Vlaamse regering gaat 300 mogelijk vervuilde schoolgronden zelf onderzoeken
Vlaanderen is al een tijdje bezig om de historische bodemvervuiling aan te pakken. De sanering van voormalige fabrieksterreinen is op vele plaatsen al aan de gang. Maar er staan ook honderden scholen op gronden die vroeger sterk vervuild werden door schoolactiviteiten zelf, bijvoorbeeld door een lekkende stookolietank of door de activiteiten in de technische werkplaats van de school.
De Vlaamse Overheid heeft ongeveer 300 scholen hierover aangesproken en aangeraden om een oriënterend bodemonderzoek uit te voeren, dat uitsluitsel kan brengen over eventuele vervuiling. In principe moeten scholen zelf uitzoeken of hun terreinen vervuild zijn, maar amper 10 procent heeft hiervoor zelf al de nodige stappen ondernomen, aldus het kabinet Crevits. Scholen vrezen een te hoge factuur hiervoor, of zijn onvoldoende vertrouwd met de procedure die moet gevolgd worden.
OVAM onderzoekt, Vlaanderen betaalt
Omdat dat proces niet echt vlot, trekken Vlaams ministers van Onderwijs Crevits en van Leefmilieu Schauvliege het dossier naar zich toe. Zij sturen specialisten van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) naar de resterende scholen die mogelijk met vervuiling te kampen hebben, om zo snel zicht te krijgen op de problematiek.
Elk oriënterend bodemonderzoek, waarbij grondstalen worden genomen en geanalyseerd, kost 1.700 euro per site. In totaal trekken Crevits en Schauvliege hier 510.000 euro voor uit. Er wordt ook 24 miljoen euro voorzien om de sanering van effectief vervuilde gronden te betalen. Dat budget wordt niet bijkomend vrijgemaakt: die som was al voorzien voor bodemsaneringen.