Direct naar artikelinhoud
Standpunt

J'accuse. In sommige aspecten doet het politieke bestuur van Brussel denken aan de maffia

Bart Eeckhout.Beeld Wouter Van Vooren

Bart Eeckhout is opiniërend hoofdredacteur.

Met maffiavergelijkingen is het altijd opletten. Net als bij Hitler geldt er een soort wet van Godwin : als je het m-woord te lichtzinnig gebruikt, eindigt elk debat.

Ik heb er goed over nagedacht. Et j’accuse. In sommige aspecten doet het politieke bestuur van Brussel denken aan de maffia.

Het politieke bestuur van de hoofdstad heeft een groot deel van zijn macht doorgesluisd naar verenigingen allerhande. Zo is een schaduwmacht ontstaan, die de transparante controle schuwt. De ene vzw levert diensten aan de andere, de bestuursraden zitten vol met telkens weer dezelfde politici, of met de namen van telkens weer dezelfde kameraden. Dat is een maffieuze structuur.

Als alle handen vuil zijn, zwijgt iedereen. Dat is een maffieuze structuur

In het hart van dit schaduwrijk staat de Parti Socialiste. Van het Heizelpaleis tot de vroegmarkt, van de ziekenhuizen tot de daklozenopvang: overal heeft ze haar pionnetjes. En sommigen, weten we nu, schamen zich niet om zichzelf te verrijken.

De PS heeft dat web niet alleen geweven. Zowat elke partij heeft wel ergens iemand op een mooie post gekregen, rivaal MR op kop. Als alle handen vuil zijn, zwijgt iedereen. Dat is een maffieuze structuur.

Natuurlijk is dit jammer voor die diensten zelf, die vaak bijzonder noodzakelijk werk afleveren voor kwetsbare burgers. Zij hebben deze schandalen niet verdiend. Meestal hebben zij ook de politieke bevoogding niet gevraagd, met bijhorend gegraai. Die voogden hebben voor zichzelf een soms lucratief extra loon geïnstalleerd, en zo publieke middelen afgeroomd. Dat is een maffieuze structuur.

De lawine stopt niet meer. Ze is nog maar net begonnen

Die structuur staat nu op instorten. Eindelijk. Het berouw komt te laat. Niet de inwisselbare poppetjes zijn het probleem, de structuur zelf is rot. De lawine stopt niet meer. Ze is nog maar net begonnen.

Geen enkel ander bestuur heeft het versluieren van macht zo verfijnd als dat in Brussel. Maar uniek zijn de Brusselse politici niet. Herinneren we ons bijvoorbeeld de Antwerpse ‘superschepen’ Koen Kennis (N-VA), die zijn niet onaardige wedde via een duizelingwekkend snoer van mandaten wist aan te vullen tot een nettoloon van meer dan 7.000 euro.

Net zoals zijn Brusselse collega’s meent meneer Kennis dat hij ‘recht’ heeft op die extraatjes van duizenden euro. Het attitudeprobleem reikt ver buiten de grenzen van de hoofdstad.

Misschien verdienen lokale bestuurders te weinig. Laten we het debat voeren over een hoger loon. Maar dan wel transparant en all-in, met een totaalverbod op extra’s.

De politicus die dat te min vindt, kan altijd vergelijken met een leerkracht. In het onderwijs is nu de examenperiode aangebroken. Niemand die er nog maar aan denkt een zitpenning of vergoeding te vragen per klassenraad of deliberatie. Neem daar eens een voorbeeld aan.