Direct naar artikelinhoud
Interview

Hilde Van Mieghem is onze nieuwe columnist: "Angst is mijn motor"

Hilde Van Mieghem: '‘Veel mensen lijken het moeilijk te hebben met iemand die meer dan één ding kan en doet. En nu begin ik nog te schrijven ook.'Beeld Eric de Mildt

Aan elke column gaat een helse paniekaanval vooraf. Tegelijk is Hilde Van Mieghem (59) zielsgelukkig dat ze haar ontembare parler-vrai eindelijk op papier durft te zetten. ‘Als je heel je leven hoort dat je tekortschiet, begin je dat uiteindelijk te geloven.’

Heb je de eerste vier columns die ik heb ingestuurd gelezen? Vond je ze wel goed? Echt? Strontnerveus ben ik. Niet te doen.”

De buitenwereld kent Hilde Van Mieghem als een zwartharige Antwerpse furie. Een vrijgevochten diva die geen blad voor de mond neemt, voor wie geen hindernis te hoog lijkt. Die met een benijdenswaardige veerkracht acteren, regisseren en scenario’s schrijven combineert, en lak lijkt te hebben aan wat de rest van de wereld van het resultaat vindt. Na vijf minuten aan haar keukentafel en evenveel slokken koffie slaat ze dat beeld al eigenhandig aan diggelen. Deels, althans.

“Ik heb huizenhoge faalangst. Al zolang ik me kan herinneren. Gelukkig niet in die mate dat het me totaal verlamt. Sommige mensen doen uiteindelijk niets omdat de angst te groot is. Ik ga door. Het is een nachtmerrie. Maar ik doe het wel.”

'Ik heb dat nooit gehad, zelfvertrouwen. En de dag dat ik het heb, stopt het'

Ze wil al jaren schrijven. Bevriende schrijvers, zoals dichter Leonard Nolens en columnist Mark Coenen, zeggen haar ook al jaren dat ze het móét doen. “Maar mijn reactie was altijd: gij zijt gek. De pudeur was te groot. Ik wilde niet de zoveelste BV zijn die iets neerpent dat op niks trekt. Leg je schrijfsels maar eens naast die van een Leon (Nolens, KVDP). Behoorlijk intimiderend.

“Maar tegelijk trokken die complimenten van schrijvende vrienden me net over de streep. Als zij zeggen dat het goed is, moet ik misschien ook wat minder streng zijn voor mezelf.”

Groeit het zelfvertrouwen dan niet evenredig met de jaren en het cv?

Hilde Van Mieghem: “Met leeftijd heeft dat volgens mij niks te maken. Ik heb dat nooit gehad, zelfvertrouwen. En de dag dat ik het heb, stopt het. Angst is ook een motor. Het zwengelt de creativiteit aan, zorgt dat je de lat steeds hoog legt.

“Voor elke ingestuurde column, sneuvelen er tien. Na het schrijven laat ik zo’n stukje drie weken liggen. Als ik er dan bij het nalezen nog content over ben, mag het de deur uit.”

'Ik wil niks over politiek of de samenleving schrijven. We verdrinken nu al in de meningen. Ik wil mensen raken'

Uw columns zijn hyperpersoonlijk. Zorgt dat voor extra pudeur?

“Ik wil niks over politiek of de samenleving schrijven. We verdrinken nu al in de meningen. Ik wil mensen raken. Vanuit mijn eigen leefwereld vertrekken werkt voor mij het best.

“Ik heb een heel grote behoefte om mee te delen. Als kind al. Op de katholieke school begreep ik niks van het ‘gij zult niet spreken’-gebod. Ik heb geen probleem om mezelf bloot te geven. Alleen moet ik oppassen met wat ik over anderen schrijf. Mijn autobiografische scenario’s hebben me al veel last en ruzies bezorgd.”

Dat belooft: uw eerste column gaat al meteen over uw dochter en kleindochter. En hoe die laatste uw relatie met de eerste heeft veranderd.

“Ik had dat niet zien aankomen: plots kom ik niet meer op de eerste plaats, hè. Maar ik ben wel smoorverliefd op Gloria. (Trots toont ze op haar computerscherm enkele foto’s van haar vijf maanden oude kleindochter) Zeg nu zelf: een schatje, toch?

