Direct naar artikelinhoud
Column

De generositeit van Leopold II was een in bloed gedrenkte vrijgevigheid

Matthias Somers, medewerker denktank Minerva.Beeld Jef Boes

Matthias Somers is filosoof en wetenschappelijk medewerker van de progressieve denktank Minerva. Zijn wisselcolumn met Yasmien Naciri verschijnt wekelijks.

Van het Koninklijk Domein in het noorden tot het Dudenpark in het zuiden, van de Basiliek van Koekelberg in het westen tot het Jubelpark in het oosten, kreeg Brussel vorm onder en door Leopold II. Hij drukte zijn stempel op de hoofdstad, die een afspiegeling moest zijn van de statuur die hij zichzelf toedichtte, machtig en imposant. En niet alleen Brussel; heel België was het schetsblad waar de koning zijn grootsheid op uittekende. Oostende kreeg de Koninklijke Gaanderijen, Antwerpen een treinstation dat de reiziger met verstomming moest slaan om zijn nietigheid tegenover Belgiës rijkdom, een kathedraal gewijd aan handel, nijverheid en kapitaal, een monument ter ere van Belgiës nieuw verworven status als wereldmacht. Dankzij Leopold, die niet te beschroomd was om zijn initialen in het groot te laten verwerken in het bouwwerk – opdat wij niet zouden vergeten.

Wij zijn het vergeten. België is een land zonder verleden.

Ons gebrek aan patriottisme is maar al te vaak een handigheidje om ook de donkerste bladzijden uit onze geschiedenis niet te moeten lezen

Of beter: ons gebrek aan patriottisme is maar al te vaak een handigheidje om ook de donkerste bladzijden uit onze geschiedenis niet te moeten lezen.

De generositeit van Leopold II was immers een in bloed gedrenkte vrijgevigheid, zijn bouwwerken zijn monumenten van nietsontziend geldbejag, odes aan de rijkdom die te verwerven viel als men maar meedogenloos durfde te zijn. En Leopold was meedogenloos, en wij met hem. Zijn project, zijn kindje, zijn Congo-Vrijstaat die België zijn rijkdom schonk, kostte aan naar schatting tien miljoen Congolezen het leven. Tien miljoen Congolezen de dood ingejaagd door uitbuiting en represailles, opdat het rubber zou blijven vloeien, Leopolds fortuin zou blijven aangroeien, Belgiës opgang in de vaart der volkeren niet te stuiten zou zijn. Tien miljoen Congolezen die de dood vonden, dat is zowat het dubbele van de bevolking van België in 1880, toen Leopold Congo naar zich toe trok. Tien miljoen Congolezen, dat is meer dan een achtste van de huidige bevolking van Congo, gestorven in de koortsdroom van een koning. De vroege Belgische geschiedenis van Congo is een horrorverhaal geschreven in rubber.

Standbeeld van Leopold II in Oostende.Beeld Bob van Mol

En toen begon het grote vergeten.

Congo-Vrijstaat werd Belgisch Congo, de rubberplantages werden afgelost door de Société Générale en haar Union Minière, Congo's rijkdommen bleven naar België vloeien, maar wat er daar precies gebeurd was, dat hoefden we niet te weten. Geef ons ons geld, en vergeetachtigheid.

Vrijdag viert Congo onafhankelijkheid

We kunnen ons niet beroepen op belforten en kathedraalgewelven, op Van Eyck, Rubens en Van Dyck, we kunnen niet pronken met de fraaiste bladzijden in onze geschiedenis en vervolgens onze handen aftrekken van de misdaden begaan in Congo, alsof wij daar niets mee te maken hebben. De rijkdom die Congo ons schonk, is overal rondom ons zichtbaar. Nergens, echter, is een plaats gegeven aan een van de grootste misdaden tegen de mensheid. Het standbeeld van Leopold II staat nog steeds te pronken voor het Koninklijk Paleis in hartje Brussel – en moet daar blijven staan. Maar tien miljoen doden die tot onze Belgische geschiedenis behoren, dat behoeft een monument, een herdenkingsplek in verhouding tot de misdaad. België mag niet vergeten.

Tien miljoen doden die tot onze Belgische geschiedenis behoren, dat behoeft een monument

Vrijdag, 30 juni, viert Congo zijn onafhankelijkheid. België kan tonen dat het niet wil vergeten, dat het weet dat het niet mag vergeten.