Met een spijkerbom, zoals ook de daders van de aanslagen op 22 maart in de metro en op Brussels Airport gebruikten, wilde de terrorist zo veel mogelijk slachtoffers maken in het station Brussel-Centraal. Maar dat is gelukkig niet gelukt. Hij werd uitgeschakeld door militairen die het station bewaakten.

BEKIJK OOK. Zo verliep de terreuraanslag in Brussel-Centraal

Oussama Zariouh, die door buren formeel herkend werd op foto, is afkomstig uit Sint-Jans-Molenbeek, waar dinsdagnacht al huiszoekingen plaatsvonden en spullen in beslag zijn genomen. Uit die huiszoeking is gebleken dat Zariouh daar waarschijnlijk de bom heeft gemaakt, zo meldt het Federaal Parket. “Er werden namelijk zowel chemische stoffen als materiaal aangetroffen dat kan dienen om explosieven te maken.”

Sympathieën voor ISIS

Daarnaast zijn er volgens het Federaal Parket ook aanwijzingen dat Zariouh sympathieën had voor terreurorganisatie ISIS. Maar of hij ook echt gelinkt kan worden aan ISIS of dat het gaat om een zogenaamde ‘lone wolf’ zal nog moeten blijken. Het gerecht gaat er alleszins voorlopig van uit dat hij bij de aanslag van dinsdagavond geen hulp kreeg en dat hij dus alleen heeft gehandeld.

“Vriendelijke man”

Ook woensdagochtend vonden nog huiszoekingen plaats aan de Louis Mettewielaan in Sint-Jans-Molenbeek. Daarbij was ook de ontmijningsdienst van het leger aanwezig.

Buren omschrijven hem als een vriendelijke man. Hij woonde, voor zover bekend, alleen.

Oussama Zariouh zou afkomstig geweest zijn uit Nador, een Riffijnse stad in het noordoosten van Marokko gelegen in het Rifgebergte. Hij was bij de Belgische politie gekend, maar niet voor terrorisme of radicalisering. Hij stond ook niet op de Ocad-lijst met geradicaliseerden.

Op het moment dat hij het station binnenkwam, had hij een donkere jeans en een wit hemd aan. Dat is te zien op beelden van bewakingscamera’s. Volgens getuigen viel hij zeker niet op.

Stationschef Jean-Michel Michel en nog andere getuigen hoorden hoe de man verschillende keren ‘Allahu Akhbar’ riep. Kort daarna kwam hij oog in oog te staan met militairen die hem uitschakelden.

De dader had, zo zegt Eric Van der Sypt van het Federaal Parket, geen andere wapens bij zich.

Weer uit Molenbeek

Dat de dader uit Sint-Jans-Molenbeek komt, is niet toevallig. De Brusselse gemeente wordt al langer omschreven als een broeihaard voor terreur. Toch woont hij hier pas sinds 2013.

Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) zegt daarover: “Ik kan niet bevestigen dat er een link is met Molenbeek. Maar die situatie is al tientallen jaren gekend, dat kun je niet op tien maanden oplossen.”