“Marie (Vinck, actrice en Van Mieghems jongste dochter, KVDP) heeft de column vooraf gelezen en goedgekeurd. Ze vond het alleen wat gênant dat ik haar ‘een prachtige vrouw’ had genoemd. ‘Moet dat nu, mama?’ (lacht)

“Mijn dochters en zus zijn mijn eerste lezers, beste critici en grootste fans. De rest van de familie ligt gevoeliger. Ik heb in het verleden altijd heel open verteld over mijn ongelukkige jeugd en zeer moeilijke band met mijn moeder. Ongefilterd zijn ligt in mijn natuur. Ik heb het heel lastig met sociale hypocrisie. Al vind ik mijn eerlijkheid evenmin altijd een deugd.”

'Sinds Marie bekend is en interviews geeft, heb ik een koekje van eigen deeg gekregen. Als ik lees dat zij zich vaak eenzaam voelde als kind, is dat ook even een bittere pil om te slikken'

Omdat het ook mensen kwetst?

“Omdat het ook niet altijd nodig is. Het is niet omdat ik per se mijn gedacht of frustratie wil ventileren, dat ik dat ook moet doen. Sinds Marie bekend is en interviews geeft, heb ik een koekje van eigen deeg gekregen. Als ik lees dat zij zich vaak eenzaam voelde als kind, is dat ook even een bittere pil om te slikken. Maar ik kan dat dan wel. Ik vecht dat met mezelf uit. Maar niet iedereen is natuurlijk zo.”

U beschrijft in een column hoe u als kind iedereen wijsmaakte dat u de dochter van zigeuners was. ‘De idee dat mijn ouders mijn ouders waren, was onaanvaardbaar.’

“Ik wilde andere ouders. Dagen heb ik gezocht naar een bewijs dat ik hun kind niet was. Op de katholieke school kreeg ik voortdurend strafstudie omdat ik zoveel verhalen verzon. ‘Hilde, je mag niet liegen!’ Uiteindelijk ben ik zelfs van school gestuurd.

Hilde Van Mieghem: 'Over negen maanden is mijn huis afbetaald en plan ik een schrijverssabbatical. Ergens in Italië achter mijn laptop zitten, met enkel mijn hond en katten in de buurt. Sounds like heaven.'Beeld Eric de Mildt

“Maar mijn fantasie was mijn redding als kind. Al spelend verdween ik als de wereld rond mij weer te moeilijk werd. Als ik las, bestond ik niet meer. Ik zat in dat boek. Ik had wel het geluk een belezen vader te hebben. Op mijn 14de las ik al Sartre en Camus, ook al begreep ik er de helft niet van. De mythe van Sisyphus van Camus was mijn lijfboek. Steeds die rots weer naar boven duwen, ook al rolt hij altijd weer naar beneden: dat was voor mij de manier om het leven vol te houden.

“Er is heel veel dat ik niet vertel of schrijf. Om ruzies en gekwetste gevoelens te vermijden, probeer ik nu iets meer een rem te zetten op mijn parler-vrai. Terwijl je in het schrijven eigenlijk rigoureus moet zijn. Zoals Leonard Nolens. ‘Ik schrijf vanuit mijn wereld’, zegt hij dan. ‘De rest moet maar zien wat hij daar wel of niet mee doet.’ Ik begrijp dat. Maar zelf durf ik het niet.”

'Stiekem droom ik ervan om de dag voor ik sterf alles ongegeneerd eerlijk uit te spreken. Over alles en iedereen'

U staat er nochtans om bekend dat u niet om een mening verlegen zit.

“Ik houd me nog hard in. Stiekem droom ik ervan om de dag voor ik sterf alles ongegeneerd eerlijk uit te spreken. Over alles en iedereen. Maar ik ben geen Gerrit Komrij die onafhankelijk was en over de media en collega’s kon schrijven wat hij dacht en wou. Als actrice/regisseuse kan ik me dat niet permitteren. Ik moet nog aan de bak komen.

“Soms hou ik het niet meer. Zoals laatst, toen bleek dat noch Marie noch Viviane De Muynck voor hun rollen in Sprakeloos (de verfilming van Tom Lanoyes gelijknamige boek, die Van Mieghem regisseerde, KVDP) genomineerd waren voor een Ensor. Je moet al een godverdomse idioot zijn om een talent als Viviane over het hoofd te zien. Ik had dat op Facebook gegooid, maar heb het er snel weer afgehaald. Want zonder context riskeer je over te komen als een slechte verliezer. Terwijl het me hoegenaamd niet om mezelf ging. Het is vaak dansen op een slappe koord. Er zijn veel lange tenen.”

Kunt u zelf goed tegen kritiek?

“Als ze gefundeerd is: zeker.”

