Scholen zoeken gratis klusjesmannen, maar dat ziet niet iedereen zitten

Een oproep in het infoblad van de stad Antwerpen naar vrijwilligerswerk op school, schiet ­onderwijsvakbond COV in het verkeerde keelgat. Algemeen secretaris Marianne Coopman ziet er het bewijs in van een structureel gebrek aan geld in het basisonderwijs. “Klussen en de organisatie van de opvang zouden niet afhankelijk mogen zijn van vrijwilligerswerk”, zegt ze.

Jens Vancaeneghem

Een opa die voorleest in de klas, ouders die een namiddag helpen om het klaslokaal op te kalefateren of een buurvrouw die kinderen naar het zwembad vervoert: vrijwilligerswerk ís stevig in­gebakken in ons onderwijs. De Koning Boudewijnstichting becijferde dat in 2014 over heel België zo’n 196.000 vrijwilligers af en toe insprongen op school.

Maar de paginagrote advertentie in het augustusnummer van het infoblad van de stad Antwerpen doet vakbond COV de wenkbrauwen fronsen. Het Servicepunt Vrijwilligers, de stadsdienst die vrijwilligers zoekt voor allerlei organisaties, roept er Antwerpenaren op om kinderen te begeleiden voor en na de school of om er klusjes uit te voeren.

“Een mama die eens meegaat op uitstap of een leesopa versterken de band tussen de school en de ouders of de buurt, maar dit lijkt op een structurele ingreep”, zegt ­Marianne Coopman, algemeen secretaris van het COV. “Klussen en de organisatie van opvang zouden niet afhankelijk mogen zijn van vrijwilligerswerk.”

De advertentie is er voor basisscholen van alle netten, dus niet enkel die van het stedelijk onderwijs in Antwerpen. “Op vraag van de scholen zelf en ter ondersteuning van professionelen”, klinkt het op de dienst. “Het is niet de bedoeling dat de vrijwilligers alles zelf organiseren. Bij de klussers gaat het om enkele uren per week, bijvoorbeeld om lampen te vervangen.”

Toch toont de advertentie volgens COV aan dat er iets grondig schort met de financiering van het basisonderwijs. “Werken met kinderen vraagt professionaliteit en kwaliteit. Daar is budget en opgeleid personeel voor nodig”, zegt Coopman.

Te weinig middelen

Het onderhoud van de basisschool moet in principe gebeuren met de werkingsmiddelen die directeurs krijgen van het ministerie van Onderwijs. Maar het katholiek onderwijs klaagde eerder al aan dat die ontoe­reikend zijn.

Ook de voor- en naschoolse opvang is al jaren een pijnpunt. Dat behoort in principe niet tot de taken van scholen, dus krijgen ze daar geen extra geld voor van de Vlaamse regering. Ze behelpen zich daarom vaak met vrijwil­ligers. “We vragen al jaren maatregelen van het beleid om dat structureel op te lossen”, zegt ­Patriek Delbaere, algemeen directeur van de Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten (OVSG).

Onderwijsminister Hilde Crevits (CD&V) erkende eerder al de nood aan extra middelen en werkt aan een actieplan voor het basisonderwijs. En ook het Vlaams Parlement werkt aan een voorstel van decreet om de buitenschoolse opvang te hervormen. “We bekijken of er mini­male kwaliteitseisen moeten komen voor wie er werkt en we willen afspraken over de kostprijs voor de ouders”, zegt parlementslid ­Katrien Schryvers (CD&V).

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen