Volgens het slachtoffer, een man van Turkse origine, werd hij bij het verlaten van een bar in het centrum van Vilvoorde omstreeks 4.30 uur in de ochtend brutaal aangepakt door de politie, die enkel Nederlands sprak, een taal die hij niet begreep. De agenten zouden met zes op hem gesprongen zijn en in de schermutseling zijn arm gebroken hebben. Pas na veertig minuten in de combi vertoefd te hebben, zouden ze hem naar het ziekenhuis van Vilvoorde gebracht hebben, waar hij een pijnstiller kreeg en de raad om maandag terug te komen. Pas in het Eramusziekenhuis in Anderlecht kreeg hij de nodige zorgen. Hij werd er zaterdagmorgen geopereerd aan de arm. Volgens de familie was er bij de politie duidelijk sprake van discriminatie.

Bij het parket van Halle-Vilvoorde is een heel andere versie te horen. “Bij aankomst van de agenten na een oproep voor een vechtpartij in een café duidde de portier twee personen aan die in een voertuig zaten en de plaats wilden verlaten. Bij controle werden in dit voertuig twee illegale wapens (pepperspray en een mes) aangetroffen. Een van de twee leek buiten zinnen en riep naar politie en omwonenden. Hij werd hierop door de politie van zijn vrijheid beroofd, maar verzet zich, komt hierbij ten val en geraakt gekwetst aan zijn arm. Hierna wordt hij voor verzorging naar het ziekenhuis gebracht”, zegt parketwoordvoerder Gilles Blondeau.

Voor het bezit van de illegale wapens kregen beiden een voorstel tot minnelijke schikking aangeboden. Als ze hierop niet ingaan, riskeren ze voor de correctionele rechtbank te worden gedaagd en een straf van 1 maand tot 5 jaar en/of een boete van 100 tot 25.000 euro.