Direct naar artikelinhoud
Het Huis van Hiele

UGent-rector Anne De Paepe: "Dat sommigen in de universitaire wereld zo meedogenloos zijn, heeft me verbaasd"

Anne De Paepe: 'Mijn devies is: ik ben van niemand en niemand is van mij.'Beeld Wouter Van Vooren

Het leven van Anne De Paepe (61) veranderde het voorbije academiejaar ingrijpend. Haar enige dochter ging in Texas wonen, haar man overleed en als rector van de UGent beleefde ze de moeilijkste maanden van haar ambtstermijn. Met dank aan – jawel – de vermaledijde rectorverkiezingen.

en

“Jullie gaan er toch geen zevengangenmenu doorjagen?”, had de woordvoerder van Anne De Paepe een week voor onze afspraak gevraagd. “De rector is wel een fijnproever, maar allesbehalve een veeleter.”

Behalve gastronomische terughoudendheid legt de aanvoerster van de UGent ook een zekere sportieve discipline aan de dag, vernemen we wanneer ze een paar dagen later haar opwachting maakt in de tuin van Willem Hiele: ze gaat elke dinsdag-middag plichtsbewust baantjes trekken in een Gents bassin. "Zwemmen verstevigt je spieren maar belast je gewrichten niet", licht de arts in haar toe. Een mens vraagt zich af waarom Evy Gruyaert nog geen 'Start To Swim'-franchise heeft opgestart.

Prélude à l'été heet een van de gerechten die Willem Hiele ons zal serveren. Maar de zomer heeft allang geen zin meer in voorspel: de zon giet uitzinnige hoeveelheden goudgeel licht over het Hiele-territorium. Wanneer we onze verbeelding vragen om de lindebomen even te vervangen door olijfbomen wanen we ons niet langer op een landgoed in een Oostduinkerkse verkavelingswijk maar op een domein in het Provençaalse Saint-Rémy-de-Provence.

Anne De Paepe bracht in Oostduinkerke vele zomerse dagen met haar man door, zegt ze. “Wij hebben hier uren gefietst en ontelbare strandwandelingen gemaakt. Zou het kunnen dat het geen toeval is dat dit interview uitgerekend in Oostduinkerke plaatsvindt? (glimlacht) Ik weet het niet. Ik ben niet bijgelovig, maar ik geloof wel in een zekere voorbestemdheid. Vraag me niet waarom. Ik voel het gewoon zo aan.”

'Angela Merkel is een fantastische vrouw. Ik wilde haar een eredoctoraat geven omdat ze de wereld tot de orde geroepen heeft'

Fotograaf Wouter Van Vooren komt erbij zitten. Hij fotografeerde De Paepe vorig jaar al eens. Op een podium in Brussel, toen ze samen met Rik Torfs een eredoctoraat uitreikte aan Angela Merkel. Haar ogen beginnen te blinken bij de herinnering. “Angela Merkel is een fantastische vrouw. Ik wilde haar een eredoctoraat geven omdat ze de wereld tot de orde geroepen heeft. Op een moment dat iedereen zijn grenzen wilde sluiten, beklemtoonde zij dat vluchtelingen mensen zijn. Dat was toen hard nodig.”

Waarom hebt u dat eredoctoraat samen met de KU Leuven uitgereikt?

“Toen ze in Leuven hoorden dat ik Angela Merkel een eredoctoraat wilde geven, hebben ze mij gebeld: 'Anne, wij hadden precies hetzelfde idee.' Ik weet natuurlijk niet of dat waar is. (lacht) Maar ik heb meteen gezegd: 'Geen probleem, dan ontvangen we haar samen.' Later vernam ik dat het de allereerste keer was dat de UGent en de KU Leuven samen een eredoctoraat hebben uitgereikt. Het heeft die dag in januari alleen maar meer glans gegeven.”

U hield er ook een hechte vriendschap met Rik Torfs aan over.

“Die was er voordien al. Rik en ik hebben elkaar de voorbije jaren niet alleen als rectors, maar ook als mensen leren kennen. We gaan elkaar ook in de toekomst blijven zien.”

Waarin lijken jullie op elkaar?

