Direct naar artikelinhoud
Uit het archief

Professor Johan Swinnen loopt 2.400 kilometer voor kankerpatiënten: "Het zal pijn doen. Maar zij zien ook af "

Pieter, die als 13-jarige kanker kreeg, met zijn vader Johan Swinnen. De professor doet de tocht voor hem en alle andere kankerpatiënten. In zijn rugzak neemt hij 500 briefjes mee van patiënten.Beeld Jan Aelberts

Vanavond kunt u in Telefacts de reportage zien van de tocht naar Santiago de Compostela die professor Johan Swinnen aflegde om geld in te zamelen voor kankeronderzoek. U kunt het interview dat De Morgen vorige maand met hem had hier nu gratis herlezen.

Geen weg terug. Vandaag begint kankeronderzoeker Johan Swinnen (52) aan zijn 2.400 kilometer lange looptocht naar Santiago de Compostela. Als eerbetoon aan zijn zoon Pieter (20), die kanker kreeg, en alle anderen patiënten. En om geld in te zamelen voor onderzoek.

Zaterdagnamiddag, twee dagen voor de aftrap van wat zonder overdrijven een fysiek huzarenstukje mag worden genoemd. Een mens zou denken dat Johan Swinnen languit aan het rusten is, ter voorbereiding op de 'Post voor Compostela'-actie waarbij hij in 32 dagen tijd 2.400 kilometer lópend zal afleggen. Niets is minder waar. De wereldwijd gerenommeerde prof, die als kankeronderzoeker een eigen labo leidt aan de KU Leuven, zit thuis in Rotselaar... nog herexamens te verbeteren. Zijn echtgenote Annemie haalt de schouders op, waarmee ze wil zeggen: het is de aard van het beestje.

In mijn dromen zag ik mij de voorbije week extra rust nemen, lacht de professor. "Maar het is uiteindelijk een van de drukste weken van het jaar geworden. Ik heb heel weinig rust gevonden. Zelfs tijdens mijn tocht zal ik nog wat werken 's avonds. Die examens moeten verbeterd zijn, ik ben bezig aan het schrijven van een boek over kanker, ik heb deadlines voor onderzoeksartikels en kredietaanvragen. Dus ja, ik zal mijn laptop wel moeten meenemen."

De hamvraag: is hij klaar? "Ik kan niet voorspellen wat mij te wachten staat, ik heb nog nooit voor zo'n gigantische fysieke uitdaging gestaan, zegt hij. Gelukkig heb ik een behoorlijke basisconditie, want ik loop al jaren lange afstanden als hobby. Het voorbije half jaar heb ik extra getraind: op zaterdag en zondag een 50-tal km, door de week vaak 20 tot 30 km. En gelukkig ben ik geen opgever.

"Mijn grootste vrees is dat ik zou vallen, of een ontsteking of spierverrekking oplopen. Of dat ik te vermoeid geraak. Het probleem is dat er geen tijd is om te rusten. Elke nieuwe dag staat mij opnieuw 80 tot 85 kilometer te wachten. Door weer en wind. Ik heb al begrepen dat ik de komende weken letterlijk de vier seizoenen zal tegenkomen. Dagen van 0 graden en dagen van 40 graden. Plus: ik steek de Pyreneeën over, samen gaat de tocht 20.000 meter naar omhoog en weer naar beneden. Ik moet de klus zien te klaren in 32 dagen, want het werk wacht niet. Meer dan twee rustdagen zijn er niet. Ik zal dus pijn hebben. Maar kankerpatiënten en hun naasten zien ook af. Daar draait deze actie uiteindelijk om. Ik wil symbolisch de last van kankerpatiënten meedragen."

