© Wim Hendrix

‘Slachtoffers’ rampenoefening: “Het is niet altijd gemakkelijk om je lach in te houden”

Zaterdag nog een zwaar schedeltrauma oplopen tijdens een kettingbotsing, maandag fris als een hoentje opnieuw aan het werk. Dat kan alleen als je lid bent van de simulanten-vereniging van Campus Vesta.

kristin matthyssen

Campus Vesta in Emblem (Ranst), het provinciaal opleidingscentrum dat opleidingen geeft aan brandweer, politie en dringende geneeskundige hulpverlening, hield zaterdag een grote rampoefening waar tweehonderd hulpverleners aan deelnamen. Volgens het scenario was er op de Noorderlaan in Antwerpen een zware kettingbotsing gebeurd in de buurt van wegenwerken.

© Wim Hendrix

Dat de ramp zo levensecht leek, komt door de 23 ongevallensimulanten die in de verhakkelde wrakken om hulp schreeuwden, kreten die door merg en been gingen. Geen amateurtoneelspelers of sensatiebeluste figuranten, maar geschoolde ongevallen­simulanten van de vereniging Vitus (Vesta’s Inwendige Trauma Uitbeeldende Simulanten) die Campus Vesta in 2013 in het leven riep. Intussen zitten er al 43 mensen in dat team, die met uitzondering van de kinderen allemaal hulpverlener­ambulancier zijn. De simulanten volgen een opleiding van een ­halfjaar waarbij ze ook een cursus grime krijgen om wonden te schminken. Er is ook een examen met zes proeven.

Bevallen in de auto

Tijdens de geënsceneerde kettingbotsing op de Noorderlaan deden zich extra complicaties voor, zoals een slachtoffer dat gespietst was op een stang en een hoogzwangere vrouw die door de klap vroegtijdig weeën kreeg. Die rol was weggelegd voor Laeticia Verlinden (25) uit Schoten, met een enorm kussen onder haar blouse. Naast haar zit Bert Leysen (42) uit Herentals, haar ‘gelegenheidsman’.

© Wim Hendrix

“Ik ga door de klap bevallen in de auto. Er is wel een ambulance onderweg, maar die komt te laat”, zegt Laeticia. “Bert en ik kennen elkaar van de simulantenopleiding”, vertelt ze terwijl ze de babypop met navelstreng vasthoudt. “Ik ben zelf ambulancier, wat een voordeel is als je je moet inleven in de verwondingen. Als je al eens iemand met een hartinfarct hebt gezien, is het gemakkelijker om een hartinfarct na te spelen.”

Emma Martens (10) en haar broer Robbe (12) uit Boechout zitten als figuranten in een bus die bij de aanrijding betrokken is. Voor hen is het de eerste keer. Hun mama Nadine Vanderlinden speelt ook mee. De kinderen krijgen wat vleeswonden gegrimeerd door hun pluspapa, die is ambulancier en vast lid van Vitus. “We weten niet wat we moeten verwachten, maar het is eens iets anders dan Bobbejaanland”, zegt Nadine.

Reutelen of jammeren

© Wim Hendrix

Dagmar Domen (40) uit Kalmthout werkt in het dagelijks leven bij een ambulancedienst in Wijnegem. Vandaag heeft ze een schedeltrauma. Haar jas stinkt naar de alcohol en er ligt een blik bier in haar auto. “Ik moet iemand uitbeelden die agressief is. Dat kan gebeuren bij mensen met een schedeltrauma. Bovendien heb ik gedronken. Bij een schedeltrauma kan het slachtoffer beginnen te braken. Dat ga ik ook doen.”

Dagmar geeft toe dat de slappe lach soms op de loer ligt. “Gewoon als je hoort wat de anderen allemaal roepen. Maar dan kan je wat reutelen of jammeren en gaat het wel over.”

Glenn Burke (44) uit Malle en Sven Liekens (41) uit Duffel ­spelen twee Polen die respectievelijk een gebroken scheenbeen en knieschijf en een trauma aan de borstkas ­oplopen. “Vooral communiceren met de hulp­verleners zal vandaag moeilijk zijn.” Glenn en Sven zijn lid van Venus, de ­simulantenvereniging van Het Vlaamse Kruis. Ze moeten zich via het dakvenster in een autowrak ­laten zakken dat vol glas ligt. De deuren zitten klemvast.

© Wim Hendrix

Annelies Coeckelbergh (31) uit Ruibroek (Puurs) kan net op tijd uit haar brandende wagen ontsnappen. Ze loopt brandwonden op. “Het ergste is dat mijn partner niet tijdig uit de wagen geraakt. Hij sterft vandaag. Ik zal dus heel wat emoties moeten uitbeelden. De kans is groot dat ik daar de ­komende dagen de weerslag van ondervind, want het gaat niet in je koude kleren zitten.”

Door aan de andere kant te staan, leer je veel bij, zegt Annelies. “Je beseft pas als je het zelf meemaakt hoe strak die riemen kunnen ­zitten, hoe koud een schepbrancard voelt en hoe ­beangstigend het is als ze je hoog optillen.”

© Wim Hendrix

© Wim Hendrix

© Wim Hendrix

© Wim Hendrix

© Wim Hendrix

© Wim Hendrix

© Wim Hendrix

© Wim Hendrix

© Wim Hendrix