“We kunnen allebei nogal goed relativeren. En we zijn geen academische nerds: we hebben ook interesses die zich buiten de universitaire wereld situeren.”

Er is ook een groot verschil tussen u beiden: Rik Torfs fleurt op wanneer de media verschijnen, u blijft liever op de achtergrond.

“Dat is te sterk uitgedrukt. Maar het klopt dat ik minder dan Rik de behoefte voel om in de media voortdurend verklaringen af te leggen. Rik is een humane wetenschapper, ik een exacte. Misschien heeft het daar iets mee te maken.” (lacht)

U kreeg als rector weleens het verwijt dat u de media te weinig opzocht. Dat u onvoldoende op het maatschappelijk debat woog.

“En Rik kreeg dan weer het verwijt dat hij te veel in de media kwam. Als rector kun je nooit voor iedereen goed doen. Maar dat de UGent niet op het maatschappelijke debat heeft gewogen, is onjuist. Sla er de opiniestukken van de voorbije jaren maar op na: die zijn minstens even vaak geschreven door mensen van de UGent als door mensen van de KU Leuven.”

***

Anne De Paepe werd op 1 oktober 2013 de eerste vrouwelijke rector van de UGent. Met een glas wijn binnen handbereik en een colonne krekels binnen oorbereik onderwerpen we bijna vier jaar later haar beleid aan een tegensprekelijke evaluatie. Die begint met de vraag: wat hebt u de voorbije vier jaar over uzelf geleerd? “Dat ik veerkrachtiger ben dan ik dacht. Als rector heb je een grote verantwoordelijkheid: zodra er iets verkeerds gaat, kijkt iedereen naar jou. Maar ik ben mijn job altijd graag blijven doen. Ook in moeilijke omstandigheden.”

In Veto, het studentenblad van de KU Leuven, zei u: ‘Ik ben te ambitieus geweest.’ Dat is een andere manier om te zeggen: de rest van de universiteit is niet ambitieus genoeg geweest.

“Ik bedoelde dat het tijd kost om een tanker als de UGent in beweging te krijgen. Onze raad van bestuur telt 35 stemgerechtigde leden. Probeer daarmee maar eens snel beslissingen te nemen. Dat lukt gewoon niet.”

U bent rector: als iémand de bestuursstructuur van de UGent kan vereenvoudigen, dan bent u het.

“Ik heb mij daar de voorbije jaren ook hard voor ingezet. Maar ik had gehoopt om al wat verder te staan. De UGent moet zich van zijn al te strikte bestuurlijke harnas verlossen. Alleen dan zullen we onze talenten ten volle tot hun recht kunnen laten komen.”

Wordt uw macht door de buitenwereld overschat?

“Schromelijk. (lacht) CEO zijn van de UGent is niet hetzelfde als CEO zijn van een bedrijf. Ik heb wel dezelfde verantwoordelijkheden maar bijlange niet dezelfde vrijheden. Wij zijn een publieke instelling: ik ben afhankelijk van heel wat commissies en adviesraden. Dat is soms frustrerend. Onze besluitvorming verloopt trager en moeilijker dan de buitenwereld vermoedt.”

Welke beslissing had u wíllen nemen, maar kón u niet nemen?

“In juni vorig jaar waren er meldingen van seksuele intimidatie door een professor in de faculteit Letteren & Wijsbegeerte. In die zaak voelde ik me geremd. Onze reglementen schrijven voor dat er een officiële klacht moet zijn voor de tuchtcommissie in actie kan komen. Maar ik hád geen officiële klacht, alleen meldingen. Daardoor kon ik minder doortastend optreden dan ik zelf had gewild.”

Sommigen beweren dat u te laks was. Dat u de zaak onder de mat probeerde te vegen.

“Dat klopt echt niet. Het heeft alleen tergend veel tijd gekost om de zaak in kaart te brengen. Omdat niemand officieel een klacht had ingediend, wist ik totaal niet wie de slachtoffers waren. Het heeft mij maanden gekost om – samen met de mensen van de ombudsdienst – een totaalbeeld te krijgen van wat er precies gebeurd was.”

Waarom duurde dat zo lang?

