Walen trekken massaal naar Vlaanderen. Hoe komt dat?
Een kwart meer Walen is naar Vlaanderen verhuisd. Nadat er jarenlang Vlamingen naar Wallonië trokken, lijkt de trend nu gekeerd. Maar hoe komt dat?
Het was de liefde die Daniel Gerard (nu 56) jaren geleden over de taalgrens lokte. Met vlinders in de buik en een koffer vol kleren trok hij van Waremme, in de provincie Luik, naar Vlaanderen. “In die tijd moest ik voor mijn werk één keer per week de taalgrens over voor een vergadering. Normaal gezien ging ik nadien altijd netjes recht naar huis. Behalve die ene avond. Ik ging nog iets drinken met mijn collega's op een terrasje in Aalst. Daar leerde ik haar kennen. En ik wist dat ik zou blijven plakken, voor altijd.”
Daniel begrijpt hen, de 9.198 Waalse gezinnen die in 2016 de taalgrens overstaken en een thuis vonden in Vlaanderen. Een opmerkelijke stijging wel: het gaat om bijna een kwart meer gezinnen dan in 2015. Nochtans vestigden jarenlang meer Vlamingen zich in Wallonië. Pas in 2015 is die trend gekeerd, zo tonen cijfers van de FOD Binnenlandse Zaken. Ruilden in 2009 nog ruim 8.700 gezinnen Vlaanderen in voor Wallonië, dan zakte hun aantal in 2016 tot iets meer dan 7.000.
Dichter bij het werk
Hoe komt het dat Walen ineens massaal de oversteek maken? Voor de goedkopere huizen moeten ze het niet bepaald doen, zeggen vastgoedexperts, tenzij misschien dicht bij de taalgrens, in regio's zoals Ronse. Of het moet om fiscale redenen zijn: zo betaal je in Vlaanderen 5 of 10 procent registratierechten, tegenover 12,5 procent in Wallonië. Ook zakte de Vlaamse schenkbelasting fors, zodat woningen schenken goedkoper en makkelijker werd. Niet dat het fiscale doorslaggevend is, menen kenners, maar het kan wel in de achterhoofden broeden.
"De stijging ligt alleszins niet aan één uitzonderlijk event", stelt Pieter Decelle, beleidsmedewerker bij CIB, de Vlaamse beroepsvereniging van vastgoedmakelaars. "Hier speelt een combinatie van economische factoren mee: de welstand van Vlaanderen, de vacatures die hier niet altijd ingevuld geraken, en het mobiliteitsvraagstuk: Waalse werknemers die liever niet elke dag lange afstanden afleggen voor hun job en dichter bij het werk gaan wonen."
Matchmakers
Komen er dan meer Walen in Vlaanderen werken? Jawel, zo weten ze bij VDAB. Raakten in 2013 nog 14.161 Vlaamse vacatures ingevuld door Waalse werkzoekenden, dan lag dat cijfer in 2016 op al op 16.669. In bepaalde regio's, zoals West-Vlaanderen, slaan de VDAB en Waals tegenhanger Forem de handen in elkaar om Walen over de taalgrens te trekken. "Het aantal vacatures in sommige sectoren is daar vrij hoog, en het aantal Vlaamse kandidaten zelf is er te beperkt", schetst woordvoerster Shaireen Aftab. "Daarom organiseren we jobbeurzen waar werkgevers rechtstreeks in contact komen met Waalse werkzoekenden, om zo de klassieke match te maken. Denk aan jobs als operator, waarvoor de talenkennis in eerste instantie minder van belang is."
Of die Waalse werknemers daadwerkelijk ook verhuizen, om dichter bij hun job te wonen, daar heeft de VDAB geen zicht op. Maar nu meer Waalse leerlingen in het immersie-onderwijs een taalbad Nederlands krijgen, lijkt het niet ondenkbaar dat een gezin ook sneller de stap naar Vlaanderen zet, meent Piet Van De Craen, hoogleraar Nederlandse taalkunde (VUB).
"Ondertussen gaat het toch al om zo'n 30.000 leerlingen die betrokken zijn in het immersie-onderwijs, zowel op de basisschool als in het secundair", zegt hij. "Studies hebben al uitgewezen dat het zijn vruchten afwerpt. Er zijn nu al Walen die hogere studies volgen aan een Vlaamse universiteit: ze volgen economie aan de UGent, of studeren voor ingenieur aan de KU Leuven. De resultaten beginnen door te sijpelen. Zou dat nu al een effect kunnen hebben op de verhuisplannen van de Walen? Het kan. Er zal toch een rem wegvallen voor gezinnen als hun kinderen al een mondje Nederlands kunnen."
Taalbad
Ook de Nederlandse Academie, die avond- en stoomcursussen organiseert voor anderstaligen, ziet de vraagt vanuit Wallonië de laatste twee jaar beduidend stijgen. "Een job vinden is de grootste drijfveer", vertelt lesgever Jeroen Paeleman. "Of ze hebben al een job in Vlaanderen, maar hun werkgever stuurt hen naar ons om hun Nederlands nog verder te verfijnen. En, ook niet onbelangrijk, sommigen hebben een Vlaamse partner, en willen daarom de taal leren. Onderschat de rol van de liefde niet."
Daniel Gérard moet eens lachen als we hem daarop wijzen. "Mijn vrouw en ik hebben dat eerste jaar voortdurend een woordenboekje gebruikt. Ik heb het hier nog altijd liggen. Ik kende geen woord Nederlands, zij geen woord Frans. Ooit stuurde ze mij naar de winkel om eieren. Ik had 'uieren' verstaan. Je had haar gezicht moeten zien toen ik terug thuis kwam met een zakje uien."