Direct naar artikelinhoud
Ronde van Frankrijk

Met Josse De Pauw in Frankrijk: "Ik vind dat er te weinig beschaafd gepraat wordt"

Josse De Pauw op het terras van Brasserie de l’Eglise in de Morvan.Beeld Diego Franssens

Buurvrouw Paquita noemt hem ‘la statue’ omdat ze Josse De Pauw (65) in zijn huisje in de Morvan altijd aan tafel ziet zitten met een boek. Zo leest en kijkt hij de uren weg. Ouder worden gaf wat meer rust. Minder twijfel ook? "Integendeel", zegt de acteur. "Ik herken steeds beter de charlatan in mezelf, en die moet ik niet."

Vanaf het terras zien we beneden in de wei charolais-koeien grazen, gedachteloos wachtend op het lot dat nu gemarineerd op ons bord ligt. Het is goed dat je het beest dat je opeet, niet kende. Het is 6 juli en lager in Chaumard zagen we een kajak op het water dat een stuwmeer is om de Seine te reguleren. Onder dat meer liggen oude gehuchten. “In deze streek heeft niemand een goed woord voor de Duitsers en voor de Parisiens”, zegt Josse De Pauw. “In de bossen schuilde de Maquis (verzets­beweging in WOII, red.), tot ze verraden werden en uitgemoord. Niemand is de oorlog vergeten. En ‘die van Parijs’ komen hier bossen kappen voor hun stoof en zetten de streek onder water om zelf droog te blijven. Na de grote overstroming van Parijs in 1910 werden een paar van die stuwmeren aangelegd. Dit Lac de Pannecière was er een van.”

Toen een paar jaar geleden het meer voor herstellingen aan de stuw drooggelegd werd, konden de oude Chaumardois wandelen door de straten waar zwart geloogde wilgen stonden, langs ingezakte huizen en over bruggetjes die, bij laagwater, nog weleens komen piepen. “We gingen kijken en dat was touchant, maar onze buurman Gerard wilde het niet zien. Hij kon het niet aan.”

'De vrouwen uit deze streek waren bekend om hun moedermelk. Zelfs tot in Japan gingen ze melk geven'
Josse De Pauw

Voedstermoeders

Een paar begrippen: het gehucht heet Les Quatre Vents, het dorp dus Chaumard, het departement Nièvre, de streek Morvan. Het is Bourgogne, maar wijn ligt enkel in Josses kelder: “In deze

granietbodem geen druiven.” Er zijn de charolais-koeien, traditioneel waren er houtvesters en dans le temps had je de ‘nourrices du Morvan’. “De vrouwen uit deze streek waren bekend om hun moedermelk. Zelfs tot in Japan gingen ze melk geven. Terwijl de mannen op de boerderij werkten, zoogden de vrouwen de wereld.”

'Had ik dit vroeger moeten doen? Ik weet niet of ik het toen gekund had. Ik was een gepatenteerde stadsmens'
Josse De Pauw

Belangrijkste stad van de Morvan is Château-Chinon. Daar werd François Mitterrand geboren. Een dag later zegt Josse daar dit over: “Dit is een arme streek die helemaal ten prooi kon vallen aan het Front National. Dat zou je die mensen zelfs niet kwalijk kunnen nemen. Maar zelfs dán speelt de oorlog nog: ze zijn toch bang, en velen stemden bij de presidentsverkiezingen voor Mélenchon als tegengewicht voor Le Pen. Natuurlijk vond ik het na de tweede ronde een opluchting. Als je hier woont, blijf je een buitenlander en politiek gezien zou je al niet meer welkom zijn. Macron komt zeker uit een andere wereld, ik denk niet dat hij weet hoeveel werk er te doen is, ik vrees dat hij deze streek niet eens kent. Je kunt alleen hopen – en ik vind zijn keuzes bemoedigend – dat hij voldoende mensen met een sociale reflex rond zich verzamelt om dit land weer in goede banen te leiden.”

Het doet hem plots denken aan president De Gaulle: “Hoe kun je één natie maken van een volk dat 365 verschillende kazen maakt, zei die. (glimlacht) Hij had gelijk! In Epoisses maken ze époisses, in Pont-l’Evêque pont-l’évêque.”

