Man met prothese krijgt geen voorrangspas van Plopsa

Alweer krijgen de pretparken van Plopsa zware kritiek voor de manier waarop ze omgaan met mensen met een beperking. Een man met een beenprothese gaat een klacht indienen omdat hij geen voorrangspas kreeg. Plopsa vraagt daarvoor bovenop een invalidenkaart een extra doktersattest.

jom

Het had een gezellig uitje moeten worden met de familie. Maar in de plaats daarvan werd zijn bezoek aan Plopsaland De Panne maandag een beproeving voor Jean-Pierre Peters (49). Na een motor­ongeval verloor de man uit het Limburgse Riemst op zijn negentiende een been. Sindsdien draagt hij een prothese. “Lang rechtstaan lukt me niet. Dus vroeg ik aan het onthaal een voorrangspas. Maar die kreeg ik niet. Ik moest eerst een doktersattest voorleggen waarin staat dat ik geen wachtrijen kan doen.”

De strenge regels gelden niet in andere parken. De Efteling trok dit voorjaar een gelijkaardige voorwaarde in na fel protest. En in Bellewaerde en Walibi volstaat een invalidenkaart. Maar volgens Wim Wauters, parkmanager van Plopsaland De Panne, zijn de attesten nodig om misbruik te vermijden. “Onze medewerkers zijn geen dokters. Ze kunnen niet bepalen of ­iemand in staat is om aan te schuiven. Het is niet omdat je een prothese hebt, dat je geen wachtrijen kan doen.” Alleen voor blinden en rolstoelpatiënten geldt een uitzondering. “Voor hen is aanschuiven sowieso lastig.”

“Plopsa doet niets fout”

Het kabinet van staatssecretaris voor Gelijke Kansen Zuhal Demir (N-VA) kan zich in die uitleg vinden en zegt dat Plopsa niets doet dat niet mag. Toch is Jean-Pierre erg misnoegd. “Ik voelde me gewoon niet welkom. Dertig jaar na mijn ongeval zou ik plots opnieuw moeten bewijzen dat ik gehandicapt ben.” Eerstdaags wil hij klacht indienen bij gelijkekansencentrum Unia.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER