De problemen in de transportsector zijn bekend. Veel firma’s verkiezen goedkope Oost-Europese chauffeurs en schakelen ook voor binnenlandse ritten consequent buitenlandse chauffeurs in. Ze deinzen er vaak niet voor terug daarbij een loopje te nemen met de arbeids- en sociale wetgeving. Lage lonen, jobs die verloren gaan en miserabele werkomstandigheden zijn er het resultaat van. De Europese Commissie wil daar nu paal en perk aan stellen.

Het is commissaris voor Werk en Sociale Zaken Marianne Thyssen die woensdag een nieuw pakket detacheringsregels, op maat van de transportsector, voorstelde. Detachering is de tijdelijke tewerkstelling in het buitenland. Het principe is dat chauffeurs die in een ander land aan de slag zijn, volgens de loonvoorwaarden van dat land moeten worden vergoed. Dat moet het concurrentieel nadeel van de plaatselijke (bijvoorbeeld Belgische) bedrijven wegnemen.

Thyssen stelt voor dat bij internationale transporten - waarbij het laden en het lossen in verschillende landen gebeurt - de detacheringsregels van toepassing worden van zodra de betrokken trucker minstens drie dagen per maand in dat ander land verblijft. Belgische chauffeurs die slechts eenmalig een lading in bijvoorbeeld Nederland afzetten, zullen dus niet meteen volgens de Nederlandse loonvoorwaarden betaald moeten worden.

Cabotage

Anders is het bij cabotage. Dat is het principe waarbij een chauffeur in het buitenland lost en vervolgens in dat land binnenlandse transporten voor zijn rekening neemt. Als het van Thyssen afhangt, zal die chauffeur vanaf de eerste dag aan de plaatselijke regels onderworpen worden. Zo zal een Slovaakse trucker die in Antwerpen zijn vracht afzet en vervolgens een andere vracht van Antwerpen naar Brussel brengt, een Belgisch loon uitbetaald moeten krijgen. Hij zal dus niet langer onder prijs werken en Belgische chauffeurs uit de markt duwen. De cabotageopdrachten mogen gedurende vijf dagen na het lossen van de internationale vracht worden uitgevoerd, er staat geen limiet op aantal transporten.

De Commissie vereenvoudigt tegelijk de administratieve procedures voor transportbedrijven die met gedetacheerde werknemers willen werken. Ze wil maximaal gebruikmaken van digitale hulpmiddelen om controles uit te voeren. “Dit mobiliteitspakket wil een eerlijke eengemaakte transportmarkt verzekeren, met een goede bescherming van de werknemers en eerlijke concurrentie tussen de transportbedrijven”, zegt Thyssen.

Rij- en rusttijden

Wat de rij- en rusttijden betreft, wil Thyssen dat de chauffeurs hun rust in betere omstandigheden kunnen opnemen. De regel blijft dat chauffeurs minstens 45 uur aan de kant moeten staan nadat ze maximaal zes opeenvolgende dagen hebben gewerkt. Werkgevers moeten voor de nodige accommodatie zorgen zodat hun werknemers niet langer gedwongen worden gedurende weken of maanden in hun cabine leven. Transportfirma’s krijgen wel meer flexibiliteit om hun werk “efficiënt” te organiseren.

Tegelijk worden de sociale partners geconsulteerd. Thyssen wil van hen weten hoe chauffeurs niet langer dan de toegestane 48 uur per week hoeven te werken in een sector waar de vraag ontzettend kan variëren.

De voorstellen van Thyssen en haar collega van Transport Violeta Bulc moeten nog door de Raad (de EU-lidstaten) en het Europees Parlement passeren. Belgische staatssecretaris voor de Bestrijding van Sociale fraude Philippe De Backer (Open Vld) reageert alvast positief, maar vraagt zich af of de Oost-Europese landen de Commissievoorstellen wel goed zullen onthalen.