“Omdat de slachtoffers, van wie sommigen al jaren afgestudeerd waren, heel wantrouwig waren: ze hadden jarenlang geen steun gekregen. Pas toen ze begrepen dat ik het probleem ernstig nam, wilden ze praten. Ik heb hen gevraagd: ‘Dien alsjeblieft een klacht in, anders kan ik weinig doen.’ Maar niemand wou dat.

'Als eerste vrouwelijke rector van de UGent bekritiseerd worden in een zaak over gendergelijkheid, was erg moeilijk te verteren'

“Uiteindelijk heb ik de decaan van Letteren & Wijsbegeerte gevraagd om alle getuigenissen op papier te zetten en ze in de vorm van verklaringen toch over te maken aan de tuchtcommissie. En heb ik alsnog een bewarende maatregel kunnen nemen: de betrokken professor mag niet langer contact hebben met studenten of doctorandi.”

Dat u als eerste vrouwelijke rector van de UGent bekritiseerd werd in een zaak over gendergelijkheid moet extra pijnlijk geweest zijn.

“Ik vond dat heel moeilijk te verteren, ja. Men verweet mij dat ik alles in de doofpot probeerde te stoppen. Terwijl het net omgekeerd was.”

Vindt u de tuchtprocedure van uw universiteit te omslachtig?

“Ja en nee. Je mag niemand ontslaan op basis van geruchten. Sommige mensen maken collega's verdacht om hun eigen ambities waar te maken. Voordat je sancties treft, moet je dus altijd een grondig onderzoek doen. Maar ik vind wel dat we de drempel voor het melden van wantoestanden moeten verlagen. En dat we duidelijker moeten maken welk gevolg we aan eventuele meldingen geven. We zijn daar momenteel volop mee bezig: een werkgroep is onze tuchtprocedure op mijn verzoek opnieuw aan het bekijken.”

***

Fotograaf Wouter Van Vooren vraagt om een time-out: binnen een half uur slokt de zee de zon op en hij wil met Anne De Paepe nog een fotosessie doen op het strand. Of ze daar wel de juiste kleren voor draagt, vraagt ze zich bezorgd af. Maar Van Vooren kent geen genade: we zijn aan de zee en dus gaan we naar het strand. De Paepe bindt met de glimlach in. In tegenstelling tot rectors mogen fotografen wél hun wil doordrukken.

Na de fotosessie trekken we ons terug in het vissershuis van Willem Hiele. Bij het binnengaan valt ons oog op een foto van de jonge Jane Birkin die in een kanten doorkijkjurkje en met een decolleté tot ver onder de navel Serge Gainsbourg flankeert. “Frisjes, hè?”, zegt De Paepe, zich niet bewust van het feit dat haar woorden zowel betrekking kunnen hebben op de avondlijke afkoeling als op de vergevorderde staat van ontkleding van Birkin. We laten het gevalletje van synchroniciteit onvermeld en vragen haar hoe ze haar nalatenschap als rector zou omschrijven.

“Ik denk dat ik aan de UGent een dialoogcultuur heb doen groeien. Ik heb mensen bij elkaar gebracht en hen samen problemen laten oplossen. Dat was minder vanzelfsprekend dan het lijkt.”

Toch werd u weleens verweten dat u een autoritaire stijl van leidinggeven hebt.

'Mannen komen altijd met meer weg'

“Dat is een verwijt dat vrouwen in leidinggevende posities wel vaker krijgen. Als je in een vergadering eens wat afgemeten bent, wordt er al gauw gezegd: ‘Wat een kille vrouw, wat een bitch.’ Terwijl mannen die hetzelfde doen, bewonderd worden om hun vastberadenheid. Mannen komen altijd met meer weg.”

Is de UGent onder uw bewind vervrouwelijkt?

“Alleen al de vaststelling dat een vrouw het tot rector kan schoppen, heeft hier veel ogen doen opengaan: meer vrouwen dan ooit stellen zich kandidaat voor leidinggevende functies. En ook in de problematiek met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag is er een mentaliteitswijziging: iedereen weet nu dat het probleem niet geminimaliseerd wordt. Ook al is er met 99 procent van onze medewerkers geen enkel probleem, dat wil ik toch even benadrukken.”

Wat beschouwt u als uw mooiste verwezenlijking?

