Direct naar artikelinhoud
Kolonialisme

Verwijzingen naar koloniaal verleden doen stof opwaaien: 'foute' standbeelden wankelen op voetstuk

Het Leopold II-standbeeld in het Gentse Zuidpark.Beeld RV

Het Afrikamuseum in Tervuren krijgt steeds meer vragen van gemeenteraden die advies nodig hebben over controversiële beelden die verwijzen naar ons koloniaal verleden. “Ze zijn in de recente jaren ­allemaal weleens beklad”, weet Idesbald Goddeeris, professor koloniale geschiedenis aan de KU Leuven.

en

Soms vragen de gemeenten het Afrikamuseum om de beelden te komen halen, even vaak zijn ze op zoek naar meer duiding. “Hoe leg je wantoestanden uit op een tekstplaatje bij een uitgesproken koloniaal standbeeld? Dat is niet gemakkelijk”, vertelt museumdirecteur Guido Gryseels. “Maar de vraag om iets te ondernemen klinkt steeds luider, en ik verwacht niet dat het snel zal minderen.” 

Zo hing in Gent eerder dit jaar een bordje langs een buste van Leopold II, waarop staat dat de stad de vele slachtoffers ten tijde van Kongo Vrijstaat betreurt. “Die beslissing kwam er na aanhoudende vragen van omwonenden”, zegt Daan Vander Steene, de kabinetschef van burgemeester Daniël Termont (sp.a). In Geraardsbergen leidde de restauratie van een koloniaal monument begin dit jaar tot protest. Ook hier werd een plaatje geplaatst om het monument beter te duiden.

'Ze staan in het straatbeeld om iets of iemand te vieren, niet om de geschiedenis kritisch te benaderen'
Dalilla Hermans, schrijver

Historicus Goddeeris ziet de beelden liever verhuizen naar een museum. “De duidingsbordjes zijn vaak te genuanceerd en te omslachtig”, vindt Goddeeris. “Het gaat om propaganda uit het verleden die in het huidig straatbeeld blijft staan. Zo blijf je het koloniale narratief onderschrijven en beschouw je het als vanzelfsprekend.”

Verontwaardiging?

Dalilla Hermans, een schrijver met Rwandese roots die zich vaak uitspreekt over racisme, is het met hem eens. “Ze staan in het straatbeeld om iets of iemand te vieren, niet om de geschiedenis kritisch te benaderen.” Volgens Hermans ontbreekt de algemene verontwaardiging in de samenleving, onder meer door beperkte kennis van de wandaden onder Leopold II. “In de Afrikaanse gemeenschap leeft dit wel. Lokaal ontstaan acties als ‘Decolonize Belgium’ die via sociale media oproepen om iets te ondernemen.”

Maar Gryseels is eerder voorstander van goede omkadering ter plaatse, al is het maar omdat het geen optie is om alle beelden naar Tervuren te verhuizen. Praktisch is het onhaalbaar – “iedere stad of dorp heeft wel iets” – en al die monumenten passen niet binnen de ambities van het museum, dat midden 2018 weer open gaat. “Wij willen dan een ­voorbeeldrol spelen over het omgaan met koloniale geschiedenis. Dan komen ze van over de hele wereld kijken hoe wij het doen.” 

Ook politici vragen een andere aanpak, zonder de geschiedenis weg te gommen. Van een nationaal beleid is evenwel geen sprake. Standbeelden en straatnamen zijn bij uitstek een lokale bevoegdheid, legt CD&V uit. “Het komt de gemeenten toe de gepaste duiding te voorzien.” Groen benadrukt dat “we de rol in de genocide niet mogen uitwissen”.

Lees ook het uitgebreidere achtergrondstuk: Moeten koloniale pronkstukken uit het verleden geen museumstukken worden? (+)