Half miljoen Syriërs naar huis, maar situatie blijft onveilig

De vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties UNHCR signaleert een opmerkelijke toename van het aantal Syriërs die opnieuw hun huis opzoeken. Meestal willen ze nagaan wat er van familie of bekenden is geworden, of willen ze de staat van hun woning controleren.

Het gaat in hoofdzaak om mensen die andere oorden hadden opgezocht binnen de grenzen van Syrië: de zogenaamde “intern verplaatste personen”. Daarvan zijn er dit jaar al 440.000 naar hun eigen woonplaats en huis teruggekeerd. Van de miljoenen “vluchtelingen” in strikte zin -mensen die naar een buurland zijn gevlucht- zijn er in 2017 nog maar 31.000 teruggekeerd. De terugkeerders worden vooral gesignaleerd in Aleppo, Hama, Homs en Damascus. 

Dat alles lijkt te wijzen op een wezenlijke verbetering van de veiligheid en rust in steeds grotere gebieden van Syrië. Toch is dat niet altijd de reden waarom mensen de terugkeer aanvatten, zegt UNHCR. Doorgaans willen ze zich in eerste instantie vergewissen van het lot van verwanten of kennissen, of nagaan of hun huis nog bewoonbaar is.

UNHCR vindt de trend bemoedigend en maakt zich klaar om de hulpverlening in Syrië uit te breiden. Toch blijft de organisatie voorzichtig. De veiligheid is in veel gebieden nog lang niet gegarandeerd, en heel wat plaatsen blijven te weinig toegankelijk voor hulpverleners. De infrastructuur is zwaar vernield, water- en voedselvoorziening schieten tekort en ook de gezondheidsdiensten hebben zwaar geleden onder het conflict. 

Ondanks de schijnbaar bemoedigende terugkeertrend, waarschuwen de VN daarom voor overdreven optimisme. Een grootschalige en algemene terugkeer van de zowat 5 miljoen Syrische vluchtelingen die in de buurlanden verblijven, is nog niet meteen aan de orde.

Meest gelezen