“Ons pensioenplan voor contractuele medewerkers. Voor ik rector werd, hadden velen onder hen nog altijd geen volwaardige pensioenregeling. Nu wel.”

U noemt een administratieve verwezenlijking. Zou u niet liever bekendstaan om een revolutionaire onderwijshervorming?

“We hebben ook op het gebied van onderwijs en onderzoek grote stappen gezet. We hebben de muren tussen de faculteiten verder doen afbrokkelen en interdisciplinaire samenwerking gestimuleerd. We hebben het loopbaanmodel voor onze professoren verbeterd. We zijn erin geslaagd om toponderzoekers uit andere landen aan te trekken door ze een langetermijnperspectief te geven. Dat zijn allemaal dingen die een grote impact hebben op de kwaliteit van ons onderwijs en ons onderzoek.”

***

Anne De Paepe stond jarenlang aan het hoofd van het Centrum voor Medische Genetica van het UZ Gent. Onder haar leiding groeide het centrum uit tot een multidisciplinaire onderzoekseenheid met meer dan 150 werknemers. We vragen haar of ze tijdens de moeilijke momenten van haar ambtstermijn nooit gedacht heeft: was ik maar in mijn laboratorium gebleven.

'Ik heb mijn ambtstermijn niet ervaren als een calvarietocht. Alleen het laatste jaar is zwaar geweest'

“Nee. Er zijn in elke job moeilijke momenten. Alleen blijven de dipjes van een wetenschapper onder de radar en staan die van een rector in alle kranten. Maar ik heb mijn ambtstermijn niet ervaren als een calvarietocht. Alleen het laatste jaar is zwaar geweest. Logisch: het is een verkiezingsjaar.”

En wat voor een. Zelfs na zeven stemrondes raakte Rik Van de Walle niet verkozen. Zelden legde een rectorverkiezing zo’n diepe verdeeldheid aan een universiteit bloot.

“Dat is wat de media ervan maken. De realiteit is genuanceerder.”

Met alle respect, maar het zijn niet de media die van jullie rectorverkiezing een weinig beschaafd spektakel hebben gemaakt.

“Dat weet ik. Maar het zijn wel de media die in hun berichtgeving over de UGent eenzijdig op de rectorverkiezing hebben gefocust. Er worden hier fantastische onderzoeken gedaan, maar dat komt in de media nauwelijks aan bod. Terwijl er over de verkiezingen buitensporig veel artikels verschijnen.”

Dat komt natuurlijk omdat er ook buitensporig veel verkiezingsrondes zijn.

“Akkoord. Maar wie wel of niet rector wordt, is toch niet het enige onderwerp waarover jullie kunnen schrijven?”

Het is in ieder geval het enige onderwerp waarover de kandidaten zélf praten. De verkiezingen gaan uitsluitend over hén, niet over de toekomst van de UGent.

“En dat is jammer, want ik weet dat de kandidaten wel degelijk een toekomstvisie hebben. Alleen wordt die overschaduwd door de persoonlijke aanvaringen die er geweest zijn.”

In april verklaarde u dat u ‘onder druk bent gezet’ om niet aan de rectorverkiezingen deel te nemen. Welke vorm nam die druk aan?

“Sta me toe om niet op die vraag te antwoorden. Een verkiezing is per definitie een conflictsituatie: alle aandacht gaat naar de verschillen tussen mensen, niet naar hun gelijkenissen. In die context is het logisch dat er soms harde woorden vallen. Dat hoort erbij. Al is het niet míjn stijl.”

Waarom vond u het dan nodig om in de media te zeggen dat men u geïntimideerd heeft?

“Ik vond dat helemaal niet nodig. Op een gegeven moment vroeg een journalist mij of ik onder druk was gezet om niet opnieuw kandidaat te zijn. Ik had geen zin om te liegen – waarom zou ik? – en dus heb ik ‘ja’ geantwoord. Maar ik wou en wil niemand persoonlijk aanvallen. De verkiezingsstrijd is al bits genoeg. Als rector is het mijn taak om daar boven te staan.”

