Bennett werd donderdag derde in de bergrit. “Ik was ontzettend ontgoocheld”, blikte hij nog even terug. “Mijn ambitie was echt om tijd te winnen in die bergrit omdat ik geen vertrouwen had in de tijdrit van vandaag. Zelfs vanmorgen was ik nog altijd gefrustreerd, maar kijk: nu word ik hier gewoon vierde in een tijdrit. Ongelooflijk.”

Het leverde hem ook de leiderstrui op. “Mijn ploegleider Frans is normaal iemand die altijd heel rustig is, niet veel zegt tijdens een tijdrit, maar halfweg de chrono werd hij ongelooflijk enthousiast, schreeuwde hij mij vooruit en voelde ik aan dat ik iets groots aan het realiseren was. Dat is toch wel speciaal, want zo’n tijdrit, op zo’n grote hoogte is echt niet van de poes. Je moet doseren en zeer gefocust koersen.”

“Waakzaam koersen”

Met 35 seconden bonus op Majka en 36 op Talansky kan de eindzege hem bijna niet meer ontglippen. “Dat wil ik toch niet met zoveel woorden zeggen”, sprak hij. “Er kan nog vanalles gebeuren. Het is geen vlakke rit, het vraagt wel wat van de renners, dus we zullen waakzaam moeten koersen. Al heb ik wel vertrouwen in mijn team. We zijn hier met heel veel jonge renners, en dan ook nog Robert Gesink, die allemaal al heel veel werk hebben verricht en ook morgen voor mij tot het uiterste zullen gaan. Zelf put ik ook vertrouwen uit deze tijdrit en leidersplaats. Dit verrast me compleet, want het was een tijdrit voor de hardrijders en dat ben ik niet meteen, maar toch schud ik een vierde plaats uit mijn benen. Natuurlijk, helemaal uit het niets komt het nu ook weer niet. Ik heb echt hard gewerkt om dit resultaat te bereiken, maar ik verbaas me hier zelf toch ook wel.”