© IMAGEGLOBE

Slechts 1 op 10 haltes van De Lijn toegankelijk voor mensen met beperking

Slechts 10,17 procent van de haltes van De Lijn is autonoom toegankelijk voor personen met een motorische beperking. Mits assistentie stijgt dit percentage tot 27,3. Voor personen met een visuele beperking is slechts 4,62 procent van de haltes toegankelijk. Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams minister Ben Weyts op een schriftelijke vraag van Katrien Schryvers (CD&V).

Weyts baseert zich voor deze cijfers op de actuele inventarisatie van de toegankelijkheid van de circa 36.704 haltes. Daarvan waren er begin mei 2017 al 28.284 (77 procent) in kaart gebracht. De klus zal tegen oktober 2017 volledig geklaard zijn. De toegankelijkheid voor personen met een motorische beperking zonder assistentie schommelt per provincie tussen 6,89 procent (Oost-Vlaanderen) en 15,24 procent (Antwerpen) en met assistentie tussen 17,44 procent (Oost-Vlaanderen) en 43,24 procent (Antwerpen). Voor personen met een visuele beperking schommelt de toegankelijkheid tussen 3,2 procent (Oost-Vlaanderen) en 10,3 procent (Limburg).

Meer mobiele lijnen

“De inventaris kan worden gebruikt om een gericht en planmatig investeringsbeleid vorm te geven. Op basis van de inventaris zal Vlaanderen aan wegbeheerders gerichte vragen kunnen stellen om prioritair aan te pakken haltes toegankelijk te maken. Op die manier wordt planmatig een netwerk van ‘meer mobiele lijnen’ nagestreefd. De Lijn trekt zelf 1,5 miljoen euro uit om haltes in eigen bedding (tramhaltes) van de eerste geselecteerde ‘meer mobiele lijnen’ toegankelijk aan te leggen”, aldus Weyts. Op een dergelijke lijn is het merendeel van de haltes toegankelijk zodat vooraf reserveren niet meer nodig zal zijn. Er wordt gestart met één lijn per provincie: kusttram in West-Vlaanderen, Hasselt-Heusden in Limburg, tramlijn 1 in Gent, tramlijn 15 in Antwerpen en de ringbus in Leuven.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer