Direct naar artikelinhoud
Filmfestival Cannes

Vincent Lindon: "Ik speel Rodin niet alleen, ik droomde ook van hem"

Vincent Lindon volgde een intensieve cursus beeldhouwen ter voorbereiding van zijn rol als Rodin.

Morgen in Cannes, en meteen ook in de Belgische bioscopen: Rodin, over het leven van de excentrieke en mensenschuwe beeldhouwer. Minstens even excentriek, maar gelukkig iets minder mensenschuw: hoofdrolspeler Vincent Lindon.

De 57-jarige Lindon, die zaterdag in Cannes kans maakt op de prijs voor de beste acteur, is een opmerkelijk figuur. In het dagelijkse leven wordt hij geplaagd door hevige tics, maar wanneer de camera draait, verliest hij die onmiddellijk. Zoals te zien in Rodin. “Gelukkig ook, want ik was bezeten door die rol.”

Wie een monument als Auguste Rodin wil vertolken, kan maar beter zelf met een beetje leren beeldhouwen. Hoe hebt u dat gedaan?

“Je kunt Rodin inderdaad niet spelen met je handen in je zakken. Daarom ben ik een half jaar lang intensief les gaan volgen. In die periode beeldhouwde ik vier of vijf uur per dag. Elke dag. En ik vond het fantastisch. Beeldhouwen is heel sensueel, seksueel zelfs. Je streelt, je modelleert, je kneedt, je bent voortdurend met lichamen bezig.”

De film bestaat uit minutenlange takes: u kon zich dus niet verstoppen achter handige montagetrucjes.

“Nee, en dat vond ik heel belangrijk. Wanneer ik aan het beeldhouwen ben, zie je me alle handelingen helemaal zelf doen. Van begin tijd eind. We hadden vals kunnen spelen door die scènes te monteren met de handen van een echte beeldhouwer, maar de kijker ziet zulke dingen. Dan beseft hij dat hij naar een film aan het kijken is. Terwijl je in deze film het gevoel krijgt dat je de echte Rodin aan het werk ziet. Je staat naast hem in zijn atelier.”

'Rodin had heel precieze ideeën, die vaak radicaal ingingen tegen de conventies en de tradities. Maar hij deed waar hij zin in had'
Vincent Lindon

We leren Rodin ook als mens kennen. Geen gemakkelijke man, blijkbaar?

“Er waren twee Rodins. Rodin in het openbaar, en Rodin in zijn atelier. De eerste was een ongelooflijke introvert. Hij kwam slecht uit zijn woorden en sprak heel erg in zijn baard. Een breekbare man, die vooral niet wou opvallen. Wanneer zijn werk bekritiseerd werd, klapte hij toe en trok hij zich terug. In zijn atelier daarentegen was hij een wervelwind. Daar trok hij zich niets van de buitenwereld aan. Rodin had heel precieze ideeën, die vaak radicaal ingingen tegen de conventies en de tradities. Maar hij deed waar hij zin in had.”

Hebt u dat gemeen met Rodin?

“Absoluut, net daarom wilde ik deze rol zo graag. Ik ben ook een eigenzinnigaard. Ik doe alleen dingen die me echt bevallen. Als ik twee jaar lang geen film tegenkom die me écht interesseert, dan draai ik gewoon twee jaar niet. En even later speel ik misschien in zes films na mekaar. Het is zoals met seks: als je geen erectie hebt, dan lukt het niet. Die opwinding is chemisch en onverklaarbaar. Ik wil dromen van mijn personages. Als ik er niet van gedroomd had om Rodin te zijn, had ik deze rol nooit aanvaard. Ook al hadden ze me op voorhand gezegd dat hij naar Cannes zou gaan. Dat kan me niets schelen.”

'Als ik twee jaar lang geen film tegenkom die me écht interesseert, dan draai ik gewoon twee jaar niet. Het is zoals met seks: zonder erectie lukt het niet'
Vincent Lindon

In het echte leven hebt u onbedwingbare tics. Ook nu, terwijl we met elkaar praten. Maar wanneer u speelt, is daar niets van te merken. Wat gebeurt er precies met u op het moment dat men 'actie' roept?

“Dat weet ik niet, en ik wil het ook niet weten. Want als ik erover ga nadenken en mezelf begin te bestuderen, verandert er misschien iets. Ik beschouw het gewoon als het bewijs dat ik op de set even uit mijn eigen leven treed, en volledig in mijn personage duik.”

Verliest u zichzelf dan niet in uw personages?

“Niet helemaal. Het blijft natuurlijk mijn lichaam dat daar op de set staat. Het is mijn eigen hart dat klopt, mijn eigen gedachten die me komen onderbreken, mijn gsm die afgaat. En ik ben nog steeds een persoon die honger en dorst heeft, of soms naar de wc moet. Maar ik verdwijn wel een beetje op de achtergrond. Ik laat me overspoelen door het personage. Vooral bij Rodin was dat zo: ik ben nog nooit zo diep in een personage ondergedoken. Hij sijpelde langs alle kieren en gaten bij me binnen. Dat vind ik formidabel. Die schizofrenie is net wat acteren zo boeiend maakt.”