Maar dat is niet altijd het geval?

“Helaas niet. Een krant – volgens mij was het zelfs De Morgen – schreef dat Marie in Sprakeloos aan de speed lijkt, omdat ze in de film blauwe lenzen draagt. Dat is gewoon een stok zoeken om mee te slaan. Dat is kutkritiek. Als het over mij of Marie gaat, is het vaak onder de gordel.

'Als het over mij of Marie gaat, is het vaak onder de gordel. Dan weet ik: dit heeft niks met de film an sich te maken, dit is weer de Van Mieghem-afdeling die wordt gefileerd’

“Zo wordt er soms ‘nepotisme’ gegild wanneer ik als regisseuse mijn dochter cast. Ik zweer het u: als ik Marie geen goede actrice vond, kwam ze niet in mijn films. Ik wil ook het beste werk afleveren. Als ik zoiets hoor of lees, dan weet ik: dit heeft niks met de film an sich te maken, dit is weer de Van Mieghem-afdeling die wordt gefileerd.”

Waarom zou men de Van Mieghem-afdeling willen fileren?

“Geen idee. Afgunst? Hokjesden­ken? In de tijd dat ik enkel acteerde, werd ik veel minder verguisd. Maar velen lijken het moeilijk te hebben met mensen die meer dan één ding kunnen en doen. Toen ik als actrice aankondigde dat ik ging regisseren, schrok ik van de heftige reacties. Weer zo’n omhooggevallen actriceke dat dacht dat ze ook kon regisseren! En nu begin ik nog te schrijven ook. Wat gaat dat geven? (lacht)

“Daarom heb ik even met de idee gespeeld om onder een schuilnaam te publiceren. Ik wil op mijn merites beoordeeld worden, niet op mijn naam. Want aan die naam zitten blijkbaar toch wat vooroordelen vast.

'Ik heb toch een beetje een kater aan 'Sprakeloos' overgehouden. Slechts een paar weken na de eindmontage was de première er al. Er was geen tijd om afstand te nemen. Daarom heb ik het nu even gehad met regisseren'

“Ik denk echt dat de kritiek op Sprakeloos anders was geweest als die film door een onbekende regisseuse was gemaakt. Daarom geen betere of slechte kritiek, minder op de vrouw gespeeld. Ongefundeerde kritiek kan me ongelofelijk kwetsen. Ik weet ook wel wat er mis was met die film, en aan wat dat lag.”

Wat had u nu anders gedaan?

“De film was zeker meer dan goed genoeg. Ik ben er nog steeds trots op. Maar de eerste twintig minuten waren niet geslaagd. Dat heeft met een onervaren crew, met camera’s, tijd- en geldtekort te maken, en met nog zoveel andere dingen.

“Ik heb toch een beetje een kater aan die film overgehouden. Sprakeloos was op alle vlakken een heel zware productie. Slechts een paar weken na de eindmontage was de première er al. Er was geen tijd om afstand te nemen. Daarom heb ik het nu even gehad met regisseren. Ik doe het nochtans bijzonder graag: zelf iets maken geeft meer voldoening dan honderd keer dezelfde voorstelling spelen. Maar er is nooit genoeg budget en je bent altijd afhankelijk van externe factoren.

“Dat is het fijne aan schrijven. Daar moet ik geen compromissen maken, behalve die die ik zelf wil maken.”

Hilde Van Mieghem schrijft vanaf nu elke zaterdag een column in 'Zeno'
Beeld Eric de Mildt

Zo’n column is daardoor nog persoonlijker dan een film. Net als de mogelijke kritiek.

“Ik kan er al veel beter mee om dan vroeger. Mijn grootste criticus ben ik zelf, denk ik.”

Waarom bent u eigenlijk zo streng voor uzelf? U hebt ondertussen toch al een en ander ­bewezen.

“Die faalangst wortelt in mijn jeugd. Ik herinner me dat ik 17 was en het decor en de kostuums mocht doen voor een theaterproductie in de voormalige KNS. Daags nadien staat in de krant dat de kostuums en de decors fantastisch waren. Ik knip dat uit en laat het aan mijn vader zien. ‘Ach kind, papier vergeelt’, en hij smeet het weg.

“Speelde ik mee in het Zwanen­meer op school, dan zaten mijn ouders in de zaal te lachen. Om vervolgens de hele weg naar huis te zingen: (zingt) ‘Wie zou er Hilde nu willen, met haar dikke billen en haar rijstpapgat.’ Dat was wellicht niet eens kwaadaardig bedoeld, maar zo was het constant. Wat ik ook deed, het was nooit goed genoeg.