Soirée américaine

Hoe kom je in dit vlekje, Les Quatre Vents, een paar huisjes op een heuvelrug waar buren Gerard, Raymonde en Paquita (“Zij is de maman van Les Quatre Vents, een Spaanse die als kind tijdens de oorlog naar Mexico verhuisde en toen ze 17 was hier belandde en trouwde met de filosoof van de berg”) heten? Waar één keer per jaar een soirée américaine gehouden wordt, een grote gele truck stopt dan in het dorp, er is eten, muziek en een striptease en dan weer naar huis. Er is eigenlijk niks.

“Mijn buurman is Tom Jansen (Neder­landse acteur, RVP) die ‘geen huis in Frankrijk wilde’, maar hier met zijn toenmalige vriendin passeerde en een huisje kocht. Vijftien jaar geleden kwam ik voor het eerst op bezoek. Ik kwam in de ban van het landschap. Dan huurde ik het huisje naast Tom en tien jaar geleden kocht ik dat. Dat was gek: in België kon ik niet eens een appartement kopen, hier een huis.”

Het rendeert, maar in het soort rendementen die rijmen op sentimenten en niet op centen. “Ik schrijf hier. Ik bereid stukken voor. Vorig jaar zat ik hier zeven maanden. Had ik dit vroeger moeten doen? Ik weet niet of ik het toen gekund had. Ik was een gepatenteerde stadsmens. Toen ik 18 was, koos ik voor het Conserva­to­rium om in Brussel te kunnen wonen. Ik wilde in de stad zijn. Ik ben door de stad gevormd. Ik had toen niet op de goede manier kunnen genieten van de niksigheid.”

'Als je een lief had, zag mijn moeder het. Ze wilde mee in het complot zitten'
Josse De Pauw

Opstaan, koffie, lezen, schrijven, koken, kijken, leren: in 2016 was dat zeven maanden hier zijn leven. Af en toe reed hij voor een dag of tien naar Antwerpen terug. Soms kwam zijn vriendin Kristien De Proost, zelf actrice, een maandje.

Maar meestal dus alleen. “Ik kan een dag en een nacht lezen.

"Ik voel dat ik met dit land iets heb. En ik heb er een goeie touche in theater."Beeld Diego Franssens

De graaf van Monte-Cristo van Dumas is een boek dat als een feuilleton geschreven is, met cliffhangers, dat ik hier en niet thuis kon lezen. 2666 van Bolaño ook. Nu ben ik in Een zuil van rook van Denis Johnson bezig. Daarmee zit ik al een paar dagen in Vietnam, terwijl ik gewoon op mijn terras in de Morvan kan blijven.” Hier ontstonden De Mensheid, De Helden en De Blinden. Een boek, opvolger van Werk en Nog, moet wachten.

Dit jaar is anders. Samen met Kristien kwam Josse een paar dagen terug voor het eerst naar Chaumard, ze zouden wat blijven, maar een overlijden in de familie kort dit verblijf in. Overmorgen rijden ze weer naar huis. Het is een jaar van veel spelen, drie stukken tegelijk, daar kijkt hij naar uit. Eind augustus plannen ze nog een dag of veertien hier. En dan de winter. “Met kerst en Nieuwjaar zit ik hier. ’s Avonds zie je wat vuurwerk van achter de bomen in de vallei komen. ’s Morgens drink ik op mijn terras koffie in mijn onderbroek.”

Caravelair

Josse De Pauw is het kind uit Asse van “een selfmade man die zich bij de ASLK had opgewerkt en naar de bibliotheek ging omdat hij ‘wou weten’” en een moeder die een “sociaal beest, een heel genereuze vrouw” was. Of is: ze is 89 en komt nog altijd kijken naar zijn stukken.

“Als je een lief had, zag ze het. Ze wilde mee in het complot zitten. We gingen op vakantie naar Frankrijk, met de caravan, een Caravelair, naar Fréjus en het meer van Annecy. Bij de camping ging mijn moeder eerst de toiletten inspecteren. Als die oké waren, gingen we staan. Ik vond dat gezellig. Moeder kookte, er werd wat wijn gedronken, daar worden ouders vrolijk van. ‘Hoeveel graden is die wijn’, vroeg ze dan? ‘12, moeke.’ En zij dan: ‘Dat was precies toch meer, ik moet wat gaan liggen.’ En wij moesten de afwas doen. Toen ik later met Radeis ging reizen, was Italië een tijd mijn lievelingsland. Maar dat is het niet gebleven.

