Direct naar artikelinhoud
Buitenland

Deze Nederlandse boeren stappen naar de rechter nu hun koeien van Brussel naar het slachthuis moeten

Nederland, Zwartsluis, 2 mei 2015.Beeld Hollandse Hoogte / Michiel Wijnbergh Fotografie

Koeien moeten naar de slacht, anders kort Brussel Nederland vanwege de mest. Maar veel melkkoeien, dat mocht toch weer?

Zo'n vierhonderd Nederlandse melkveehouders proberen vandaag in een kort geding tegen de Nederlandse staat te voorkomen dat ze een groot deel van hun koeien naar het slachthuis moeten afvoeren. Staatssecretaris Van Dam van Landbouw verplichtte Nederlandse melkveehouders eind vorig jaar hun veestapel in te krimpen. Van Dam nam die maatregel omdat de Nederlandse melkveestapel meer mest produceert (of eigenlijk fosfaat, een bestanddeel van koeienmest dat schadelijk is voor het milieu) dan Brussel toelaat.

Veel Nederlandse melkveehouders hebben de laatste jaren hun veestapel juist uitgebreid vanwege de afschaffing van de Europese melkquota, op 1 april 2015. Na jaren van opgelegde productiebeheersing mochten de boeren ineens zoveel melk gaan produceren als ze wilden. Meer koeien leveren echter behalve melk ook meer mest. Nederland schoot door zijn fosfaatplafond heen. Dat plafond was met de EU afgesproken in ruil voor een zogeheten derogatie, een voordeeltje waardoor Nederlandse melkveehouders per hectare boerenland meer mest mogen produceren dan hun Europese collega's.

Nu Nederland de fosfaatnorm schendt, dreigt de EU de derogatie te beëindigen. Nederlandse veehouders zouden dan nog minder koeien per hectare mogen houden. Het Nederlandse kabinet zet daarom alle zeilen bij om de mestproductie snel omlaag te brengen. De boeren krijgen 'fosfaatrechten' voor het aantal koeien dat ze op 2 juli 2015 bezaten, en meer niet.

De veehouders die flink investeerden, kijken nu aan tegen grote verliezen

De veehouders die vlak voor de afschaffing van het melkquotum flink investeerden in nieuwe stallen en nieuwe koeien, kijken nu aan tegen grote verliezen. In de gang naar de rechter ligt voor hen de laatste hoop om die financiële klap te ontwijken.

Ardy de Goeij

Melkveehouder in Reeuwijk, Zuid-Holland, met 130 koeien. Doet vooralsnog niet mee aan de rechtszaken.

"In 2008 vroeg een wethouder van de gemeente of wij van een traditionele melkveehouderij wilden omschakelen naar een biologisch natuurbedrijf. Er was extra grond in de omgeving beschikbaar, dus dat zagen wij wel zitten. De jaren daarop heb ik nieuwe grond gekocht en gepacht en in januari 2015 begon ik met de bouw van een nieuwe vrijloopstal en het opfokken van extra kalveren."

"Ik verwacht compensatie. Zo niet, dan stap ik alsnog naar de rechter"
Melkveehouder Ardy de Goeij

"We waren net te laat klaar: op de peildatum had ik 130 koeien, waaronder veel jongvee (kalveren en pinken telt de overheid niet als volwaardige koe mee, red.) Maar jonge koeien worden volwassen en krijgen kalveren. Daardoor kwam ik boven het referentieaantal van 130. Dat was ook de bedoeling, want ik wilde groeien. Maar nu moest ik 43 gezonde koeien slachten die normaal gezien veel ouder hadden kunnen worden. Dat is hartstikke pijnlijk."

"En dan is er nog de economische schade: ik heb geld geleend voor investeringen gericht op 200 koeien. Als ik er maar 130 mag houden, loop ik voor 70 dieren omzet mis. Als wij straks gecertificeerde biologische melk produceren, kost me dat zo'n 3.000 euro per koe per jaar."