'Ik kill mezelf de hele tijd. Soms kaffer ik mezelf een kwartier uit. Ik word er wat emotioneel van als ik dat vertel'

“Als ik nu iets in de wereld zet, anticipeer ik meteen op de kritiek. Dat raak je niet meer kwijt. En dat is jammer: dat ik zelf ook nooit echt blij kan zijn met wat ik doe. Ik heb dat geïnternaliseerd – wat je al heel je leven hoort, doe je bij jezelf nog eens dunnetjes over. Als je heel je leven hoort dat je tekortschiet, begin je dat uiteindelijk te geloven. Ik kill mezelf de hele tijd. Soms kaffer ik mezelf een kwartier uit. Ik word er wat emotioneel van als ik dat vertel. (pakt een zakdoek, recht haar rug) Sorry hè. Ik verschiet ervan dat het mij nog zo aangrijpt.

“Met het schrijven heb ik wel voor het eerst het gevoel dat ik iets maak waar ik 100 procent achter sta. Waar ik met trots van zeg: dit is van mij.

“Voor je kwam, heb ik mijn eerste vier columns nog eens herlezen en ik vond ze nog altijd goed. Dan denk ik: yes! Dat gevoel pakt niemand mij af. Vind je ze niet goed, dan sla je de krant maar dicht.”

Ze trekt nog eens van haar sigaret, die ze al drie keer liet uitdoven. Vertelt dat ze de laatste maanden veel werk van andere columnisten heeft gelezen. Om dan te beslissen dat ze het helemaal anders zou aanpakken. “Bij mij moet het een beetje schuren. Anders past het niet.”

'Ik wil geen verkrachte vrouw zijn. Maar ik ben en blijf het ergens wel. Dat wekt die gruwelijke schaamte op. Dat er een etiket op je plakt dat niet van jou is maar dat je niet weg krijgt'

De toon is lichtvoetig, vaak grappig. Maar ondertussen raakt ze wel minder geestige thema’s aan. Zoals wanneer ze beschrijft hoe klasgenoten haar opdroegen om als een dweil op de grond te gaan liggen. Om vervolgens hun voeten aan haar rug af te kuisen. Hoe ze als jonge alleenstaande moeder haar wagen uitrustte met een matras om haar dochters toch een vakantiegevoel te geven. Van Mieghem was zelf begin twintig toen ze Sara, de prille tiener van haar ex, door omstandigheden ook mee in huis nam. Niet simpel met het loon van een alleenstaande, beginnende actrice. “Toen dacht ik daar allemaal niet bij na. Ik deed het gewoon.”

“Bepaalde zinnen zwart op wit zien staan, is heftig. Maar ik stel me met plezier kwetsbaar op in de hoop dat anderen er iets in herkennen of er kracht uit halen.”

Om diezelfde reden, zegt ze, sprak ze vijf jaar geleden openlijk op de radio over het feit dat ze in 1999 werd verkracht. “Verkrachting, en seksuele ongewenste intimiteiten bij uitbreiding, wordt nog te vaak gebanaliseerd. Ik vond dat ik dat moest benoemen. Maar de dag na die radiouitzending stond dat plots in alle kranten. Ik schrok me een ongeluk. Weer een voorbeeld van mijn kinderlijke naïviteit: ik zit al zo lang in het vak, maar had er niet bij stilgestaan dat kranten dat zouden oppikken. Ik was toen in Oostende en durfde de dijk niet op. Iedereen zat daar op een terras in de zon met die kranten.”

Het doet haar aan iets denken, en ze schrijft een kattebelletje aan zichzelf. Dat ze dringend eens een column over schaamte moet schrijven. “De vreselijkste emotie van allemaal. Schaamte is er vanaf je iets bent dat je niet wilt zijn. Ik wil geen verkrachte vrouw zijn. Maar ik ben en blijf het ergens wel. Dat wekt die gruwelijke schaamte op. Dat er een etiket op je plakt dat niet van jou is maar dat je niet weg krijgt.”

In andere columns spat de joi de vivre er dan weer af. Als ze ludiek beschrijft hoe ze omgaat met hofmakerij van mannelijke fans, bijvoorbeeld. “Ik probeer nu te gaan voor de leuke, verlegen mannen. Alleen stappen die niet snel op je af.”

'Alles moet cerebraal zijn. Emoties zijn zogezegd zwak. Terwijl dat voor mij net een teken van intelligentie is. Hoe kun je nu zonder je hart denken?'