'Soms gebeurt er niks in de zaal en dat is niet fijn. Ik heb liever dat de mensen het niet graag gezien hebben, dan dat ze niet reageren'
Josse De Pauw

“Ik voel dat ik met dit land iets heb. En ik heb er een goeie touche in theater. Hier speel ik het ook allemaal in het Frans, met een accent, dat vinden ze exotisch. Taal is nochtans niet alles. Met An Old Monk gingen we toeren in de Baltische staten en die mensen zijn zo blij dat je komt. De honger is zo groot, je kunt hen inpalmen. En als dat lukt op plaatsen waar ze Josse De Pauw niet kennen, krijg je applaus om wat je gedaan hebt. Niet omdat je bestaat. Zelfs in São Paulo, waar ze muziekgek zijn en waar je weet dat Kris (Defoort, RVP) niet moet proberen rare samba te spelen op zijn piano want zij kunnen dat beter, lukte het. Soms lukt dat inpalmen niet en dan doet dat pijn. Waaraan dat ligt, weet ik niet. Soms gebeurt er niks in de zaal en dat is niet fijn. Ik heb liever dat de mensen het niet graag gezien hebben, dan dat ze niet reageren.”

Soms zit moeder in de zaal, dat weet hij dan, maar eens op scène niet meer. Iets kan haar ‘emballeren’. “De Sleutel, bijvoorbeeld, dat ik met Fumiyo (Ikeda, danseres bij Rosas en jarenlang zijn vrouw, RVP) maakte na de scheiding. Waarom precies dat? Ik weet dat niet. We verkijken ons vaak op wat mensen graag zien. Zeker in live­performance. Dan speelt toch ook mee hoe en na welke dag iemand de zaal binnenkomt.

“Voor ze ons hadden, waren mijn ouders actief in het liefhebberstoneel. Maar dat hebben wij nooit geweten. Vader kon wel vallen voor schilderijen. Omdat we het geld er niet voor hadden, lijmde hij reproducties op blokplaten en hing die op. Een vlammend korenveld van Maurice de Vlaminck, bijvoorbeeld. Hij had ook respect voor boeken. Al vroeg gaf hij me Jack London, in het Engels.”

Melkweg kijken

Op een dag, hij was 18, reisde Josse met een vriend naar Marseille. Die bleef daar, maar hij stapte op de boot naar Algerije. “Dat is een belangrijke reis geworden. Ik vertrok wild, niet met volle goedkeuring van mijn ouders. Als ik had gezegd dat ik naar Duitsland ging, terwijl die gasten ons nog niet zo lang geleden bezet hadden, had ik geld meegekregen. Algerije werd door iedereen afgeraden. De ‘gastarbeiders’ kwamen van daar. Maar ze wisten ook dat ze me niet konden tegenhouden.”

'Kinderen die nu opgroeien met militairen in het straatbeeld, zullen straks angstig zijn als ze er niet meer zullen staan'
Josse De Pauw

In zijn herinnering was hij er drie maanden. “Al twijfel ik soms aan mijn herinnering.” Maar niet aan deze: “Op de boot geraakte ik in gesprek met een kerel. We zouden laat aankomen, hij zei me mee te komen naar zijn huis, we reden lang tot we aan een muur kwamen met enkel een deur erin. Ik moest alleen de taxi betalen. Binnen kwam ik plots bij Ali Baba en de Veertig Rovers terecht. Ik kreeg een bed met een muskietennet, ik sliep onder de sterrenhemel van Algiers en zag voor het eerst de melkweg. ’s Morgens stond er een dienstbode voor me klaar. Later ben ik te weten gekomen dat ik de gast was van de directeur van de hippodroom van Algiers en eigenlijk was dat confronterend. Ik had angst toen ik die muur zag, maar plots bleek ik ongelooflijk gastvrij behandeld te worden.”

La leçon? “Angst is niet slecht. Het laat ons overleven. Een gezonde alertheid is goed. Maar het is onzin een cultuur die je niet kent, te willen lezen. Of denken dat je weet hoe ze zijn. Zo worden bruine mensen zwarte beesten en dan kun je niet meer openstaan. Ik hou echt mijn hart vast. Kinderen die nu opgroeien met militairen in het straatbeeld, zullen straks angstig zijn als ze er niet meer zullen staan.”