Volgens Guido Van Huylenbroeck en Sarah De Saeger, de oorspronkelijke uitdagers van Rik Van de Walle en Mieke Van Herreweghe, hebt u hen persoonlijk gevraagd om kandidaat-rector te zijn. Zo afzijdig hebt u zich dan toch niet gehouden?

Anne De Paepe: ‘Ik heb op geen enkele manier de rectorverkiezing beïnvloed. Wat anderen daarover ook mogen zeggen.’Beeld Wouter Van Vooren

“Ik begrijp nog altijd niet waarom ze dat gezegd hebben. Ik heb op geen enkele manier het verkiezingsproces beïnvloed. Wat anderen daarover ook mogen zeggen.”

Hebt u Van Huylenbroeck en De Saeger aangesproken op hun uitlatingen?

“Nee. Mijn devies luidt: ik ben van niemand en niemand is van mij. Maar nogmaals: ik heb mij niet bemoeid met mijn opvolging.”

Aan de basis van de chaotische rectorverkiezingen ligt een machtsstrijd tussen de katholieken en de vrijzinnigen van de universiteit.

“Als je sommige kranten moet geloven, bestaat de UGent uit twee ideologische kampen die elkaar naar het leven staan. Maar dat ís helemaal niet zo. Er woedt een strijd tussen personen, niet tussen ideologieën. Dat de rectorkandidaten zich tot een ideologische groep bekennen, heeft alles te maken met het netwerk dat aan die groep verbonden is: ze denken dat ze met de steun van dat netwerk verkozen zullen raken. Maar er vindt aan de UGent geen veldslag plaats tussen katholieken en vrijzinnigen. Onze mensen werken uitstekend met elkaar samen. Van welke strekking ze ook zijn.”

Veel mensen verbazen zich erover dat professoren – toch heren en vrouwen van stand – zich aan kleinmenselijk gedrag bezondigen. Zie ook: de recente rectorverkiezingen aan de KU Leuven. Fronst ook u de laatste tijd regelmatig de wenkbrauwen? Of wist u al langer dat de verlokkingen van de macht ook van professoren kleuters kunnen maken?

“Ik wist dat de universitaire wereld een harde wereld is. Maar dat sommigen zo meedogenloos zijn in het najagen van hun ambities heeft mij toch verwonderd.”

Vier jaar geleden nam u samen met huidig vicerector Freddy Mortier deel aan de rectorverkiezingen. Toen hebt ú zich naar verluidt van uw minst zachte kant getoond. De afspraak tussen u en Freddy Mortier was dat híj rector zou worden en u vicerector. Maar op het laatste nippertje stak u hem alsnog voorbij. Een last minute opstootje van ambitie?

“Het kiesdecreet schrijft voor dat er zowel voor het rectoraat als voor het vicerectoraat een mannelijke en een vrouwelijke kandidaat moet zijn. Freddy en ik waren dus allebei kandidaat-rector én kandidaat-vicerector. Toen we door de universitaire gemeenschap verkozen werden, was dat voor beide functies. Vervolgens kwam het de raad van bestuur toe om te beslissen wie van ons beiden rector moest worden en wie vicerector. De keuze voor het rectoraat is op mij gevallen en de rest is geschiedenis.”

Maar u had Freddy Mortier wel verteld dat het rectoraat u niet interesseerde.

“Als het mij niet interesseerde, had ik mij niet kandidaat gesteld. Wat wél klopt, is dat ik aan de campagne begonnen ben met de verwachting dat ik vicerector zou worden. Pas toen duidelijk werd dat veel mensen mij ook als rector zagen, is er een zekere ambitie in mij beginnen te kiemen. Maar ik heb Freddy nooit gezegd dat ik geen rector zou worden als de raad van bestuur dat zou beslissen. We wisten op voorhand niet in welke constellatie we gingen samenwerken.”

***

In juli vorig jaar kreeg Anne De Paepe het noodlot in zijn meest verwoestende gedaante te zien, toen onderzoek uitwees dat haar man een bijzonder agressieve vorm van kanker had. Nauwelijks twee maanden na de diagnose, op 4 september 2016, overleed hij. “Toen ik de röntgenbeelden zag, besefte ik meteen dat ik mijn man kwijt was. Dat is het nadeel als je zelf arts bent: je weet onmiddellijk hoe laat het is. Er is geen buffer. Niemand die je – al was het maar met twee inleidende zinnen – voorbereidt op het naderende onheil.”

