Peter Casteels

‘Acteurs hebben het tijdens een slechte voorstelling véél harder te verduren dan het publiek’

Acteurs verdienen weleens een beter publiek. En een andere regisseur.

Onlangs zat ik in het Kaaitheater naar Keep Calm and Validate te kijken toen mijn blik afdwaalde. De voorstelling was wat mij betrof mislukt. Het was de bedoeling om flarden uit interviews met medewerkers van de Europese grensbewaking Frontex op muziek te zetten, en zo een heuse musical op te voeren. Geheel volgens de verwachtingen leende het ambtenarentaaltje zich daar niet toe. En ik was niet de enige die er zo over dacht. Terwijl ik zo’n beetje doelloos in de zaal begon rond te kijken, zag ik geregeld mensen opstappen.

Acteurs hebben het tijdens een slechte voorstelling véél harder te verduren dan het publiek

Ook bij De meiden van Toneelgroep Amsterdam in deSingel liepen mensen de zaal uit. Een vrouw achter me deed dat pas nadat ze hardop en voor alle mensen rond haar ‘djiezus’ had gezucht. Ook die voorstelling was geen succes, en toch begrijp ik niets van mensen die weglopen. Hebben ze na achten werkelijk nog iets beters te doen dan beleefdheidshalve een belabberde voorstelling uitkijken? Of doen ze het alleen om er achteraf over te kunnen opscheppen in het café? ‘We zijn het zelfs afgetrapt!’ hoor ik ze dan zeggen. Alsof dat een heroïsche prestatie was.

Zulke aanstellerij leidt de aandacht bovendien af van de echte slachtoffers van een slechte theatervoorstelling. Dat zijn – zoals vaak verkeerdelijk wordt gedacht door henzelf – niet de mensen in het publiek. Dat zijn de acteurs. Als ik naar een ramp op de scène zit te kijken, gaan mijn gedachten in de eerste plaats naar hen uit. Elke avond opnieuw voor een publiek moeten staan in een voorstelling die je als acteur zelf rot- en rotslecht vindt, maar dat op geen enkele manier mogen tonen. Hoe moet het voelen om als acteur gevangen te zitten in de beroerde keuzes en krakkemikkige ingevingen waarop een regisseur toch een voorstelling dacht te moeten baseren? Het is een vraag die helaas maar zelden aan bod komt in het nochtans druk beoefende genre van het acteursinterview, maar ik stel er mij de meeste gruwelijke dingen bij voor. Depressies. Drankverslavingen. Zelfmoordneigingen, misschien.

Het gebeurt misschien minder dan vroeger, toen acteurs in ensembles vastzaten aan vaste contracten en striktere structuren. Kleinere theatercollectieven maken werk dat beter aansluit bij wat acteurs zelf goed vinden. Maar ook vandaag zijn er ongetwijfeld nog betreurenswaardige gevallen die deze martelgang moeten ondergaan. Soms begint het met de tekst: als een regisseur het in zijn hoofd haalt om een werk van Elfride Jelinek op te voeren, hangt de hele acteursgroep eraan. Dat kan dan maandenlang aanslepen. Acteurs – het is een van de kwetsbaarste beroepen die er bestaan – verdienen uitgerekend op zo’n moment een staande ovatie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content