“Mijn taak is normaal om Nacer zo lang mogelijk bij te staan onderweg”, legt Claeys uit. “Hem uit de wind houden, af te zetten vooraan op beklimmingen, hem te voorzien van eten en drinken onderweg. In de Dauphiné was dat ook mijn opdracht en dat is me daar goed gelukt. Al is het wel zwaar en valt het bij de buitenwereld niet op wat je doet, het is wel een taak die van belang is voor een sprinter. Ik kan me daar perfect in schikken in deze Tour. We willen allemaal dat Nacer een rit wint.”

“Cofidis heeft niet echt een sprinttrein”, vervolgt Claeys. “Toch niet zoals Quick-Step Floors of Lotto Soudal. Nacer is een sprinter die zich een weg baant in het slot, hij kan zijn plan trekken in de laatste kilometer en het is aan ons, zijn ploegmaten, om hem zo ‘economisch’ mogelijk in dat slot te krijgen.”

Voor Claeys worden het zijn eerste kilometers in de Tour de France. “Ik ben enorm blij dat ik er bij ben”, klinkt het. “Ik wist al een tijdje dat ik me moest klaar houden om de Tour te rijden en in de Dauphiné kreeg ik die zekerheid. Sindsdien is het aftellen naar de start. Van mij mag het nu gaan beginnen. De presentatie donderdag was al enorm, de Tour is gewoon een groots spektakel. Je kan het met geen enkele andere koers vergelijken.”

“Ik probeer er zo rustig mogelijk onder te blijven en houd één ding voor ogen: proberen een rit te winnen met Nacer. Al de rest is leuk meegenomen. Ik moet gewoon kalm blijven en mijn werk doen voor hem. Hij zal het niet gemakkelijk hebben, de concurrentie is groot, maar hopelijk lukt het ons en zelf hoop ik persoonlijk echt dat ik de Tour kan uitrijden. Je wil als renner toch Parijs halen, dan pas kan je jezelf echt renner noemen.”