'Elke dag vroeg mijn man: 'Ik ga toch genezen, hè?' Waarop ik, tegen beter weten in, zei: 'Daar gaan we alles aan doen, schat''

Aangezien geen chemo-, radio- of immunotherapie de kanker van haar man nog kon verdrijven, besloot ze zijn grootste wens in te willigen: thuis zijn, dicht bij hem. Ze trok de deur van de universiteit achter zich dicht, liet een ziekenhuisbed in haar woonkamer installeren en bleef dag en nacht aan zijn zij. Het woord ‘kanker’ sprak ze in zijn bijzijn niet één keer uit. “Mijn man had me ooit op het hart gedrukt: ‘Als ik op een dag kanker krijg, mag je het mij niet zeggen.’ Hij was bang dat hij dan fatalistisch zou worden. En hij wou blijven hopen, vechten, leven. Elke dag vroeg hij mij: ‘Ik ga toch genezen, hè?’ ‘Waarop ik, tegen beter weten in, zei: ‘Daar gaan we alles aan doen, schat.’

Het Huis Van Hiele, aflevering 3: Anne De Paepe, rector van de UGent
Beeld Wouter Van Vooren

“Op een gegeven moment probeerde hij een nieuwe behandeling uit. Maar de oncoloog raadde een derde kuur af omdat die het aftakelingsproces van Godfried nog zou versnellen. Toen ik hem dat moest vertellen, is hij ingestort: ik zag de levenslust zo uit zijn ogen verdwijnen.

“Ik heb die avond mijn dochter Liesbeth gebeld: ‘Godfried gaat heel snel achteruit. Spring maar op het eerste vliegtuig naar huis.’ Ze is aangekomen op een zondagochtend en twee uur later is haar vader overleden. Alsof hij op haar gewacht had.”

U was twintig jaar jonger dan uw man. Hield u er van in het begin rekening mee dat hij wellicht vóór u zou overlijden?

“Je verstand weet dat dat kan. Maar je hart verdringt het. Godfried zag er ook veel jonger uit dan hij was. Het was niet moeilijk om het leeftijdsverschil tussen ons te vergeten.” (glimlacht)

Hebt u na zijn dood veel steun gekregen van de universiteit?

“Ik heb veel blijken van medeleven gekregen. Daar was ik erg blij mee. Maar zodra ik terug in het rectoraat was, moest ik onmiddellijk de draad weer opnemen. Mijn verdriet tonen tijdens een vergadering met de raad van bestuur was niet echt een optie.”

Op welke momenten mist u uw man het meest?

“Als ik ’s avonds thuiskom. Die leegte is verschrikkelijk. Het overkomt mij ook nog regelmatig dat ik ’s ochtends wakker word, iets tegen hem zeg en pas daarna besef: hij is er niet meer. (stilte) Ik zag hem zó graag. Maar als ik in mijn leven ooit nog een vorm van geluk wil ervaren, zal ik zijn afwezigheid moeten leren aanvaarden.”

'Als ik in mijn leven ooit nog een vorm van geluk wil ervaren, zal ik de afwezigheid van mijn man moeten leren aanvaarden'

Gelooft u dat u uw man na uw dood zal terugzien?

“Ik geloof dat we op een of andere manier herenigd gaan worden, ja. Maar veeleer op een metafysische dan op een fysieke manier. In de vorm van een blijvend geluksgevoel, bijvoorbeeld.”

Dat geloof is voor u compatibel met uw wetenschappelijke ratio?

“Ja. Ook wetenschappers kunnen niet alles verklaren.”

Tijdens een vorig interview omschreef u uw man als uw steun, uw toeverlaat, uw alles.

“Dat was hij ook. Ik kon rector zijn dankzij hem. Hij deed de boodschappen, kookte voor mij, creëerde warmte en gezelligheid en hielp mij om de dingen te relativeren. Hij heeft zich vaak weggecijferd voor mij.”

Was u wél kandidaat geweest voor een tweede ambtstermijn als uw man nog geleefd had?

