Direct naar artikelinhoud
review

Phil Collins keert terug uit pensioen, met stem, hits én wandelstok

Phil Collins keert terug uit pensioen, met stem, hits én wandelstok
Beeld EPA

Met de Not Dead Yet Tour staat het Britse popicoon Phil Collins deze maand voor het eerst in tien jaar terug op het podium. Tot grote ergernis ongetwijfeld van de ene, en nog grotere vreugde van de andere. Wij behoren tot het tweede kamp, en trokken gisteren naar Parijs.

Muzikanten zijn leugenaars. En veruit de enige muzikant die ooit tot dat besef is gekomen, is Phil Collins – auteur van een dozijn popklassiekers, en sinds kort ook van de autobiografie Not Dead Yet. Toen hij in 2004 zijn afscheidstournee aankondigde, noemde hij het zijn First Final Farewell Tour. Niet dat hij van plan was om nog ooit terug de hort op te gaan, maar in tegenstelling tot die ontelbare andere muzikanten die een afscheidstournee aankondigen (en dan uiteindelijk toch op hun woord terugkomen), moet hij gedacht hebben: je weet maar nooit.

Met de titel van zijn – bij deze vooralsnog – voorlaatste tournee dreef hij vrolijk de spot met zijn collega’s, en het moet zeker ook als een soort vergelding aangevoeld hebben, want als er de voorbije vier decennia iemand als pispaal diende van ‘serieuze’ muzikanten en dito muziekjournalisten, dan was het wel Phil Collins. Van Oasis, die hem zowat verantwoordelijk stelde voor de volledige jaren 80, tot David Bowie, die zijn eigen, soms wat cheesy output in die jaren 80 ooit omschreef als zijn ‘Phil Collins-jaren’. De broers Gallagher gaf Collins nadien lik op stuk – “onbeschofte boeren die niet zo getalenteerd zijn als ze zelf denken” – maar van Bowie bleef hij af. Die maakte er sowieso een spel van om in tv-interviews zo weinig mogelijk serieuze antwoorden te geven, en nadat hij voor die bewuste uitspraak in The Jonathan Ross Show applaus had gekregen en Ross hem zei “it’s okay, he hasn’t got any fans left”, antwoordde Bowie met “that’s terribly unfair”.

Collins heeft zowel solo als met Genesis een ontzagwekkend aantal straffe popsongs geschreven – toegegeven, ook een hoop stinkers

En dat was het ook. Collins heeft zowel solo als met Genesis een ontzagwekkend aantal straffe popsongs geschreven – toegegeven, ook een hoop stinkers – en als de afgelopen maanden één ding duidelijk werd, dan wel dat hij nog een flink aantal fans over heeft. Tickets voor zijn zéér korte Not Dead Yet Tour, die deze maand door Groot-Brittannië, Ierland, Frankrijk en Duitsland reist, vlogen zo snel de deur uit dat hij er gelijk nog één datum aan toevoegde: op 30 juni speelt Collins in Hyde Park in Londen zijn grootste concert ooit. Ticketprijzen gaan van 90 euro naar 800 euro.

Phil Collins in 1979. Al kon het ook een reactie zijn op wat Liam & Noel Gallagher later over hem zouden zeggen.Beeld x

Voor het geld moet hij het nochtans niet doen, ook al zaten we gisterenavond in Parijs voor 130 euro nog maar op het tweede balkon - supply and demand is a real bitch. Na Ringo Starr is Collins immers de tweede rijkste drummer ter wereld. (Ja, kids, Phil Collins is ooit begonnen als drummer bij Genesis, toen Peter Gabriel nog achter de micro stond. Nee, snobs, zoveel beter was Genesis toen niet.) Maar naar eigen zeggen was hij zich de afgelopen jaren steendood beginnen vervelen, dus waarom niet nog eens een paar concerten doen?

Of dat een goed idee was? Eerlijk: onze bucket list is daarmee aanzienlijk korter geworden, dus ons gaat u niet horen klagen. Of het ook een goed concert was? Ja. Maar.

Eerst het goede nieuws: die unieke stem, die ervoor zorgde dat zijn The Supremes-cover ‘You Can’t Hurry Love’ ver even populair werd als het origineel, is er nog steeds. Big time! Dat werd gisteren al meteen duidelijk tijdens het openingsnummer ‘Against All Odds’ – gelijk ook het eerste kippenvelmoment. Oké, het is waar: hij danste vakkundig om de té hoge noten heen, but give the guy a break: hij is 66, was nog maar net in zijn eentje het podium op komen manken – Collins is dezer dagen vrij slecht ter been – en zat de volledige set neer met een wandelstok bij de hand. Die hoge noten was het enige waarmee hij een beetje kón dansen.

