Dat veel Belgen kreunen onder de stress en sommigen eronderdoorgaan, is duidelijk. In vijftien jaar tijd is het aantal Belgen dat langer dan een jaar ziek thuis zit met 80 procent gestegen. In 2015 ging het al om meer dan 122.000 mensen. Een derde daarvan heeft psychosociale of mentale problemen, zoals een burn-out. Met twee nieuwe voorstellen hoopt Peeters het aantal burn-outs bij werk­nemers terug te dringen.

Ten eerste vraagt hij aan de sectoren om met ­bestaande middelen een gezamenlijke pool van stress- en burn-out coaches in te schakelen. Daarnaast vraagt de vicepremier de sociale partners zich te buigen over het “recht op decon­nectie”, ofwel: het recht om tijdens je vrije tijd onbereikbaar te zijn.

Nieuw is het idee van Peeters niet. Hier in België gebruikt het personeel van warenhuisketen Colruyt ook buiten de winkels een prikklok. Eenmaal uitgeklokt, wordt niet langer verwacht dat ze mails of telefoons beantwoorden.

Ondernemersorganisatie VBO is niet enthousiast. “Wat ons betreft, zijn verplichte afspraken geen optie”, zegt gedelegeerd bestuurder Bart Buysse.

Het VBO waarschuwt ook voor een averechts effect. Wie zelf liever ’s avonds werkt, zou gefrustreerd raken als net dan geen mails meer binnenkomen. Het blokkeren van bepaalde uren heeft daarom inderdaad weinig zin, zegt professor arbeidsgeneeskunde Lode Godderis (KU Leuven). “Autonomie is net een buffer tegen burn-outs.” Maar dat neemt niet weg dat bedrijven op zijn minst duidelijkheid ­moeten scheppen. “Spreek af met een werknemer wanneer die het werk écht on hold zet. Wie op zijn vrije tijd beknibbelt en ’s avonds mentaal niet opgeladen raakt, eindigt met lege batterijen.”