Direct naar artikelinhoud
'Fout' verleden

Moeten koloniale pronkstukken uit het verleden geen museumstukken worden?

België worstelt meer dan buurlanden met verleden
Beeld Tim Dirven

Beelden ter ere van ons ‘fout’ – vaak koloniaal – verleden vind je overal in België. In Wilrijk bijvoorbeeld staat pater De Deken met zijn voet op de rug van een Afrikaan. In plaats van de beelden weg te halen, plaatsen we er vaak een plakkaatje bij. "Iets niet doen is gemakkelijker dan iets wel doen."

en

"Gevallen in dienst van de beschaving", zo staat het nog steeds in steen gebeiteld onder Den Olifant. Al bijna 70 jaar staat het 'Monument der Pioniers' er al in het Grupellopark van Geraardsbergen. Een koloniaal monument ter ere van de Geraardsbergenaars die hun leven lieten ten dienste van Belgisch Congo. Het grootste deel van die 70 jaar stond Den Olifant daar zonder noemenswaardig ophef, maar dat veranderde begin dit jaar. Plots was het beeld en de blanke overheerser waar het voor stond, minder evident. 

"We hebben toen op een keurige manier voor duiding gezorgd", zegt burgemeester Guido de Padt (Open Vld) nu. "Waarom staat die olifant daar? Wel, die staat er ter nagedachtenis van de Belgen die gevallen zijn in Congo. De misdaden die er zijn gebeurd, hebben daar niets mee te maken. We willen ons niet mengen in die woelige Belgische, koloniale geschiedenis."

Veel te karig

Professor koloniale geschiedenis aan de KU Leuven Idesbald Goddeeris vindt het karig, te karig. Hij ziet koloniale beelden zoals Den Olifant liefst uit het straatbeeld verdwijnen. Niet om zomaar te vergeten op een schroothoop, maar om kritisch te benaderen in een museum. Plakaatjes zoals in Geraardsbergen, maar die vind je ook in Gent, Wilrijk en Oostende, schieten volgens Goddeeris te kort.

De Verenigde Staten hebben hun collectieve slaventrauma, voor de Belg is het vooral de bloederige geschiedenis van Leopold II in Congo, en in mindere mate extreem Vlaams-nationalisme. Informatiebordjes om dat trauma te 'plaatsen', missen volgens Goddeeris hun doel. "Vaak zijn ze te genuanceerd, te omslachtig en zijn ze van mindere kwaliteit, zo werden in Wilrijk de letters na een tijd onleesbaar." Halle doet het volgens de historicus beter. In 2009 plaatste de gemeente een plakkaatje pal naast een buste van Leopold de Tweede. De tekst draait niet om de pot, maar verwijst naar de ‘zware tol aan Congolese levens’.

'Zo blijf je het koloniale narratief onderschrijven en beschouw je het als vanzelfsprekend'

Ieder beeld is weleens beklad of gevandaliseerd, maar beelden neerhalen zoals nu gebeurt in de VS, is in onze recente geschiedenis België nog nooit gebeurd volgens Goddeeris. En dat vindt hij vreemd. "Het gaat om propaganda uit het verleden dat in het huidige straatbeeld blijft staan. Zo blijf je het koloniale narratief onderschrijven en beschouw je het als vanzelfsprekend." In een museum, met duiding over de propagandadoeleinden van destijds, zouden deze gecontesteerde beelden beter tot hun recht komen.

Directeur Guido Gryseels van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren heeft de vraag al vaker gekregen. "Vanuit gemeenteraden horen wij steeds luider de vraag om iets te doen." Maar praktisch blijft dat toch wat moeilijker, zegt Gryseels. "Iedere stad of dorp heeft wel iets." Wat dan wel dé oplossing is? Zo simpel is het niet, maar volgens Gryseels moeten de beelden op hun huidige plek vooral beter omkaderd worden, met meer duiding.

Oostende, 2004. Onder mysterieuze omstandigheden verliest een van de Afrikanen in de beeldengroep onder het ruiterstandbeeld van Leopold II op de zeedijk een hand. De actie wordt later opgeëist door 'De Hand Van De Stoete Ostendenoare', een actiegroep die het bordje onder het beeld beu was: "Dank van de Kongolezen t.o.v. Leopold II om hen te hebben bevrijd van de slavernij onder de Arabieren." De hand werd nooit gerestaureerd. Op zich mooi, maar ook gemakzuchtig van de stad vindt Goddeeris. "Iets niet doen is gemakkelijker dan iets wel doen. De stad kondigde al jaren geleden aan om een straat naar Patrice Lumumba te vernoemen, maar dat is nog altijd niet gebeurd."

Identiteitscrisis

Dalilla Hermans, auteur en journaliste bij Charlie Magazine en zelf van Rwandese afkomst, stelt vast dat Belgen nog altijd aan het begin van het vraagstuk staan. "We denken er nog maar net over na." Dat koloniale beelden nog steeds het straatbeeld kleuren moet volgens haar wel veranderen. Bij onder meer de Afrikaanse gemeenschap liggen ze gevoelig. "Er zijn lokaal acties. We willen deze beelden niet vieren, maar historisch plaatsen in een museum."

'Wij Belgen denken er nog maar net over na. Er zijn lokaal acties. We willen deze beelden niet vieren, maar historisch plaatsen in een museum'

Hebben de Belgen dat verleden dan zo slecht verteerd? Volgens Goddeeris doen de buurlanden het wel beter. In Nederland is meer herdenkingsruimte voor de onafhankelijkheid van Suriname en de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog, in Londen staan verschillende beelden van Gandhi, de man die optrok tegen het Britse koloniale regime in Indië. Dat België achterblijft, ligt volgens Goddeeris aan de relatief kleine Congolese gemeenschap hier. "Na de onafhankelijkheid bleef migratie naar ons land beperkt. In 1990 woonden er slechts zo’n 20.000 Congolezen. Dat is sindsdien wel toegenomen." Een tweede verklaring is volgens de historicus de Belgische identiteitscrisis. "Belgen van linkse signatuur zijn minder stellig dan in omliggende landen omdat ze minder geneigd zijn kritiek te geven op België."

Goddeeris en Gryseels kijken uit naar 2018. Dan staat de heropening van het Afrikamuseum gepland. Goddeeris hoopt dat dit het debat ten goede komt. Directeur Guido Gryseels verwacht een voorbeeldfunctie te kunnen spelen. "Iedereen zal kijken hoe wij de koloniale geschiedenis brengen, niet alleen in België. Het is voor het eerst dat een voormalig koloniaal museum absoluut kritisch wordt. In andere landen werden dergelijke musea gesloten of compleet neutraal."