'Meer dan twee rustdagen zijn er niet. Ik zal dus pijn hebben. Maar kankerpatiënten en hun naasten zien ook af'
Professor Johan Swinnen

Aanvankelijk had Johan Swinnen de tocht anoniem willen ondernemen. Toen in 2011 bij zijn zoon Pieter op 13-jarige leeftijd een uitgezaaide hersentumor in een ver stadium werd ontdekt, had hij zich voorgenomen om in zijn eentje naar Compostela te lopen als hij zijn zoon na vijf jaar nog bij zich zou hebben. "Uit dankbaarheid en om de moed van Pieter te prijzen. Maar dat anonieme is dus heel anders uitgedraaid. Want al snel begon het idee te rijpen om er ineens maar de hele gemeenschap van kankerpatiënten en hun naasten bij te betrekken. En ze hebben massaal gereageerd op de oproep om boodschapjes mee te geven."

Forrest Gump

En zo komt het dat de prof in zijn rugzak ruim 500 brieven meeneemt op zijn tocht. Het heeft me ontroerd hoeveel moed ze daaruit blijken te putten, zegt hij. "Weten dat hun verhaal meegaat, geeft hen het gevoel er niet alleen voor te staan. Dat is zo belangrijk. Mensen geven hun angsten en frustraties mee, maar - dat valt hard op - ook hun hoop en dankbaarheid. De meeste briefjes zijn positief van ondertoon. Daar leer ik uit dat kankerpatiënten, hoe gekwetst ze zich ook voelen, toch ontzettend weerbaar zijn. Ze geven niet op, ondanks de enorme tegenslag.

"Een van de ontroerendste briefjes komt van een mama die, na een lezing van mij, met haar jonge kind op me afstapte. Ze zei: 'We hadden u zo graag een boodschap als gezin meegegeven. Maar mijn man is sneller dan verwacht aan kanker overleden.' Ze gaf een brief van haar mee voor Compostela, haar kind gaf me een prachtige tekening. De boodschap? Een van dankbaarheid. Om de mooie jaren die ze met haar echtgenoot heeft mogen doorbrengen. Dat heeft me hard aangegrepen. (stil) Net zoals de briefjes van ouders die een kind aan kanker verloren - hoe moeilijk moet dat niet zijn? - en die schrijven dat ze stilaan hebben geleerd hun verlies te aanvaarden en die prachtig verwoorden hoe zinvol het leven van hun kind is geweest, ook al was dat leven veel te kort.

"Er zitten brieven tussen van mensen die zelf naar Compostela hadden willen gaan, maar te ziek zijn. Van familieleden die schrijven dat een dierbare die tocht graag had willen maken, maar overleden is. En die dan de wens van de overledene willen laten uitkomen door een briefje mee te geven. Erg pakkend, ja. Net zoals de brieven van mensen die zich rechtstreeks richten tot een gestorven familielid. Op het einde van de tocht verwerken we al die brieven symbolisch tot een blijvend woordkunstwerk."

Figuurlijk reizen de kankerpatiënten dus mee met de prof, maar hij zal vaak ook letterlijk niet alleen zijn. Veel mensen gaven zich op om een stukje met hem mee te lopen of fietsen. Het roept het beeld op van Forrest Gump uit de gelijknamige film, die maar blijft rennen tot hij op de duur een hele meute achter zich aan heeft lopen. Die vergelijking met Forrest Gump heb ik nog al gehoord, lacht de prof. "Nu, iedereen is welkom om mee te lopen. En elke kilometer die gesponsord wordt, aanvaarden we in dank voor ons kankeronderzoek."

Ik denk dat ik het haal, zegt hij tot besluit, een blik werpend op de vijf paar loopschoenen die klaarstaan. "Als ik een dipje ken - elke langeafstandsloper kent het moment waarop hij zich afvraagt waarom hij niet in de zetel was blijven liggen - hoef ik maar uit mijn rugzak een van de briefjes te lezen om moed te vatten. Of zal ik aan Pieter denken. Mijn zoon blijft mijn sterkste drijfveer. Hij is elke dag een schitterend voorbeeld van wat moedig zijn betekent."

'Als ik een dipje ken, hoef ik maar uit mijn rugzak een van de briefjes van de kankerpatiënten te lezen om moed te vatten'
Professor Johan Swinnen

Wie wil, kan een boodschap meegeven of een kilometer sponsoren, via de site post-voor-compostela.be.