Buitenwipper

Het gordijn is dichtgetrokken boven de Morvan. De Dienst van Toerisme heeft ergens de cd met krekels opgezet. “Al weet ik soms niet meer of ik die krekels echt hoor, of dat het door mijn hoge bloeddruk is dat ik dat lawaai in mijn kop hoor.” De koe is op, de aardappelen die een uur in le diable gaar werden ook, de wijn is nog altijd heerlijk en voor het dessert probeert de brie van de kaasplank af te zwemmen. Hij lijkt straf, maar is zacht: alweer een angstig vooroordeel weggeslikt. Lekkerder was brie nooit. “Daar heb ik nu al dat andere eten voor doorstaan om dit kaasje te kunnen eten”, zegt de acteur, die dat goed speelt. Het glas water slaat hij af. “W.C. Fields zei: ‘I don’t drink water, fish fuck in it.’”

'Zelf heb ik nooit aan sport gedaan. Voor mij is elke dag toch een beetje feest en dat is het al 45 jaar'
Josse De Pauw

Hij is dankbaar voor zijn lichaam. “Ik ben geen sportmens. Ik vind sport saai en zelfs lelijk om die afgepeigerde mensen te zien. Kristien is met gezonde voeding bezig en gaat soms lopen. Dan komt ze als een stralende aardbei terug thuis, maar zelf heb ik nooit aan sport gedaan. Voor mij is elke dag toch een beetje feest en dat is het al 45 jaar. Je kunt vriendelijker zijn voor je lichaam, maar ik denk dat ik een goed gestel heb.”

Via dat lijf zitten we in Antwerpen, zo vreemd kan de avond lopen. Maar het komt door die leeftijd en hij vertelt dat het wel goed is dat hij als man van 65 niet meer in Brussel woont. “Ik zou nog te graag in de Lord Byron of de Cobra zitten, maar van te veel whisky moet ik nu een dag recupereren. In Antwerpen is die verleiding minder groot. In de RoodWit (een café in Berchem, RVP) zit ik graag en terwijl we praten, vullen we het cryptogram in de gazet in, het is er bijzonder gezellig, maar ik ga er op tijd naar huis.”

(Lees verder onder de foto.)

Buitenwipper
Beeld Diego Franssens

Hij kwam er toevallig. Veel spelend in het Toneel­huis huurde Josse, eerst samen nog met zijn Chaumard-buurman Tom Jansen, een appartement als pied-à-terre. “Na mijn scheiding was het logisch dat ik daar ging wonen. Het is niet mijn stad, dat is nog altijd Brussel, en Bart De Wever is niet mijn burgemeester. Je kunt níét voorzitter zijn van N-VA en dus die kiezers naar de mond praten, én burgemeester zijn. Want die moet er voor iedereen zijn. Dat is hij dus niet. Maar natuurlijk zijn de verhalen uit Brussel ook niet fraai. Michel Demaret (Brussels burgemeester van ’93 tot ’94, RVP) heb ik nog gekend als portier in dancing La Frégate. Als burgemeester was hij ‘Monsieur 10%’: alles was te regelen, als hij maar 10 procent opstreek. Freddy Thielemans was slimmer, maar hij was te veel in de ban van de Brusselse zwans. François-Xavier De Donnea had wel een zekere klasse, maar hij leefde niet tussen de mensen. En wat ik nu hoor, is natuurlijk vreselijk. Die stad heeft zo’n potentieel, je moet alleen de juiste mens vinden om ze te leiden. En je moet een oplossing voor die 19 gemeenten vinden.”

Zevenslaper

We gaan die vanavond niet vinden en ook niet zoeken. Josse vertelt over de zevenslaper, een soort muis, die ze hier weleens zien. “Dat beest heeft het geweldig voor elkaar. Doet een winterslaap van zeven maanden, zegt dan één keer fwiet, en daar is het vrouwtje al om te vogelen.”

'Film is eigenlijk te groot voor mij. En je hebt als acteur niks te zeggen'
Josse De Pauw

En zo zitten we makkelijk bij zijn zeven maanden in 2016. Die ene fwiet, ja, maar toch vooral bij het schrijven van onder meer De Mensheid, en dus bij acteren. Ruim zeventig films staan op zijn palmares (“Daar staan er misschien vier of vijf nog altijd van recht”), volgend jaar komt er nog eentje bij. De Deense regisseur Thomas Vinter­berg (Festen! Submarino! Jagten!) vroeg hem voor Kursk, een film over de ramp met de Russische onderzeeër waarin 118 mensen het leven lieten in 2000. Een kleinere rol, zes draai­dagen, hoofdrollen zijn voor Matthias Schoe­naerts, Colin Firth en Léa Seydoux. Ook Max von Sydow speelt mee. En hij dus: “Film is eigenlijk te groot voor mij. Crazy Love draaiden we met weinig geld en weinig mensen, maar dit is een enorme productie met een crew van 140 man. En je hebt als acteur niks te zeggen. Film heeft drie schrifturen: het scenario, de opname en de montage. Het kán zelfs dat ze er me in die laatste fase uitknippen en dan is dat jammer. Maar ik kan er ook mee leven. Ze betalen me er voor.

