Paul Van Steenkiste herstelt momenteel in het ziekenhuis van een schaambeenbreuk die hij als gevolg van de feiten opliep. “Ik moet minstens zes weken revalideren”, zucht Van Steenkiste. ­“Momenteel kan ik nog niet stappen of rechtstaan. Dat doet te veel pijn.”

De feiten dateren van donderdagmiddag, rond 13.30u. “Ik was in Antwerpen boodschappen gaan doen”, vertelt Van Steenkiste. “Ik reed met tram 15 – een Albatros – terug naar mijn woonplaats Mortsel. Tegenover mij in de tram zat een struise, geblokte man. Hij zat met zijn voeten op de zetel en dronk van een blikje bier. Ik erger me wel vaker aan dat soort gedrag, maar eigenlijk zeg ik er nooit iets van. Toen we bijna aan de halte aan het Gemeenteplein in Mortsel waren, gooide hij het lege blikje op de grond. Bij het passeren heb ik hem daarop aangesproken. Mijn toon was misschien niet zo heel vriendelijk. Ik zei: Mijnheer, ik hoop dat u dat blikje dadelijk in het vuilnisbakje aan de halte gooit.”

Bij de aankomst aan de halte, gaat de man achter Paul Van Steenkiste aan. “U hoeft me niet de les te spellen, beet hij me toe”, vertelt Van Steenkiste. “Hij duwde me en deelde een paar boksen uit op mijn neus en mijn mond. Ik ben vervolgens aan de halte op de grond gevallen en toen is hij op mij beginnen stampen. Twee allochtone jongeren zijn dan tussengekomen en hebben die kerel van mij af gehaald. Ze zeiden: Stop ermee mijnheer, zie je dan niet dat je op een oude man aan het stampen bent?”

Getuigen gezocht

De geweldenaar vluchtte daarna weg, een aantal omstaanders bekommerde zich om Paul. “Ik ben min of meer recht kunnen krabbelen en ben op een bankje gaan zitten. Toen ik daarna probeerde recht te staan, voelde mijn ene been zo slap als papier. Ik voelde ook een enorme pijn, waardoor ik echt niet kon rechtstaan. Door de pijn ben ik in elkaar gezakt en buiten bewustzijn geraakt. Toen ik mijn ogen open deed, lag ik naast het bankje. Een paar mensen zijn bij mij gebleven en hebben een ambulance gebeld. Ook de politie is ter plaatse geweest.”

De jongere zus van Paul Van Steenkiste hoopt dat getuigen zich melden bij de politie. “Vooral die twee jongens, die de dader van mijn broer hebben afgetrokken, moeten iets hebben gezien. We zouden hen ook willen bedanken omdat ze voor mijn broer zijn opgekomen. Mijn broer maakte gewoon een opmerking over het achterlaten van zwerfvuil in de tram. Maar blijkbaar moet je oppassen tegen wie je zoiets zegt”, zegt de zus. Paul Van Steenkiste: “Ik had misschien beter gezwegen.”

Commissaris Johan Wonnink, woordvoerder van de zone Minos, bevestigt dat er een onderzoek loopt. “Het is ver gekomen dat iemand een oudere persoon in mekaar slaat omdat hij wordt aangesproken op zijn gedrag”, zucht Wonnink. “We gaan de camerabeelden van de tram opvragen bij De Lijn. Hopelijk kunnen we de dader aan de hand van die beelden herkennen. Getuigen kunnen zich uiteraard ook melden bij de politie.”