Vanhoof had zich eerder op de dag als derde in haar reeks verzekerd van een ticket voor de finale en was zo al zeker van een olympisch diploma. In de finale startte ze matig en zag ze naast haar de Française Manon Valentino al meteen tegen de grond gaan. Vanhoof was daarna op achtervolgen aangewezen, moest na een tuimelperte ook de Nederlandse Laura Smulders nog ontwijken en kwam niet verder dan een zesde stek. Ze pakte dus geen medaille, maar mag bij haar debuut op de Spelen zeker tevreden zijn met haar prestaties.

De 24-jarige Vanhoof mikte in Rio bij haar olympisch debuut op een plaats in de finale en sloot daarin eremetaal niet uit. Vorig jaar werd Vanhoof nog Europees kampioene. Op de Europese Spelen in Bakoe moest ze vrede nemen met een zevende plaats.

“Er zat meer in maar ben tevreden met finale”

“Mijn start in de finale was niet ideaal. Ik hoopte te vertrekken zoals in de eerste of derde reeks, maar het kwam er niet helemaal uit. Ik bleef te lang op mijn achterwiel rijden waardoor ik wat snelheid verloor”, legde Vanhoof achteraf uit. “Op het tweede stuk kon ik vervolgens niet voorbijsteken en na de val van Laura Smulders in de laatste rechte lijn was het helemaal voorbij. Er had meer ingezeten maar ik ben wel tevreden met een finaleplaats.”Vanhoof had voor de Spelen gezegd dat haar eerste en belangrijkste doel het overleven van de halve finales was. “Geweldig, super”, noemde Vanhoof vrijdag het bereiken van die finale. “Het was even spannend na de tweede reeks (waarin ze na een slechte start zesde werd). Daar zat ik bij de start even tegen het hek. Ik moest daarop supergoed fietsen in de derde reeks om genoeg punten te halen. Dat lukte en zo stond ik in de finale. Dan wil je het ook zo goed mogelijk doen. Spijtig van mijn start.”Vanhoof deelt in het olympisch dorp een appartement met baanwielrenster Jolien D’hoore, die dinsdag brons won in het omnium. “Toen zij ‘s avonds thuiskwam met die medaille, dacht ik bij mezelf ‘dat wil ik ook’. Maar dit is zo’n onvoorspelbare sport of je moet echt top zijn zoals Pajon.”

De Colombiaanse Mariana Pajon stak er vrijdag met kop en schouders bovenuit. Ze domineerde de reeksen en was ook in de finale, voor een uitzinnig en voornamelijk Colombiaans publiek, veel te sterk voor haar tegenstanders. “Ze is een klasse apart”, erkent Vanhoof. “Ze heeft altijd in mijn jeugdreeksen gezeten en ze was toen al ongelofelijk. Technisch is ze super.”Wat de toekomst brengt, laat Vanhoof voorlopig nog open. “Ik heb de voorbije twee jaar veel progressie gemaakt dus het zou zonde zijn om nu stoppen”, legt ze uit. “Maar om nu al vooruit te kijken naar Tokio (2020), is het nog vroeg.”