Cyriel Verschaeve: waarom is de man zo omstreden?

In de discussie over al dan niet naamsverandering voor de Cyriel Verschaevestraten in Vlaanderen, zullen veel lezers zich afvragen wie die man was, waarom er straten naar hem genoemd werden en waarom hij zo omstreden is.

Cyriel Verschaeve werd in 1874 in het West-Vlaamse Ardooie geboren en raakte al snel in de ban van vooral Vlaamse literatuur. Hij ging theologie studeren en werd in zijn studentenjaren begeesterd door de priester-dichter Guido Gezelle en Albrecht Rodenbach met diens Vlaamsgezindheid.

Verschaeve werd priester, ging les geven en studeerde nog voor de Eerste Wereldoorlog in Duitsland. Daar vatte hij een passie op voor het pangermanisme waarin hij Duitsland zag als een inspiratiebron voor het Vlaamse volk, waar de Franstalige overheersing van het toenmalige België dat land eerder naar de Latijnse wereld dreef.

Na zijn terugkeer werd Verschaeve onderpastoor in Alveringem langs de Franse grens dat tijdens de Eerste Wereldoorlog net buiten de Duitse bezettingslinie bleef. In die periode zette Verschaeve zich in voor de Vlaamse soldaten in het Belgisch leger, één van de redenen waarom hij een aantal straten naar zich genoemd kreeg. In Alveringem is ook een Verschaevemuseum.

Na de oorlog schaarde Verschaeve zich achter de Vlaamse Frontbeweging en van zijn hand is het citaat "Hier liggen hun lijken als zaden in het zand, hoop op den oogst O Vlaanderland" dat in 1930 op de eerste IJzertoren in Diksmuide werd aangebracht.

Van IJzer naar collaboratie en SS

Omdat hij die Vlaamse beweging rond de IJzerbedevaart niet radicaal genoeg vond en geen geloof meer had in de democratie, schaarde Verschaeve zich in de jaren 30 achter de fascistische groepering Verdinaso. Intussen bleef hij publiceren en kreeg hij een aantal literaire prijzen, ook al bleef zijn relatie met de Belgische bisschoppen  erg moeilijk. Na zijn pensioen als priester had hij echter de handen vrij.

Al van bij het begin van de bezetting in 1940 schaarde Cyriel Verschaeve zich enthousiast achter het nazisme. Vlaanderen moest zich volgens hem duidelijk verbinden met het Duitsland van Adolf Hitler. Berlijn benoemde Verschaeve tot voorman van de Vlaamse Cultuurraad.

Vooral na de Duitse inval in de Sovjet-Unie ronselde Verschaeve enthousiast katholieke jongeren voor het Vlaamse Legioen van de SS om in Rusland "het goddeloze bolsjevisme te gaan bestrijden". In volle collaboratie koos Verschaeve ook voor de radicale DeVlag (Deutsch-Vlämische Arbeitsgemeinschaft), eerder dan voor het volgens hem te makke Vlaams Nationaal Verbond (VNV).

Toch verliep de relatie met de SS niet altijd vlekkeloos. Als katholiek wantrouwde Verschaeve de openlijk heidense voorkeuren van SS-Reichsführer Heinrich Himmler (foto in tekst) die hij een paar keer ontmoette.

In augustus 1944 -net voor de bevrijding door geallieerde troepen- werd Verschaeve door de SS naar Duitsland gebracht. Na de capitulatie bleef hij in ballingschap in Oostenrijk. In 1946 werd hij bij verstek ter dood veroordeeld wegens collaboratie en werd hij vervallen verklaard van de Belgische nationaliteit. Verschaeve overleed in 1949 in Oostenrijk.

Postuum terug naar België

Het graf van Verschaeve in Oostenrijk trok daarna tal van extreme Vlaamsnationalisten en ex-collaborateurs. In 1973 bracht de extreemrechtse Vlaamse Militantenorganisatie (VMO) in het geheim he lichaam van Verschaeve terug naar België om het te begraven op het kerkhof van Alveringem.

Dat graf wordt dan soms het verzamelpunt voor een herdenking voor extreemrechts, wat ook de bedoeling van de VMO was. In Alveringem is ook een Verschaevemuseum. In Marke bij Kortrijk en in Lanaken in Limburg zijn er straten naar hem genoemd. Opvallend is ook dat er een Verschaevestraat is in Breendonk, de deelgemeente van Puurs, waar tijdens de oorlog het enige naziconcentratiekamp van ons land gevestigd was. 

Meest gelezen