Waarom geen fiscaal consensusmodel?

In verschillende kranten verscheen vrijdag het bericht dat de Bijzondere Belastinginspectie van Hasselt een claim van 50 miljoen euro heeft opgelegd aan het Ziekenhuis Oost-Limburg. Met deze claim viseert de Bijzondere Belastinginspectie de manier waarop de ziekenhuizen de erelonen aangeven die ze uitkeren aan artsen die zich in een “pool” hebben verenigd.
opinie
Opinie

Mark Delanote is professor fiscaal recht aan de UGent


Michel Maus is hoogleraar (VUB) en advocaat gespecialiseerd in fiscaal recht

Pas op, het gaat hier niet om fraude. De claim van de Bijzondere Belastinginspectie is het gevolg van een principiële discussie over de vraag of de verplichting tot het uitschrijven van fiscale fiches door het ziekenhuis correct werd toegepast. Het Ziekenhuis Oost-Limburg heeft geen aparte fiscale fiches opgesteld voor de individuele artsen, maar alleen een fiche per pool van artsen. Het zijn de artsen die vervolgens de erelonen volgens een verdeelsleutel onder elkaar verdelen. Volgens de Bijzondere Belastinginspectie bemoeilijkt deze handelswijze de belastingcontroles, zodat er reden is om te spreken van ‘geheime commissielonen’ en die worden belast tegen een belastingtarief van 103%.

Algemeen verspreide praktijk

Los van de inhoudelijke discussie is het een feit dat de manier waarop het Ziekenhuis Oost-Limburg zijn artsen heeft verloond en zijn fiscale verplichtingen heeft nageleefd helemaal niet uniek is voor dit ziekenhuis. Het is de loutere toepassing van een algemeen verspreide praktijk in de Belgische ziekenhuizen die reeds decennia lang wordt toegepast. Het is dan ook niet meer dan begrijpelijk dat het Ziekenhuis Oost-Limburg zich door de fiscus geviseerd voelt, in de wetenschap dat andere ziekenhuizen geen fiscale strop om de nek krijgen, althans voorlopig. En het is net dat aspect dat bekritiseerd moet worden.

Het is ondertussen een beproefde tactiek van de fiscale administratie om principiële discussies die een ganse sector of veel belastingplichtigen aanbelangen op deze manier aan te pakken. Er wordt een testcase opgestart en dan “ziet men wel hoe ver men geraakt”. Ondertussen worden er onderhandelingen opgestart, processen gevoerd en vroeg of laat leiden die wel naar een oplossing. Dat is de redenering die jammer genoeg vaak wordt gevolgd. En daar is uiteindelijk niemand bij gebaat. In de eerste plaats uiteraard het jammerlijke proefkonijn niet dat als voorwerp voor de fiscale testcase moet dienen, maar ook alle andere belastingplichtigen die zich in een gelijkaardige situatie bevinden worden door deze manier van handelen gegijzeld. En ook de belastingadministratie zelf is hiermee niet gebaat. Door op die manier te handelen verliest de administratie nog meer vertrouwen en dat leidt enkel maar tot verdere fiscale verzuring.

Destructief conflictmodel

Het wordt dan ook hoog tijd dat de regering en de fiscale administratie beseffen dat we moeten afstappen van dit destructieve fiscale conflictmodel en moeten overstappen naar een constructief fiscaal consensusmodel. Is het in het geval van de huidige ziekenhuisproblematiek niet veel meer aangewezen om een overleg met de globale ziekenhuissector op te starten en praktische afspraken te maken hoe de ziekenhuizen hun fiscale fiches moeten opmaken? Is een dergelijke benadering niet veel constructiever dan met een absurde miljoenenclaim de werking te hypothekeren van het ziekenhuis dat als proefkonijn moet dienen? Blijkbaar vindt de fiscus van niet.

Hoog tijd om maatregelen te nemen

In het regeerakkoord van de huidige regering staat nochtans een passage over “taxificatie”. Het is de bedoeling van de regering om het wederzijds vertrouwen tussen de belastingplichtigen en de belastingadministratie, in het bijzonder de controlediensten te versterken en om te streven naar een nuttig evenwicht tussen de belangen van de belastingadministratie en de belangen van de belastingplichtige. Hoe men deze doelstelling exact wil bereiken laat het regeerakkoord in het midden, maar de huidige ziekenhuisproblematiek toont aan dat het hoog tijd wordt om maatregelen te nemen.

Het vasthouden aan het huidige fiscale controlebeleid dat in hoofdzaak op sanctioneren is gericht, is nefast voor het vertrouwen in de fiscus en dus ook nefast voor het algemeen belang. En dat beleid kan eenvoudig worden omgedraaid, als daar politieke en administratieve wil voor bestaat. Waarom stappen we niet gewoon over naar een fiscaal consensusmodel. Dit zou zo veel beter werken. Met een fiscaal consensusmodel dient de fiscus bij het vaststellen van niet frauduleuze sectorale problemen een dialoog met de sector op te starten om toekomstgerichte oplossingen uit te werken, in plaats van testprocessen te voeren om voorbeelden te stellen. En voor individuele belastingplichtigen kan gedacht worden aan constructieve controles waarbij wordt nagegaan hoe bijvoorbeeld een onderneming fiscaal administratief werd gestructureerd. Indien er bij een dergelijke controle geen frauduleuze problemen worden vastgesteld, kan ook hier na dialoog en naar de toekomst toe louter remediërend worden gewerkt in plaats van puur sanctionerend.

Zou een dergelijke benadering niet veel beter zijn dan het huidige conflictmodel en het vertrouwen tussen belastingplichtige en fiscus terug herstellen? Wij denken het wel. Beter een slecht akkoord dan een goed proces. Waar hebben we dat nog gehoord?

VRT Nieuws wil op deredactie.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Meest gelezen