De 49-jarige motorrijder werd op 28 augustus 2016 geflitst op de E42 met 204 km/u. Op zijn proces-verbaal stond een gecorrigeerde snelheid van 191,76 km/u. Het leverde hem een rechtstreekse doorverwijzing op naar de politierechter, waar het parket een boete van 480 euro en een rijverbod van 15 dagen eiste. Zijn advocaat probeerde die straf te vermijden door de rechter erop de wijzen dat de politie zijn cliënt enkel geïdentificeerd had op basis van zijn nummerplaat - het Hof van Cassatie oordeelde in december dat de boetes voor vier verkeersinbreuken onwettig waren omdat de politie de overtreders niet aan de kant had gezet en vervolgens geen toelating had om zomaar gegevens van de bestuurders op te vragen bij de DIV-databank - maar dat bleek zelfs niet nodig.

De rechter liet zich overtuigen door de context van de overtreding. Zo was de motard die dag verantwoordelijk voor de veiligheid van een liefdadigheidsevenement voor gehandicapten. De man was ’s ochtends zijn doorgangsbewijs thuis vergeten, en haastte zich weer naar huis om het te halen. Op de terugweg werd hij geflitst. De rechter vond dat een geldig excuus.

De motorrijder moet nu 76,26 euro betalen voor de gerechtskosten en een sensibilisatiecursus volgen. Een nieuwe overtreding zal hem duurder komen te staan. In dat geval speelt hij rijbewijs kwijt en moet hij vier examens doorlopen om het terug te krijgen.