Zijn unieke stem is er nog steeds. Big time!

En als dat allemaal zielig klinkt: dat was het allesbehalve. Doorheen zijn carrière kreeg de Brit geregeld het verwijt dat hij een glad typetje speelde, wat hij zeven jaar geleden ook enigszins toegaf. “Maar dat was uit onzekerheid”, vertelde Collins toen aan het Britse muziekblad Mojo. “Ik moest in de voetsporen treden van Peter Gabriel, en die had een soort mystiek over zich. Ik had niets van dat, en het is goed mogelijk dat ik daarmee, ter compensatie, soms wat heb overdreven. Meer nog: ik was bij momenten vlakaf irritant.”

Op zijn 66 heeft Collins echter nog maar weinig last van onzekerheid of prestatiedrang, wat maakt dat hij er een hele show comfortabel bij zat en ontnuchterende grapjes maakte in het Frans. Over zijn zestienjarige zoon Nicholas bijvoorbeeld, die tijdens de Not Dead Yet Tour (op een even imposante manier als zijn pa vroeger) achter de vellen zit en een paar jaar geleden eens door het volledige oeuvre van zijn pa zou zijn gegaan. “Hij vond één nummer goed. Eén!” Maar Collins lachte ook met zijn gezondheid, met het feit dat er van zijn laatste platen hooguit 25 exemplaren zijn verkocht en met het feit dat er een pauze in de show zat – “pour faire pipi”.

En als ook dat weer klinkt alsof een volle AccorHotels Arena (het vroegere Palais Omnisports de Paris-Bercy) gisterenavond naar een gezapige show zat te kijken: vergeet het! Bij songs als ‘Something Happened on the Way to Heaven’, ‘Come Dance with Me’, ‘Invisible Touch’, ‘Easy Lover’ en ‘Sussudio’ werd het dak er net niet letterlijk afgeblazen. Met dank aan een uitzinnig publiek en een leger muzikanten met wie Collins zich al decennia omringt, onder wie dus vier sterke blazers en de zeventigjarige Leland Sklar – zowat de coolste bassist ter wereld, op Bowie-favoriet Gail Ann Dorsey na uiteraard.

Leland Sklar, de op één na coolste bassist ter wereldBeeld rv

En dan was er natuurlijk ‘In the Air Tonight’, dat eerst de zuurstof in de zaal minutenlang afsneed en – mogelijk enkel in ons hoofd, al valt het niet uit te sluiten – vervolgens gans Parijs drie seconden tot stilstand bracht. Ja, díe drie seconden. Er zijn perfecte popnummers, en er zijn perfécte popnummers. En dan is er ‘In the Air Tonight’, wiens invloed vandaag blijft doorsijpelen in het werk van zoveel moderne popmuzikanten dat Rolling Stone – in het verleden niet altijd de grootste fan – hem drie jaar geleden nog smeekte om terug te keren uit pensioen.

Dat deed hij gisterenavond in de regel met verve, maar er staken ook – en dan nu het slechte nieuws – iets te veel verwaarloosbare slows in zijn set. Zoals ‘Seperate Lives’, “een hit in de jaren 80”, maar helaas ook een reminder aan hoe klef die jaren 80 soms klonken en waarom Collins, die toen werkelijk omnipresent was, daar zo vaak de schuld van kreeg. Zelfs een oud Genesis-nummer, ‘Follow You, Follow Me’, met bijhorende videomontage van de succesjaren van de band kon het eerste deel van de set – voor hij pipi moest gaan doen – niet helemaal redden. Maar in het tweede deel schakelde Collins vlot naar Motown-versnelling, en tegen het einde van het optreden – hij sloot af met het verrukkelijk dramatische ‘Take Me Home’ – kon je haast lijfelijk voelen dat er die avond in Parijs iets in de lucht had gehangen. Oh, Lord. Of in de woorden van Phil Collins: “Sacrebleu!” 

Naast de autobiografie Not Dead Yet, zijn sinds kort ook alle albums van Phil Collins opnieuw uit - remastered, vanzelfsprekend ook op vinyl, en met nieuwe hoezen. Er prijkt nu telkens het hoofd op van een 66-jarig popicoon.

Phil Collins keert terug uit pensioen, met stem, hits én wandelstok
Beeld rv