een buurt die de Varkenshoek heette. Misschien zit er gewoon een boerinnetje in mij? Zolang je mij maar niet vraagt om de koeien te melken. Of al te dicht in de buurt te komen van gevogelte: ik heb namelijk een panische angst voor duiven.”

Dan zit je veiliger in Bevekom dan in Brussel.

“Precies. Ik kon niet eens op een terras gaan zitten op Sainte-Catherine. (lacht en wijst naar de overkant van de straat) Als daar nu een duif landt, spurt ik weg. Tot zover de stoere Brusselse chick dus.

“Wouter en ik zijn ook wel in Brussel op huizenjacht gegaan, maar wat wij in gedachten hadden, vind je daar alleen in Elsene of Ukkel. En zonder hulp van thuis was dat simpelweg niet haalbaar. Een ‘beetje’ opschuiven naar pakweg Dilbeek zagen we ook niet zitten: als je het bruisende stadsleven en UberEats dan toch moet inruilen, dan liever voor uitgestrekte graanvelden dan voor een dure verkaveling in de Rand met nog welgeteld één pizzeria die aan huis levert. (lacht) Het voelt goed zo.”

'Ik heb mijn leven pas leren opdelen sinds ik moeder ben geworden. Vroeger liep alles gewoon door elkaar. Ik dácht dat ik kon multitasken, maar ik maakte mezelf iets wijs.'Beeld Eva Beeusaert

Jullie werken allebei onder meer voor productiehuis Borgerhoff & Lamberigts. Maar Op een ander is de eerste keer dat jullie echt samenwerken. Hoe loopt dat?

“Wouter is sinds kort als zelfstandige aan de slag bij een ander productiehuis, maar hij is wel nog de eindredacteur van Op een ander. Hij is zonder twijfel een van de beste en meest getalenteerde eindredacteurs met wie ik al heb samengewerkt. Tuurlijk botst het soms, maar dat maakt het interessant. Dat geldt voor elke samenwerking in deze sector.

“Ik had er altijd wel een goed oog in: we kennen elkaars talenten en we zijn behoorlijk complementair. Zo kan ik soms heel passioneel reageren, terwijl hij een en al ratio is. En toen er onlangs bijvoorbeeld iets stevig misliep op technisch vlak – we zaten echt in de shit – wist hij perfect hoe hij mij en de ploeg tot rust kon brengen.”

Maakt dat het ook lastiger om werk en privé gescheiden te houden?

“Als je samen aan een reeks werkt, neem je dat onvermijdelijk mee naar huis. Maar ik heb nu wel geleerd om te zeggen: ‘Nu effe niet, schat. Zet het even op mail.’ (lacht) Hij vindt dat vreselijk irritant, maar ik wil niet dat het werk permanent boven ons hoofd hangt. (denkt na) We hebben er wel goed aan gedaan om niet eerder samen te werken. Ik heb mijn leven pas in verschillende compartimenten leren opdelen sinds ik moeder ben geworden. Vroeger liep alles gewoon door elkaar. Ik dácht dat ik kon multitasken, maar ik maakte mezelf iets wijs.”

Ik heb even overwogen om je ook enkele vragen over het moederschap te stellen…

(grimast)

Maar het valt op in interviews dat het niet altijd jouw favoriete gespreksonderwerp is.

“Ik ben doodgraag moeder en zie mijn zoon keigraag, maar ik heb niet altijd de behoefte om het daar in interviews uitgebreid over te hebben. Juist omdat het mij zo kostbaar is.”

Dan alleen even deze recente Humo-quote van Soe Nsuki, die samen met haar moeder in het tweede seizoen van Waarom wachten? zal opduiken. ‘Het moederschap voelt als Kamp Waes en De expeditie: Groenland tegelijk.’

(lacht) I feel her. Keihard. Die overweldigende periodes komen een beetje als eb en vloed. En ik moet ook wel zeggen dat Kamp Waes me nog zo niet zo slecht in de oren klinkt: ik zou volgend seizoen zelfs heel graag deelnemen. Gewoon om eens te testen wanneer mijn elastiekje knapt. Ik hou enorm van fysieke uitdagingen. Nog een reden waarom ik snel van Bevekom ben gaan houden: hier kan ik gewoon de deur uit stappen en meteen 20 of 30 kilometer in de natuur gaan lopen.”

Misschien nog tot slot: dit is de tweede verbouwing die jullie samen ondernemen. Halverwege de eerste…

“Zijn we een jaar uit elkaar gegaan, ja. En deze keer doen we het opnieuw, mét een peuter erbovenop. Is dit een slotvraag of een interventie, Kristof? (lacht) Maar je hoeft je geen zorgen te maken over ons: wij zijn helemaal oké. De eerste verbouwing lag ook niet aan de basis van de breuk – zonder in detail te treden. De extra stress was hooguit een brandversneller. We zijn sindsdien ook allebei behoorlijk veel veranderd. En dat die enorme onrust in mij eindelijk is gaan liggen, maakt ook een wereld van verschil.”

Op een ander, vanaf dinsdag 23 april om 21.20 uur op VRT CANVAS en VRT MAX.