“Ik las ooit een interview met Fernando Rey die in een film van Buñuel speelde. Hij zei: ‘Buñuel was op dat moment een paar films aan het draaien, ik denk niet dat hij nog wist welke hij die dag met mij aan het maken was. Maar hij vroeg me door een bosje te lopen met mijn handen in de lucht en dat werd een prachtige scène.’ Dat is film. Iemand heeft een beeld in zijn kop en jij doet dat. Dat heet vertrouwen. NIet altijd makkelijk.”

Maar theater is hem dus veel liever. Hij koos er bewust voor. “Ik ben een speler. Ik zit niet te wachten op iemand die ‘cut’ roept. Ik wil doorspelen. Er is volk voor u gekomen, maar dat zijn allemaal individuen. Natuurlijk doet het je iets als acht avonden na elkaar duizend man komt kijken in Théâtre de la Ville in Parijs. Maar voor mij kan die beleving minstens even goed voor honderd man. Als ik een voorstelling maak, wil ik daar graag een keer of zestig mee spelen. Af en toe wordt dat 120 keer. Dat kun je niet voorspellen. Maar bij zestig, tel ik de zalen en hun capaciteit en als ik aan 12.000 mensen zit, denk ik: nu heb ik voor héél Asse gespeeld, voor heel mijn geboortedorp. Dan ben ik content. En ik moet dan aan Brian Wilson denken die toen Serge Simonart vroeg wat hij met zijn songs wilde, dit antwoordde: ‘De waarheid. Maar het moet ook altijd goed rijmen.’ Dat vat het allemaal samen.”

'Eigenlijk bizar hoe we er niet in slagen de geschiedenis mee te nemen in ons denken over de toekomst'
Josse De Pauw

Stapels goud

Daar kunnen we mee slapen en ’s ochtends heeft Josse een prachtige witte linnen broek over zijn blauwe overhemd aan. Gisteravond was het idee van fotograaf Diego om Josse in het Lac de Pannecière te krijgen, maar de ochtend zorgt voor verheldering. “Met opgerolde broekspijpen wil ik er wel in.” Op het kerkhof naast het meer liggen Suzanne Gabin, Lydie Raffatin, Simon Bourgeot. Mensen uit het dorp. “Ik heb Hana (dochter van Josse, red.) weleens gezegd dat ze me hier mag begraven, maar dat vond ze niet fijn.” De eeuwige rust is hier wel gegarandeerd, zelfs op 7 juli zie je maar drie toeristen op het meer­strandje. “De streek trekt wat wandelaars en fietsers. Rustig volk.” En we rijden naar het bos in Ouroux-en-Morvan, over zalige wegen omzoomd door varens. “In de herfst worden die bruin en als dan, nadat het geregend heeft, de zon doorbreekt, lijkt het of je tussen stapels goud rijdt. Maar dit groen trekt me aan. Groen is zo goed voor je ogen.” 

Stilaan naderen we Maquis Bernard. “Kristien ontdekte dit toevallig op een wandeling. Ze nam me er mee naartoe, maar zie je: in deze bocht moest ik halt houden en naar adem happen. Zij begrijpt dat moeilijk, en ik begrijp dat. Je kunt je nooit helemaal in de ander inleven. Ik voel haar fitheid niet, zij voelt mijn lijf niet.”