‘In het verleden trok ik vooral psychopaten aan’, zei u ooit.

“Die voelen dat ik kwetsbaar ben. Vier jaar geleden is het me nog eens overkomen: een echte narcist. Zo charmant, maar ze manipuleren je waar je bij staat. Sinds ik therapie volg, doorzie ik het gelukkig veel sneller.”

Voer voor een nieuwe column: tien signalen om snel een narcist te ontmaskeren.

“Ik was toch kwaad op mezelf dat ik er nog vier weken aan was blijven plakken. Terwijl mijn intuïtie ­meteen zei dat er iets niet klopte. Maar je negeert dat uit angst iemand te verliezen, niet graag gezien te worden.

“Al kan ik dat eigenlijk wel goed: alleen zijn. Behalve op vakantie. Ik ben ooit op mijn eentje naar Sicilië geweest. Daar stond ik dan, het ­verschil tussen Ionische en Korinthische zuilen uit te leggen aan mijn hond. Ik ben in de auto gestapt en terug naar België gereden. Nooit meer. Schone dingen moet je kunnen delen, vind ik. Geluk moet je kunnen delen.

“Wat ik wel nog wil doen, is een maand naar het buitenland trekken om er ongestoord te kunnen schrijven aan een boek. Weg van alle prikkels. Enkel in isolement, alleen met mijn gedachten, krijg ik iets deftig op papier. Ik moet er dringend werk van maken. Ik heb zelfs al een contract bij uitgeverij De Arbeiderspers.”

Wat voor boek wordt het?

“Wellicht een verhaal over mijn drie grootmoeders. Feministes avant la lettre. Al merk ik dat mijn pen toch altijd automatisch weer over mijn jeugd begint. We zien wel.”

Werkt schrijven therapeutisch?

“Nee. Daarvoor heb ik een therapeut. (lacht) Een geweldige psychoanalist. Ik ga er nu, na twaalf jaar intense therapie, af en toe nog naartoe als ik met iets zit.

“In mijn schrijfsels kan ik wel sans gêne mijn emoties kwijt. Ik ben iemand die elke emotie maximaal beleeft. Of het nu vreugde, verdriet of verliefdheid is: alles is enorm. Op dat vlak ben ik een groot kind.

'Niets zo vreselijk als het gevoel dat je bekeken wordt. Daarom doe ik zo weinig theater. Er is geen afstand tussen jou en het publiek'

“Dat maakt veel mensen nerveus. Als ik triest ben, zegt men al snel: kom, het is goed, droog je tranen, herpak je. Ik heb dat nooit begrepen. Waarom mag ik niet verdrietig zijn? Dat gaat heus wel over, maar nu ben ik het, dus toon ik het. Zo verwerk je die gevoelens tenminste. Onderdruk ze, en ze beginnen na een tijd gegarandeerd te etteren.

“Alles moet cerebraal zijn. Emoties zijn zogezegd zwak. Terwijl dat voor mij net een teken van intelligentie is. Hoe kun je nu zonder je hart denken? Daarom ben ik naar Studio Herman Teirlinck gegaan. Daar mocht ik ongestoord huilen en lachen en krijsen. En er werd nog voor geapplaudisseerd ook. Alleen jammer dat ik niet graag in de spotlight sta. Geef mij maar de luwte.”

Vreemd: een actrice die de spotlight schuwt.

“Niets zo vreselijk als het gevoel dat je bekeken wordt. Daarom doe ik zo weinig theater. Er is geen afstand tussen jou en het publiek. Daarna moet je die mensen ook nog eens onder ogen komen in de foyer.

“Daarom probeer ik altijd een vliegtuig naar het buitenland te nemen als er zich een première aandient. Op de openingsavond van Sprakeloos liep ik rond als een konijn voor een lamp. Op automatische piloot kan ik gelukkig op zo’n moment met schwung op vragen van journalisten antwoorden, maar vanbinnen ben ik aan het sterven.” (lacht)

Wat is de kans dat u het acteren en regisseren voorgoed inruilt voor een fulltime schrijversbaan?

“Het zit in mij om veel te combineren. Ook al omdat het geld moet binnenkomen. Dat blijft soms schrapen, hoor. Maar over negen maanden is mijn huis eindelijk afbetaald en plan ik een schrijverssabbatical. Ergens in Italië achter mijn laptop zitten, met enkel mijn hond en katten in de buurt. Sounds like heaven.”