Kunstenaar moet bewijzen dat hij schilderij níét heeft gemaakt in bizarre rechtszaak

Een canvas van zowat 105 bij 86 centimeter met daarop geschilderd een woestijnlandschap met rotsen, cactussen en een vijver. Dat is het onderwerp van een bizarre rechtszaak die begin deze week in Chicago is gestart, zo meldt The New York Times.

De eigenaar van het werk is ene Robert Fletcher, een Canadese oud-cipier die beweert dat hij het in 1976 voor 100 dollar kocht van een van de gedetineerden in het Thunder Bay Correctional Center waar hij toen werkte.

Die gevangene, dat was volgens Fletcher de gerenommeerde kunstenaar Peter Doig. Die laatste werd geboren in Schotland, maar groeide op in Canada. Zijn schilderijen wisselen vandaag voor miljoenen dollars van eigenaar.

Enig probleem: Doig ontkent in alle toonaarden dat hij het schilderij heeft gemaakt, dit tot grote woede van Fletcher. Samen met kunsthandelaar Peter Bartlow uit Chicago heeft hij enkele jaren geleden een klacht tegen Doig ingediend omdat hij door zijn ontkenning verhindert dat zij het werk voor vele miljoenen dollars kunnen verkopen.

Concrete bewijzen voor zijn bewering, kan Fletcher niet aandragen. Bovendien is het werk gesigneerd met de naam "Doige" (met een "e" erachteraan) en niet met "Doig". Toch houdt de oud-cipier vol dat hij met eigen ogen heeft gezien hoe Doig het schilderij heeft gemaakt.

Volgens Fletcher ontmoette hij Doig een eerst keer in de vroege jaren 70 op de Lakehead University in Ontario. Later zag hij hem terug als gedetineerde in de gevangenis.

Het doek hing jarenlang in het huis van Fletcher, tot een vriend hem er enkele jaren geleden attent op maakte dat het wel eens door de beroemde schilder kon zijn gemaakt. Fletcher stuurde Doig een afbeelding van het doek, maar die laatste kon zich niet herinneren het ooit te hebben geschilderd. Daarop sleepte de oud-cipier de kunstenaar voor de rechter met maar één eis: Doig moet erkennen dat hij de auteur van het werk is.

Voor de rechter in Chicago heeft Doig deze week herhaald dat hij niet de auteur van het doek is. Hij zegt dat hij nooit lessen heeft gevolgd aan de Lakehead University, dat hij nooit in de buurt van het Thunder Bay Correctional Center is geweest en dat hij in heel zijn leven nog nooit tijd in een gevangenis heeft doorgebracht. In 1976 was hij 16 of 17 en woonde hij naar eigen zeggen bij zijn ouders in Toronto.

De advocaten van Doig schuiven intussen een andere kunstenaar naar voren als maker van het werk. Volgens hen heeft ene Peter Edward Doige het doek gemaakt. Die man stierf in 2012, maar volgens zijn zus Marilyn Doige Bovard heeft hij aan de Lakehead University gestudeerd en zat hij een tijdje in het Thunder Bay Correction Center opgesloten. Hij zou ook hebben geschilderd. De vrouw zal later deze week in de rechtbank getuigen.

Fletcher en zijn advocaten tonen zich vooralsnog niet onder de indruk. Zo hameren ze op de gelijkenissen tussen het doek in kwestie en het latere werk van Doig. Zij beweren daarnaast dat het helemaal niet duidelijk is waar Doig in de jaren 70 precies heeft verbleven. Ze willen daarom dat hij zijn whereabouts van toen zwart op wit aantoont, tot grote ergernis van Doig die hekelt dat hij moet bewijzen waar hij meer dan veertig jaar geleden precies is geweest. Wordt ongetwijfeld vervolgd.