Gezien zijn bouwjaar, 1857-1865, moet dit orgel al in de eerste kerk gestaan hebben. “In de archieven vinden we een verkoopovereenkomst van 1861 tussen de gemeente en orgelbouwer Van-Dinter,uit Maaseik mar geboren in Tienen. Het orgel kostte toen 2400 frank, de helft te betalen gedurende zes opeenvolgende jaren aan 200 frank per jaar vanaf 1862 tot 1867”, opent Jan Dewael. In die periode had je nog een windmaker nodig, iemand die de blaasbalk bediende. “Gelukkig is er nu een motor die het van de blazer overneemt”, lacht Jan.

Voor de vergroting van het eerste kerkje in 1903-1907 werd het orgel afgebroken, gerestaureerd en werd een nieuwe orgelkast bij Thomas Watson in Achel besteld. Het oorspronkelijke binnenwerk bleef behouden. Op 3 april 1932 werd het orgel verplaatst naar de huidige kerk en werd een aandrijving met ventilator aangebracht voor een kostprijs van 5.500 frank.

Deze restauratie duurde drie jaar en werd uitgevoerd door orgelbouwer Pels & Van Leeuwen uit ’s Hertogenbosch. “80% van het orgelmateriaal is nog origineel Van-Dinter. Hiermee is dit het sluitstuk van een jarenlange restauratie van de kerk en het interieur. De later aangebrachte wijzigingen aan het orgel werden hersteld. “De verdwenen registers werden gekopieerd naar het voorbeeld van nog bestaande Van-Dinter-orgels. Er is een nieuwe pijpenkast geïnstalleerd en het orgel staat nu op een verhoog, korter tegen de gewelven , wat de klank ten goede komt.” Bij de restauratie vond men in de windkanalen het Thiensch Nieuws- en Aenkondigingsblad van 16 oktober 1858 terug. “Men gebruikte kranten om gaten in de pijpkast af te dichten”, weet Jan. De registertrekkers hebben porseleinen naamplaatjes. Deze restauratie heeft 300 000 euro gekost. De kerkfabriek kon rekenen op betoelaging van 80% van de hogere overheden.

Je kan tijdens de Open Kerkdagen in het weekend van 3 & 4 juni a.s. het resultaat komen bewonderen tussen 10u00 – 18u00.