Direct naar artikelinhoud
Boekenrecensie

Voor Noam Chomsky zijn de VS de bron van alle kwaad

Noam Chomsky.Beeld EPA

'Wie regeert de wereld?', luidt de originele titel van het pas vertaalde De Chomsky Papers. Het antwoord ligt niet voor de hand. De VS zijn nog altijd de dominante supermacht, maar die macht is in verval, meent Noam Chomsky. En net dat maakt haar nog gevaarlijker.

Noam Chomsky is een fenomeen. Hij staat bekend als de vader van de moderne linguïstiek en een pionier van de cognitieve wetenschap. Daarnaast was en is hij een politieke activist en auteur van een honderdtal boeken en nog veel meer artikels. Kritiek op de Amerikaanse buitenlandse politiek en media is zijn hoofdthema. Hij wordt veel gelezen, wereldwijd. Door de enen wordt hij op de handen gedragen, door anderen verguisd. The Observer noemde hem 'the world's greatest public intellectual', Der Spiegel dan weer 'de ayatollah van de anti-Amerikaanse haat'.

Star quality

De star quality van de auteur is vermoedelijk de reden waarom EPO de titel van het boek veranderde in De Chomsky papers (eerder gaf EPO al De essentiële Chomsky en drie andere Chomsky-boeken uit). Het boek is een verzameling van eerder gepubliceerde essays, waarvan het oudste dateert van 1966. Helaas heeft de auteur geen poging ondernomen om lang geleden geschreven essays te actualiseren of om de herhalingen die in hoofdstuk na hoofdstuk opduiken, te schrappen.

Het boek verscheen in het Engels in 2016. EPO's versie bevat een nawoord, geschreven na de verkiezing van Trump. Chomsky verwacht uiteraard dat die het nog veel erger zal maken. De feiten geven hem gelijk. Trump lijkt vastbesloten om de opwarming van de planeet te versnellen, de bewapeningsuitgaven drastisch te verhogen, de belastingen van de rijksten te verlagen en te besparen op de rug van de armen, de ouderen en de zieken.

Wat dat laatste betreft, krijgt hij nog wat tegenwind, maar de noodzaak om nog meer uit te geven om Amerika's militaire suprematie te handhaven wordt in het Congres niet ter discussie gesteld. De bereidheid van de bevolking om de nodige offers daartoe te brengen, steunt op een brede aanvaarding van de premisse dat de Amerikaanse militaire macht een noodzakelijke en goedaardige rol speelt in de wereld. De wijsheid van een militaire interventie mag worden betwijfeld, maar niet de goede bedoelingen. Het is die mythe die Chomsky onderuitschopt.

De schaalvergroting van de economie, de IT-revolutie en andere ingrijpende veranderingen spelen geen rol in Chomsky's verhaal

Zo contrasteert hij de bewering dat de Amerikaanse buitenlandse politiek zich tot doel stelt om vrijheid en democratie te verspreiden met vele voorbeelden die net het omgekeerde tonen. Washington steunt een democratisering als die de belangen van het Amerikaanse kapitaal dient, zo toont hij aan, maar als dat niet het geval is, aarzelt het niet om verkozen regeringen omver te werpen en dictators te steunen. Verkiezingen worden geprezen, maar als een bevolking 'verkeerd' kiest, zoals de Palestijnen in Gaza, dan wordt ze daarvoor gestraft.

Gruwel

Terwijl hij de vele Amerikaanse militaire interventies overloopt, fileert Chomsky de hypocrisie van de propaganda die ze begeleidde. Achter de humanitaire slogans schuilt vaak een kille onverschilligheid voor de gruwelijke gevolgen voor de burgerbevolking. Hij hekelt de verloedering van het woord 'terrorisme', dat nu in heel de wereld gebruikt wordt om de acties van vijanden te beschrijven, maar niet die van bondgenoten.

Washington gaf het voorbeeld toen het de bomaanval op de kazerne van de Amerikaanse mariniers in Beiroet in 1983 terrorisme noemde, maar de slachtpartij die kort daarvoor met de steun van Israël plaatsvond in Sabra en Shatila niet. Nochtans was het doelwit in het eerste geval militair en in het tweede de burgerbevolking. De vervaging van dat onderscheid is gevaarlijk, omdat ze aanslagen op de burgerbevolking even legitiem maakt als acties tegen militaire tegenstanders.

Aan selectieve verontwaardiging wijdt Chomsky een heel hoofdstuk. De wijze waarop gebeurtenissen worden voorgesteld in de media, vormt en misvormt onze kijk op de wereld. Ook onze eigen mainstream media laten zich vaak leiden door de selectieve woede van Washington. Chomsky geeft daar treffende voorbeelden van.

Handlangers of slachtoffers

Chomsky wil een globaal portret schilderen, maar slaagt daar niet echt in. Door zijn focus op het Midden-Oosten, Europa, Rusland en Oost-Azië, blijft de rest van de wereld buiten zijn gezichtsveld.

Voor hem lijkt er maar één imperialistisch land te bestaan. De Verenigde Staten zijn de enige boosdoener, de rest zijn handlangers of slachtoffers. De misdaden van anderen ziet hij niet.

Volgens Chomsky wordt het wereldgebeuren gedreven door politici. Hij ziet enkel Washington, in dienst van een superrijke, hebzuchtige elite. De onderliggende omwentelingen in de economie en de samenleving blijven buiten beschouwing. De schaalvergroting van de economie, de IT-revolutie en vele andere ingrijpende veranderingen spelen geen rol in zijn verhaal.

Chomsky wrijft het zand uit onze ogen, dat er door de propaganda is ingestrooid

Ingewikkeld maakt hij het niet. De globalisering reduceert hij tot "de bewuste, zelfgekozen ondermijning van eigen krachten" (van de VS). De eindeloze crisis van het Midden-Oosten is de schuld van het Sykes-Picotverdrag (1916), dat artificiële grenzen creëerde, plus het Amerikaanse imperialisme, en daarmee is de kous af. Chomsky's analyse blijft oppervlakkig. Hij ontmaskert "the good guys", ze blijken "the bad guys". De rollen zijn omgekeerd. De "baddest" van al is de Republikeinse partij, "de gevaarlijkste organisatie uit de wereldgeschiedenis", want ze "heeft zich tot doel gesteld zo snel mogelijk elke vorm van georganiseerd menselijk leven op aarde te vernietigen".

Noam Chomsky, De Chomsky Papers, EPO, 352 p., 24,95 euro.Beeld RV

Dit boek is een aanklacht, een polemiek. Maar een diepgravende analyse van de oorzaken van de huidige ellende is het niet, en evenmin biedt het een perspectief om eruit te geraken. Toch is het het lezen waard. Chomsky wrijft het zand uit onze ogen, dat er door de propaganda is ingestrooid.