VAB vindt dit jammer, aangezien een goede staat van de wagen extra belangrijk is alvorens je lange afstanden in vaak erg warme omstandigheden aflegt. De meeste dingen kan je ook eenvoudig zelf controleren. Een overzichtje van de voornaamste controlepunten:

1. DE BANDEN: SPANNING EN PROFIELDIEPTE

Opvallend: 9 op 10 Belgen controleert de bandenspanning alvorens op reis te vertrekken. de profieldiepte van de banden wordt maar door 4 op 10 bestuurders gecheckt.

VAB wijst nogmaals op het belang van een goede staat van de banden, want steeds minder auto’s beschikken over een volwaardig reservewiel, wat zeker op vakantie voor problemen kan zorgen.

Rijden met banden waarvan de bandenspanning niet correct is, is bovendien gevaarlijk. Het weggedrag van je auto wordt onvoorspelbaar, vooral in de bochten. Een te lage bandenspanning verhoogt ook de rolweerstand van de band en dus het brandstofverbruik. Uit onderzoek blijkt dat een te lage spanning van 0,5 bar leidt tot 2 à 3% meer brandstofverbruik.

Bij de meeste tankstations kan je de bandenspanning controleren en ook meteen door de banden oppompen.

De profieldiepte van de banden kan je eenvoudig meten met een muntstuk van 1 euro. Is het gouden randje van de munt zichtbaar als je deze in de groeven van de band stopt? Dan is de profieldiepte minder dan 3 mm en stilaan aan vervanging toe.

2. DE RUITENWISSERS

Hier doen de Belgen het goed. 6 op 7 controleert de ruitenwisservloeistof en 3 op 4 kijkt ook de staat van de ruitenwissers na.

Hoe controleer je de staat van de ruitenwissers?

1. Sproei ruitenwisservloeistof op de voorruit en zet de ruitenwissers aan

2. Zorgen je ruitenwissers voor één van volgende zaken? Dan zijn de ruitenwissers aan vervanging toe

-Ongewiste zones door onvoldoende druk

-Groeven in de voorruit

-Waas op de voorruit

-Piepend geluid

-“Flapperen” bij hoge snelheid

3. HET OLIEPEIL

5 op 6 Belgen controleert het oliepeil voor het vertrek.

Hoe controleer je het oliepeil?

- Peil de olie als de motor koud is, laat je motor minstens 10 minuten afkoelen.

- Zorg dat je auto waterpas staat, zodat je een betrouwbare meting krijgt.

- Maak de peilstok proper en stop hem terug in het oliereservoir. Haal hem eruit om het peil af te lezen.

- Als het niveau tussen de twee indicatoren staat, is het goed. Indien niet, vul de olie bij. De juiste olie vind je in het instructieboekje van je auto.

- Het verschil tussen het minimum- en het maximumpeil bedraagt een liter. Als het oliepeil onder het minimum staat, vul je best een halve liter bij.

- Zet het contact van je auto aan, zonder de auto te starten. Het lampje moet nu branden en na het starten van de auto opnieuw uitgaan.

4. DE KOELVLOEISTOF

45% van de Belgen die op vakantie gaan met de auto controleert de koelvloeistof zelf op voorhand. 33% laat dit door de garagist nakijken. Opgelet: het is heel belangrijk dat je de koelvloeistof controleert bij een koude motor, anders kan deze ernstige brandwonden veroorzaken.

Hoe controleer je de koelvloeistof?

- Controleer de koelvloeistof alleen bij een koude motor.

- Controleer de koelvloeistof bij voorkeur op een egale ondergrond, voor een betrouwbaar resultaat

- De koelvloeistof zit in een transparant reservoir. Er is geen vaste plaats voor het reservoir. Je kan het herkennen aan het afgebeelde symbool op de draaiknop dat op gevaar wijst: een uitroepteken in een driehoek, een wolk, opstijgende dampen met een hand.

- Het vloeistofpeil controleer je aan de hand van de streepjes op het reservoir. De vloeistof moet zich tussen het minimum- en het maximum-streepje bevinden.

- Als je de koelvloeistof bijvult, doe dat dan alleen met door de fabrikant aanbevolen vloeistof, zie hiervoor in het instructieboekje.

- Moet je regelmatig grotere hoeveelheden koelvloeistof bijvullen, dan kan dat duiden op een lek. Contacteer in dat geval een professional.

5. DE VERLICHTING

Slechts 1 op 2 Belgen die met de auto op vakantie gaan controleert zelf de verlichting. Nog eens 27% laat dit door de garagist doen. Dat wil zeggen dat 1 op 4 zijn verlichting niet controleert. Nochtans is je autoverlichting erg belangrijk, ook tijdens de zomermaanden. De autoverlichting zorgt er immers niet alleen voor dat de bestuurder kan zien, maar ook dat hij gezien wordt door anderen.

Hoe controleer je de verlichting van jouw auto?

- Het controleren van je verlichting doe je best per twee

- Schakel de lichten van je auto één voor één aan en laat de andere persoon kijken of de verlichting werkt.

- Controleer zeker het dimlicht, grootlicht, de richtingaanwijzers, mistlampen, het achteruitrijlicht en je stoplichten.

- Ben je alleen, dan kan je de auto voor een raam of een muur parkeren en zelf controleren of je verlichting werkt. Hiermee kan je echter niet je achterlichten en stoplichten controleren.