Venezolaanse actievoerders steken Hooggerechtshof in brand
Het is al de twaalfde opeenvolgende week van protesten tegen de regering van president Maduro. Sinds begin april zijn er bijna elke dag protesten tegen de president, waarbij naast de 67 doden ook al meer dan duizend gewonden vielen. De demonstranten willen dat Maduro aftreedt, en eisen nieuwe verkiezingen. Maduro spreekt dan weer van een samenzwering van de oppositie en de internationale gemeenschap.
Vooral het tekort aan voedsel en medicijnen zit de actievoerders hoog. Maduro probeert intussen langer aan de macht te blijven en wil daarvoor aan de grondwet morrelen. Een motie die was ingediend om dat te voorkomen, is door het Hooggerechtshof afgewezen. De hoogste rechtbank van het Latijns-Amerikaanse land is hierdoor in het vizier gekomen van de actievoerders.
Enkele honderden demonstranten hebben het gebouw, en een in hetzelfde gebouw gelegen bank, eerst kort en klein geslagen en daarna in brand gestoken. President Maduro spreekt over een "terroristische daad". Volgens oppositieleider Henrique Capriles heeft de overheid het in scène gezet.