Midden in dit bos ligt een kerkhof met 21 graven van maquisards, het Franse verzet in de Tweede Wereldoorlog, tegen de Duitse overheerser. “Ze zaten hier met duizenden verborgen. Maar op een dag werden ze verraden, in het dorp wordt daar nog over gepraat. De Duitsers kwamen met vlammenwerpers. Dat moet de hel geweest zijn.” De kruisjes dragen geen namen, een bordje wel: één vrouw ligt erbij, ze heette Marguerite Henriette. Er liggen ook zeven Britse parachutisten en dan nog zeven gasten die het wel overleefden, maar jaren later bij hun maten begraven wilden worden. Waar ze liggen, is de aarde een bermpje met mos. De grond als lichaamsvorm. Josse gebruikt een woord dat hij gisteren al gebruikte: “Touchant, met Brussels-Vlaamse tongval. Naar het meertje iets verder dat ‘L’étang de la Passée’ heet – en dus niét ‘du passé’ – kun je alleen stil kijken. “Als je hier komt, ben je alleen. Al komt de jeunesse van de streek hier ’s avonds een vuurtje maken en een beetje aan elkaar voelen.”

"Als ik vroeger thuiskwam met straf en ik zei dat het de schuld van een ander was, gaf ons moeder me een lap rond mijn oren."Beeld Diego Franssens

Allemaal vluchteling

Aan de Brasserie de l’Eglise van dit dorp zegt hij: “Eigenlijk bizar hoe we er niet in slagen de geschiedenis mee te nemen in ons denken over de toekomst. We zijn bij wijze van spreken allemaal migrant en vluchteling geweest, en toch hoor je vandaag een discours tegen die mensen. Van staatslieden zou het de taak moeten zijn om daar naar te verwijzen en dat in herinnering te brengen. En paaltjes te kloppen. Wir schaffen das, vond ik een zeer sterke uitspraak van Angela Merkel. Als Kris Peeters zegt dat hij tegen 2025 een job voor elke Belg wil, moet je daar niet mee lachen. Misschien is het niet mogelijk, maar je moet wel dromen hebben. Enkel zeggen dat alles de schuld van de andere is, helpt niet. Als ik vroeger thuiskwam met straf en ik zei dat het de schuld van een ander was, gaf ons moeder me een lap rond mijn oren.

'Ook in de theaterwereld wordt rechts gestemd. Dat maakt een mogelijke vriendschap te ingewikkeld, ze hebben een attitude die de mijne niet is'

Revue Ravage (het stuk uit 2015 van Tom Lanoye, RVP) kwam vanuit een engagement, ja­zeker. Ik wilde graag iets met Tom doen en dit kwam op onze weg. De reacties waren wisselend. Sommigen vonden het erg goed, anderen vonden het antipolitiek. Het was een soort van zelfreflectie. Jammer genoeg is John Crombez niet komen kijken, hij is geen theatermens, maar in dit geval zou het goed geweest zijn. Caroline Gennez kwam wel. (met een lach:) En Siegfried Bracke vond het een gewéldig stuk. Dat is hij ook nadrukkelijk komen zeggen.

“Ook in de theaterwereld wordt rechts gestemd. Dat maakt een mogelijke vriendschap te ingewikkeld, ze hebben een attitude die de mijne niet is.

Je kunt binnen vriendschap over van alles van mening verschillen, maar er moet wel een gemeenschappelijk gevoel zijn: je wilt het beste voor iedereen. Dat zie ik daar niet. En verder gaat het over toon. Theo Francken is daar een extreem voorbeeld van. Heel af en toe kan ik wel begrijpen wat hij zegt, maar zijn hanige, cassante toon haat ik. Bij momenten maakt het me zelfs bang. Want hij is niet alleen. Die toon is er ingeslepen geraakt. Ik vind dat er te weinig beschaafd gepraat wordt.”

Toch is er hoop en ze zit bij de generatie van Hana, die 22 is en japanologie studeert in Leuven. Zes maanden studeerde ze aan de universiteit van Nara, in Japan. Hana komt op dit terras in Ouroux-en-Morvan ter sprake bij de vraag of we, na levenslessen van onze ouders, ook lessen van onze kinderen krijgen.

“Wat me pleziert, is dat ze zeer alert in haar tijd staat en zo tot conclusies komt die soms verrassen. We skypeten eens toen zij in Japan en ik in de Morvan zat. Het ging over alleen zijn en toen zei ze: ‘Soms kijk ik naar mezelf alsof ik een karikatuur van mezelf ben.’ Dat vond ik schoon, want ik vroeg me af of ik ook niet de rol van schrijver op zijn berg aan het spelen was. Hana is half-Japanse en ze zei: ‘We zijn altijd op zoek naar wat culturen gemeenschappelijk hebben en dat begrijp ik wel, maar is het niet interessanter te kijken naar de verschillen, die te aanvaarden en daar de rijkdom in te zien?’ Dat vind ik iets van haar tijd en haar generatie waar veel energie in zit en het is aan de politiek die energie een platform te geven.

