De betrokkenen worden in België verdacht van deelname aan een criminele organisatie die drugs smokkelt vanuit Zuid-Amerika naar Europa, onder meer via de Antwerpse haven. Op 1 augustus schorste de IRK hun uitlevering omdat het berichten had opgevangen “dat het gevaar bestaat dat wie in België in detentie zit onmenselijk of vernederend wordt behandeld”. Er werd onder meer verwezen naar de verklaring van het Antifoltercomité van de Raad van Europa, dat vorige maand zijn bezorgdheid uitte over de gevolgen van eerdere stakingen in de Belgische gevangenissen. Het vroeg België ook om werk te maken van een gegarandeerde dienstverlening.

Voor het definitief uitspraak deed over de verzoeken om uitlevering, wilde de Nederlandse rechtbank meer weten over de detentieomstandigheden in de Belgische gevangenissen en de gevolgen van eventuele overbevolking voor gedetineerden in het algemeen en de betrokken verdachten in het bijzonder. In een brief aan de Nederlandse officier van justitie, vergelijkbaar met een procureur in België, antwoordt minister van Justitie Koen Geens uitgebreid op de twee vragen.

Geens geeft onder meer een overzicht van de maatregelen die genomen werden of in de pijplijn zitten om de detentieomstandigheden te verbeteren en de overbevolking aan te pakken. Hij legt uit hoe zijn ‘masterplan’ voor de gevangenissen eruit ziet en benadrukt dat de stakingsgolf van vorig jaar “historisch een uitzonderlijk karakter had”, zo staat te lezen in de brief die uitlekte op deredactie.be. Nog volgens Geens “is het doel om tegen het einde van dit jaar een gegarandeerde dienstverlening in alle penitentiaire instellingen van het land te doen gelden”.

Wat de verdachten zelf betreft, die zullen volgens Geens tijdens hun voorlopige hechtenis vermoedelijk in de gevangenissen van Antwerpen, Mechelen of Beveren worden opgesloten. “Ik engageer mij ertoe om in het bijzonder voor deze drie instellingen een normaal detentieregime te waarborgen”, schrijft Geens. Hij heeft het over voldoende ruimte, afgescheiden sanitaire voorzieningen en voldoende activiteiten buiten de cel.

De brief van Geens heeft de rechtbank nu dus kunnen overtuigen. De vijf verdachten mogen aan ons land worden uitgeleverd. Het is volgens de rechtbank “niet aannemelijk dat de overgeleverde personen onmenselijk of vernederend zullen worden behandeld”. Er wordt wel benadrukt dat de gegevens garanties uitsluitend op deze verdachten van toepassing zijn.