"Ik doe vooralsnog niet mee aan de rechtszaken. Ik denk dat ik onder de knelgevallenregeling zal vallen: ik voldoe aan een maatschappelijk belang en ik had mijn investeringen al gedaan vóór de peildatum kwam. Ik verwacht compensatie. Zo niet, dan stap ik alsnog naar de rechter."

Roel Oostra

Biologisch melkveehouder in Jellum, Friesland. 80 koeien. Doet vandaag mee aan het kort geding.

"Het is een onomkeerbare investering die ik heb gedaan. De voorzitter van LTO Melkveehouderij zei in 2013 dat het uitbreiden van veestapels geen enkel probleem zou zijn, mits boeren eerst voldoende grond erbij kochten. Dus kochten wij in 2014 en 2015 extra land en verlengden we de stal om meer koeien te kunnen melken. Door het fosfaatreductieplan moeten we nu ineens krimpen. Voor ons betekent dat een flinke financiële dreun. Er komen magere jaren aan."

"Het gaat me niet in koude kleren zitten"
Biologisch melkveehouder Roel Oostra

"Het raakt me ook persoonlijk. Dit is een zwarte bladzijde in ons leven. Ik ben een biologische, kleinschalige melkveehouder, wiens koeien naar buiten gaan en alle ruimte hebben. Ik veroorzaak dus helemaal geen milieuprobleem. Als ik minder koeien heb, heb ik ook minder mest. Daardoor moet ik straks mest van intensieve veehouderijen afnemen, van koeien die altijd binnen zitten en boven op elkaar staan. Ik moet dus het mestprobleem van megabedrijven oplossen, terwijl ik zelf maatschappelijk verantwoord bezig ben."

"Los van dat onrechtvaardigheidsgevoel heb ik de afgelopen tijd zeker dertig stuks jongvee en twintig koeien naar de slacht moeten sturen. Dat gaat me niet in koude kleren zitten. Zeker niet omdat er ook kalfjes van drie maanden oud bij zaten, en drachtige pinken. Vrachtauto's vol - allemaal weg, allemaal dood. Terwijl ik ruimte genoeg heb. Dat slaat toch nergens op?"

Frans Zanderik

Melkveehouder in De Lutte, Overijssel. 120 koeien. Een van vijf melkveehouders die eerder een rechtszaak tegen de staat wonnen.

"In juli 2015, op de peildatum voor het fosfaatreductieplan, waren wij bezig met nieuwbouw en een renovatie van een half miljoen euro. Hierdoor hadden we op dat moment maar 78 koeien, want 40 procent van ons vee stond tijdelijk bij de buren. Een half jaar later kregen we onze koeien en jongvee weer terug, maar toen werd het fosfaatreductieplan met terugwerkende kracht ingevoerd en begon het geëmmer. Volgens die regeling moesten we terug naar die 78 koeien, terwijl ik de stal natuurlijk niet had verbouwd voor dat aantal."

"Dat betekent het einde van ons familiebedrijf"
Melkveehouder Frans Zanderik

"Ik heb overal protest aangetekend, maar toen niemand wilde luisteren moest ik wel een rechtszaak aanspannen, samen met belangenorganisatie Netwerk GRONDig. De ochtend dat de rechter ons gelijk gaf, rolden de tranen over mijn wangen van blijdschap, maar staatssecretaris Martijn van Dam gaat in hoger beroep. Als hij wint en ik mijn bedrijf wil laten doordraaien, zouden wij 230 duizend euro aan fosfaatrechten moeten betalen. En dat betekent het einde van ons familiebedrijf. Terwijl ik de twaalfde generatie boer ben en de zevende generatie op deze plek. Terwijl onze koeien superveel ruimte hebben, en naar buiten gaan."

"Ik heb al 29 jonge koeien moeten verkopen en wil er niet nog meer kwijt. Al deze bureaucratie en boetesystemen en stomme regelingen kosten me zoveel energie. Ik melk nog liever elke dag driehonderd koeien met de hand."