“Nee. We hadden net besloten om wat meer van het leven te genieten. Samen fietsen, wandelen, voor de open haard zitten en babbelen... (stilte) Ik vind het vreselijk dat ik hem verloren heb op een moment dat we zulke mooie plannen aan het maken waren.”

Uw dochter woont sinds een jaar in Houston, Texas. Komt ze nog terug, denkt u?

“Ze heeft net een leuke Amerikaan leren kennen, dus die kans wordt met de dag kleiner. (lacht) Ze heeft het goed in Houston. Ze werkt aan het Baylor College of Medicine, een gerenommeerd instituut waar academici uit alle hoeken van de wereld samenwerken. Ze houdt van het Texaanse klimaat en heeft zich wonderwel aangepast aan de mentaliteit van de Amerikanen. Ook al zie ik haar veel minder vaak dan ik zou willen: ik merk aan alles dat ze gelukkig is. En dat is het belangrijkste.”

***

De warmte waarmee ze over haar man en dochter praat, reduceert de verkiezingscrisis aan de UGent tot een bestuurlijk niemendalletje. We drinken inmiddels koffie, de meeste restaurantgasten zijn naar huis, de nacht doet onze stemmen zachter klinken. Le tout nouveau testament komt ter sprake, de film van Jaco Van Dormael waarin mensen op de hoogte worden gebracht van hun sterfdatum. Plots moeten ze zich afvragen wat ze nog willen doen met de dagen, weken, maanden en jaren die ze nog hebben. Met alle existentiële ellende vandien.

“Ik zou het niet willen meemaken”, zegt Anne De Paepe. “We hoeven niet per se te weten wat ons tijdens de rest van ons leven nog te wachten staat.”

Beroepshalve probeert u dat nochtans wél te weten te komen: genetici kunnen steeds beter voorspellen welke ziektes we in ons leven zullen krijgen. Vanaf 1 juli wordt de NIPT-test zo goed als gratis. Het wordt dan een fluitje van een cent om vast te stellen of een ongeboren kind een afwijking zoals het downsyndroom heeft. Een goede zaak?

“Dat er testen bestaan die menselijk leed kunnen vermijden, kan ik alleen maar toejuichen. De vraag is alleen: wat is menselijk leed? Is het opvoeden van een kind dat het syndroom van Down heeft een lijdensweg? Ik denk dat dat een vraag is waarop – afhankelijk van de context – meerdere antwoorden mogelijk zijn. Wat is de psychische draagkracht van de ouders? Welke steun krijgen ze van hun omgeving? Hoe stabiel is hun relatie? Wat voor sommige mensen leefbaar is, zal voor andere mensen ondraaglijk zijn.

“Men heeft mij vaak gevraagd om regels op te stellen voor prenatale diagnostiek. Ik heb dat altijd geweigerd. Je moet elke situatie apart beoordelen.”

‘Ik geloof dat ik na mijn dood met mijn man herenigd zal worden.’Beeld Wouter Van Vooren

Speelt uw katholieke achtergrond een rol van betekenis in uw werk?

“Tot op zekere hoogte wel. Ik zal bijvoorbeeld nooit een zwangerschapsonderbreking bagatelliseren. Maar soms wordt er bij een ongeboren kind een vreselijke afwijking ontdekt. In dat geval heb ik alle begrip voor ouders die voor abortus kiezen. Zelfs als die abortus tijdens het laatste trimester van de zwangerschap moet worden uitgevoerd.”

Tot slot: trekt u straks opnieuw naar uw geliefde Centrum voor Medische Genetica?

(glundert) “Já. Maar niet als diensthoofd. Die titel heb ik vier jaar geleden opgegeven, het zou ongepast zijn hem nu opnieuw op te eisen. Waarschijnlijk ga ik doctorandi begeleiden en nu en dan raadplegingen doen.”

Is het een optie om vanaf oktober voltijds in zenmodus te leven?

“Nee. Ik wil niet van de ene extreme situatie naar de andere gaan. Er moet een overgangsperiode zijn. (lacht) Maar over een paar jaar kies ik allicht wel voor het dolce far niente. Ik heb de voorbije jaren soms gesnakt naar vrije tijd. Die ga ik mezelf in steeds grotere dosissen gunnen.”