Keldert Magnette alsnog het CETA-akkoord?

Paul Magnette © Reuters
Kamiel Vermeylen

Onder impuls van het Waalse Gewest zal Belgische overheid nog voor het begin van de zomer een vraag indienen bij het Europees Hof van Justitie over het vrijhandelsverdrag met Canada. Dat moet oordelen over de rechtsgeldigheid van het akkoord. Indien dat niet het geval is, dreigt CETA in het water te vallen.

In de aanloop naar de goedkeuring van de CETA-akkoord, ging de Waalse regering stevig op de rem staan. Plots keek de hele wereld naar het kleine Wallonië en haar minister-president Paul Magnette. Volgens de ene bezondigde die laatste zich aan platvoers politiek opportunisme, de andere vond hem de David die het opnam tegen de Goliath van de multinationals. Uiteindelijk keurde de Waalse regering het akkoord toch goed, maar wel op voorwaarde dat de federale regering een vraag zou stellen bij het Europees Hof van Justitie over de wettelijkheid van het omstreden Investment Court System (ICS).

Wat is het Investment Court System?

Het Investment Court System is een arbitrageprocedure die een geschil tussen een private buitenlandse investeerder en een overheid moet beoordelen in het kader van een vrijhandelsakkoord. Zo’n arbitrage tussen investeerders en de staat is allesbehalve nieuw. Het mechanisme ontstond toen Westerse landen verdragen afsloten met ontwikkelingslanden waar het politieke klimaat erg onstabiel was. Bij bilaterale en multilaterale akkoorden wordt het gebruikt als verzekering opdat overheden niet plotsklaps zouden beslissen om buitenlandse bedrijven te nationaliseren. Bovendien moet het ook voorkomen dat overheden bepaalde sectoren zo zwaar reguleren dat investeerders er significant nadeel door ondervinden.

Critici van het CETA-vrijhandelsverdrag vinden dit echter geen afdoende argument om het syteem ook ditmaal te gebruiken, omdat zowel de Europese Unie als Canada stabiel genoeg zouden zijn. Daarnaast hekelen ze het feit dat buitenlandse bedrijven elke noodzakelijke politieke verandering of regulering zouden kunnen dwarsbomen.

Het Invesment Court System is de omgedoopte versie van ISDS (Investor State Dispute Settlement) dat tijdens de TTIP-onderhandelingen met de Verenigde Staten erg veel weerstand opriep. Gezien die controverse beslistte Europees commissaris voor Handel Cecilia Malmström om ISDS om te zetten in ICS. Dat staat in tegenstelling tot het ISDS toe dat betrokkenen in beroep kunnen gaan en dat rechters gekozen worden uit een vaste publieke lijst om belangenvermeninging tegen te gaan.

Druist het in tegen de EU-wetgeving?

Ondanks die aanpassing wou Magnette naar eigen zeggen meer duidelijkheid over de rechtsgeldigheid van het ICS alvorens hij het akkoord ondertekende.

‘Met de vragen van Magnette aan het Europees Hof van Justitie zal worden onderzocht of binnenlandse bedrijven wel dezelfde rechten krijgen als de buitenlandse bedrijven’, zegt Dirk De Bièvre, professor Internationale Politieke Economie aan de Universiteit van Antwerpen. ‘Buitenlandse bedrijven hebben namelijk de keuze of ze een klacht indienen bij het ICS-arbitragehof of de bij nationale rechtbank van het land in kwestie. Binnenlandse bedrijven kunnen echter geen klacht indien via het ICS en hebben dus minder mogelijkheden. Dat kan in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel.’

Ik acht het niet onmogelijk dat het CETA-akkoord in het water valt

Guillaume Van der Loo (Universiteit Gent)

Bovendien zal het Europees Hof van Justitie ook oordelen of de bevoegdheden van de ICS-arbitrage niet overlappen met die van dat Hof zelf. ‘Alleen het Europees Hof van Justitie heeft de exclusieve bevoegdheid om Europese wetgeving te interpreteren. De vraag is nu of de ICS-arbitrage wel bevoegd is om uitspraken te doen waarvoor normaal het Europees Hof verantwoordelijk is’, zegt Guillaume Van der Loo van de Universiteit Gent en het Centre for European Policy Studies.

De Vlaamse regering noemde Magnettes initiatief dan wel een opportunistisch schijnmanoeuver, toch kan het verregaande gevolgen hebben voor het akkoord tussen Canada en de Europese Unie. ‘Indien het Europees Hof van Justitie op basis van Magnettes vraag inderdaad oordeelt dat ICS niet strookt met het Europees Recht, dan zijn er drie mogelijke scenario’s’, aldus Van der Loo.

‘Ofwel wordt ICS volledig uit het akkoord verwijderd. De vraag is natuurlijk of Canada en de EU wel zonder zo’n systeem willen werken. Gezien de moeilijke onderhandelingen tussen beide landen worden nieuwe constructieve gesprekken allesbehalve evident. Dat maakt een tweede scenario, namelijk een aanpassing, ook niet erg vanzelfsprekend. De kans dat er dan gewoon geen akkoord komt is niet onbestaande. Ik acht het niet onmogelijk dat het akkoord in het water valt’, aldus Van der Loo.

Het einde van ICS?

De timing waarop de Waalse regering haar vragen zal overmaken aan de federale regering, is overigens niet toevallig. Ze heeft bewust gewacht op een andere uitspraak die het Europees Hof enkele weken geleden heeft gedaan over het vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie en Singapore.

Het Europees Hof van Justitie oordeelde dat ICS niet onder de bevoegdheid van de EU, maar onder die van de lidstaten valt. Dat maakt van toekomstige vrijhandelsverdragen gemengde akkoorden, waarvoor de lidstaten hun fiat zullen moeten geven indien ICS erin is vervat. Nochtans was de uitspraak van het Europees Hof erg positief voor de bevoegdheden van de EU. Het heeft immers beslist dat op ICS en enkele details na, alle handel wel degelijk onder de bevoegdheid van de EU valt.

Vraag is welke implicaties dit heeft voor toekomstige handelsverdragen die de EU zal afsluiten. Zo zijn de onderhandelingen met Japan en Mexico volop aan de gang. Maar ook het vrijhandelsakkoord met Vietnam moet nog worden goedgekeurd door de nationale parlementen, aangezien ook dat een ICS-arbitrage voorziet.

‘Het kan best zijn dat de Europese Unie gemakshalve het arbitragesysteem uit toekomstige handelsakkoorden weglaat. Voor een arbitragesysteem zal dan waarschijnlijk een apart verdrag worden ondertekend, dat de lidstaten wel moeten goedkeuren’, meent Van der Loo.

Wanneer het Waals Gewest haar vraag exact zal doorspelen aan de federale regering, wil het kabinet nog niet bevestigen. Paul Magnette zei dinsdag op een lezing wel dat de Waalse regering wil dat de regering de vraag nog voor het begin van de zomer aan het Europees Hof van Justitie doorspeelt, wat door een woordvoerder werd bevestigd. Eerder zei hij er al het akkoord niet te ratificeren voordat er duidelijke antwoorden komen van het Europees Hof van Justitie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content