Direct naar artikelinhoud
Opinie

Wie het leven van één mens redt, redt de hele mensheid. Nu moet Geens nog justitie redden

Jan Nolf.Beeld Thomas Sweertvaegher

Wij Belgen zijn de dappersten onder de Galliërs om onze nationale reputatie de dieperik in te storten. Onze eigenste voorzitter van het Hof van Cassatie verketterde onze rechtstaat als een ‘schurkenstaat’. Hij zal zich in de adellijke handjes hebben gewreven bij de reeks van acht Amsterdamse vonnissen waarbij overlevering van verdachten naar ons land on hold wordt gezet. Op zijn Hollands luidt het dat de rechtbank zelfs "ambtshalve bekend is" met de reactie van justitieminister Koen Geens (CD&V): de voetnoot in het vonnis verwijst naar diens eigen blog van 13 juli met de titel 'Iedereen beseft dat deze situatie niet kan duren'.

Een Nederlandse rechter die de blog van een Belgisch minister ‘ambtshalve’ volgt, het is eens iets anders. Het mag meteen een tip zijn voor onze Belgische magistraten om inspirerende Nederlandse rechtspraak te lezen. Die heeft overigens het onklopbaar voordeel van meteen online te staan en – jawel – te worden getweet via @RechtspraakNL. Bij ons zijn het Grondwettelijk Hof en de Raad van State eenzame voorbeelden van snelle online publicatie. Voor ander nieuws is het vaak tot een jaar wachten op de lectuur van nieuwe rechtspraak. Ook dat vertraagt ons debat.

Het is dus al bij al een geluk bij een ongeluk dat uitgerekend een Nederlands vonnis het verslag van het antifoltercomité CPT van de Raad van Europa ons nog eens opnieuw onder de neus wrijft. Dat dit verslag pas dateert van 13 juli en al in Amsterdamse vonnissen van 1 augustus als argument wordt gebruikt, heet in Ajax-termen kort op de bal spelen.

Even grasduinen in de Nederlandse rechtspraak leert dat België nu pas, als laatste in een lange reeks, een veeg uit de pan krijgt. Al maandenlang hanteert de Nederlandse Internationale Rechtshulpkamer (IRK) gelijkaardige motiveringen naar aanleiding van gelijkaardige rapporten van de Raad van Europa. Ook Roemenië, Bulgarije en Portugal kwamen al aan de beurt, maar ook Frankrijk en zelfs voorbeeldland Zweden: een bloemlezing daarvan zwierde ik al op Twitter.

Dat internationaal gezelschap is niets om trots op te zijn en rechtvaardigt geen enkele relativering. De intellectuele juridische en politieke eerlijkheid gebiedt echter wel wat duiding. 

Vooreerst concentreerde de kritiek van het CPT zich op de extreme situatie tijdens de cipiersstakingen van 2016. Het comité schreef daarover dat alle gesprekspartners het erover eens waren dat toen “een rode lijn is overschreden”. De absoluut mensonwaardige detentieomstandigheden tijdens die kritieke weken is wel een volledige regeringsverantwoordelijkheid. Ik kan me indenken dat die beschamende impasse met dezelfde minister van Justitie, maar met een minder polariserende regeringsmeerderheid sneller kon worden doorbroken.

Ik mag me niet voorstellen wat de stand van onze rechtstaat nu zou zijn als in deze regering Koen Geens de minister van Binnenlandse Zaken ware geweest, en Jan Jambon (N-VA) minister van Justitie

Ik mag me overigens niet voorstellen wat de stand van onze rechtstaat nu zou zijn als in deze regering Koen Geens de minister van Binnenlandse Zaken ware geweest, en Jan Jambon (N-VA) minister van Justitie. Dat geldt ook voor de ravage van 17 mei 2016: het kabinet van Binnenlandse Zaken zorgde toen blijkbaar meer voor de eigen veiligheid dan voor die van justitie.

Nederig

Het tweede punt is fundamenteel. De beleidsverklaring van Koen Geens verwees al naar CPT-ingebrekestellingen, maar is doordrongen van een visie dat de gevangenis slechts de ultieme remedie mag zijn. Dat staat op zeer gespannen voet met de visie van de Vlaams-conservatieve coalitiepartner, die eerder aanleunt bij die van de Amerikaanse collega Jeff Sessions.

Het aanzuigeffect van nieuwe gevangenissen bestaat. Er zijn zelfs magistraten die ze verkiezen boven nieuwe alternatieven.

Het derde punt is persoonlijk. Op zondag 14 december 2014 knielde Koen Geens in het Vlinderpaleis op de beklaagdenbank: bij de uitreiking van de ‘Prijs’ van de Liga voor Mensenrechten aan de overledenen in Belgische gevangenissen. Nooit heb ik een nederiger minister gezien.

Enkele dagen later zat hij in een cel: urenlang naast Frank Van den Bleeken. Diens euthanasie ging niet door en ondertussen leeft Frank vrij gelukkig in het nieuwe centrum in Bierbeek.

Wie het leven van één mens redt, redt de hele mensheid, zegt de Talmoed. Nu moet Geens nog justitie redden.