“Want het is niet makkelijk. Mijn eerste appartement in Brussel kostte 800 frank per maand. Dat is 20 euro. Hana deelt er een met twee vriendinnen en ze betalen elk 420 euro. Dat geld moet van ergens komen en zij doen daar jobs voor. Ik wanhoop dus niet. Ook niet in het theater. Ik zie veel jonge mensen die hun pad volgen en niet zitten te wachten op Sven Gatz.”

'Mis ik Hana? Met het risico een slechte vader te zijn: ik mis niet snel mensen. Maar vanaf haar 13de had ik het gevoel dat zij mij ook niet meer zo hard nodig had'
Josse De Pauw

“Mis ik Hana? Met het risico een slechte vader te zijn: ik mis niet snel mensen. Maar vanaf haar 13de had ik het gevoel dat zij mij ook niet meer zo hard nodig had. Hana was snel zelfstandig, toen ze 14 was, kookte ze voor zichzelf, beredderde ze haar eigen leven. Je moet wat geluk hebben met een kind. Zij gaf ons de kans het leven te leiden dat we leiden. Fumiyo als danseres, ik als theatermens: we waren er vaak niet. Zoals veel kunstenaars ben ik allicht vooral met mezelf bezig.”

Geen trauma

“Natuurlijk is Hana boos geweest toen Fumiyo en ik na dertig jaar beslisten er een punt achter te zetten. We wisten dat Hana het daar moeilijk mee zou hebben. Maar ook omdat we dat goed doen, is dat gelukt. We zien elkaar regelmatig, Fumiyo komt nog altijd naar de familiefeesten, we hebben samen een stuk gemaakt, het kan. Ik geloof niet dat Hana er een trauma aan overhoudt. Het is goed.”

En zo werd Josse De Pauw dit jaar 65. Officieel pensioenleeftijd – hij is ook ‘met pensioen’, trekt een maandelijks bedragje – maar het spelen zal hij nooit laten. Zijn vader werd 73 en stierf na een lange ziekte. Hij was erbij, gaf hem nog het boek Weg met tekeningen van Koenraad Tinel, maar een dag later ging hij toch weer op scène staan. “Spelen is wat me troost.”

Is ouder geworden zijn erg? “De twijfel wordt steeds groter. Dat voel ik goed. Het is niet slecht, want het is ook een motor. Maar ik ben 40 jaar bezig en ik ken steeds beter de charlatan in mezelf, en die moet ik niet. Rare zenuwen heb ik niet meer als ik op scène moet, dat is gemakkelijk. Maar bij het schrijven? Ik begrijp de woorden van Brian Wilson steeds beter en ik leer maar niet dat het spelen van een tekst anders is dan wat er geschreven staat. Soms kan ik er zelf blij verrast door worden. Woorden die ik nochtans zelf geschreven heb, gaan plots dansen. Maar tijdens het schrijven, wist ik dat niet.”

In het Café des Sports eten we nog kipfilet en frieten en tomaat. Als de Nederlandse uitbater vraagt of er mayonaise moet zijn voor de Belgen, zegt hij: “Zeer graag.”

O ja, en voor altijd: je schrijft Josse, maar je zegt Jos. Zjos. Dat doet Josse ook.

Zeventien van Rik Van Puymbroecks ‘reisinterviews’ die de afgelopen jaren in De Morgen verschenen, zijn nu gebundeld in Ergens onderweg, Houtekiet, 250 p., 19,99 euro.

Josse De Pauw

* geboren in Asse, op 15 maart 1952

* gevierd acteur, regisseur, theatermaker, auteur en columnist

* studeerde theater aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel

* medeoprichter van experimentele theatergroep Radeis (1976). Richtte ook mee het collectief Schaamte op, voorloper van Kaaitheater

* brengt in 2010 Werk uit, een be­kroon­de bundeling van persoonlijke notities, theater­stukken en verhalen

* was de voorbije jaren te zien in o.m. de tv-series De Ronde (2011), Met man en macht (2013), Chaussée d’Amour (2016) en Generatie B (2017)

* heeft een dochter, Hana, uit zijn huwelijk met Rosas-danseres Fumiyo Ikeda

* heeft nu een relatie met actrice Kristien De Proost