“De enige valse noot is het missen van een medaille door Hermien Peters”, gaf Maesen toe. “Onze Europese beloftenkampioene kende een mindere dag en dat werd in dit deelnemersveld dus onverbiddelijk afgestraft. Dit WK U23 reikte qua niveau immers hoger dan vorig jaar, omdat alle topatleten zich niet moesten voorbereiden op olympische kwalificatieraces of op de Spelen. Bovendien keerden enkele olympiërs die schitterden in een K2 of K4 terug naar hun eenzitter en dat maakte dus de concurrentie voor Hermien nog sterker. Die vierde plaats en haar kleine achterstand is absoluut geen ramp, vooral niet omdat we vooraf stelden dat dit WK geheel in teken staat van onze voorbereiding op het grote WK.”

Dat geldt ook voor broer Artuur Peters, die dit WK met twee keer zilver afsloot. “Het blijft godgeklaagd dat de internationale kajakfederatie niet reageert op unfaire wedstrijdomstandigheden. Zaterdag werden alle finales van de eenzitters gewonnen door vaarders die in de banen acht of negen lagen, dus ook de K1 1000m. Artuur verloor nog nooit van de Argentijn Vernice en nu dus wel. Benieuwd hoelang men in het kajakken nog zal wachten om het toproeien te volgen, want daar worden de snelste teams van de halve finaleraces bij unfaire omstandigheden wel in de meest gunstige banen gelegd, zodat de winnaars dan ook de terechte wereldkampioenen zijn.”

Maesen lichtte ook graag de knalprestatie van Jonathan Delombaerde in de K1 200m nog even toe. “Het was zijn eerste WK-finale ooit, wat dus al een eerste succesje was. Toch hoopten we ook nog stiekem dat hij daarin een medaille zou pakken. Jonathan kwam daarvoor amper een halve seconde tekort. Hij bevestigde met die vierde plaats alleszins zijn regelmaat en zijn steile vooruitgang.”