Direct naar artikelinhoud
Sparen

Meer dan 10.000 euro besparen op uw woonlening? Zo speelt u de banken tegen elkaar uit

Mensen denken dat hun huisbankier meteen het meest gunstige tarief op tafel legt. In de praktijk valt dat soms tegen.Beeld Shutterstock

Op zoek naar een hypothecaire lening? Maak dan tijd voor een stevige oefening in vergelijken. Ga nooit in op het eerste voorstel. U bespaart vlotjes meer dan 10.000 euro door de banken tegen elkaar uit te spelen.

Stap 1: Contacteer meerdere banken

Het is geen geheim dat er veel onderhandelingsruimte is wanneer u bij de bank aanklopt voor een hypothecaire lening. De rentevoet die de instellingen afficheren geeft slechts een indicatie. In werkelijkheid bepalen de banken immers de rentevoet voor elke klant afzonderlijk, op basis van onder meer de looptijd van de lening, het ontleende bedrag, de spaarcenten die u nog zelf op tafel legt en het gezinsinkomen. En die voorgestelde rentevoet geldt dan nog slechts het vertrekpunt om een lagere rentevoet af te dwingen. Maar die krijgt u natuurlijk ook niet vanzelf.

Veel mensen denken dat hun huisbankier meteen het meest gunstige tarief op tafel legt. In de praktijk valt dat dik tegen, want meer dan vaak is het tegengestelde waar. De reden? Banken zijn meestal bereid om net dat tikkeltje verder te gaan voor mensen die nog géén klant zijn. Met een woonlening hangt een klant meteen jarenlang vast aan de bank, waardoor het makkelijker is om ook andere producten te slijten. Vraag naast de huisbankier dus voorstellen op bij minstens vijf andere banken.

TIP: Waar vindt u nu de goedkoopste lening?

Stap 2: Laat in uw kaarten kijken

Beperk u niet tot die eerste bankenronde. Laat tijdens uw gesprekken met de verschillende banken merken dat u voorstellen van andere banken op zak hebt en leg de gunstigere voorstellen van anderen ook op tafel. Zo dwingt u de verschillende banken om kleur te bekennen: of ze doen een gunstiger voorstel, of ze stappen uit de race. Het is dan wel noodzakelijk dat u uw huiswerk goed doet op voorhand en dat u perfect weet welk bedrag u wil lenen, via welke formule en hoeveel u zelf zal financieren.

Stap 3: Laat niets liggen

De vergelijkingsmodule van Spaargids toont dat de geboden rentes sterk uiteen lopen. En een renteverschil van 0,5% lijkt misschien niets, maar over een lange periode vertegenwoordigt dat een wezenlijk kapitaal. Neem nu het voorbeeld van een lening op 20 jaar van 250.000 euro. Aan een rentevoet van 2,1% betaalt u in totaal 305.810 euro af. Bij een lening met een rentevoet van 1,6% is dat 291.972 euro, ofwel een besparing van 13.837 euro. Zelfs een renteverschil van amper 0,1% is meer dan de moeite. Mocht u voor dezelfde lening een rente van 1,5% afdwingen, dan is dat nog eens een extra besparing van 2.727 euro.

TIP: Online woonlening niet altijd de goedkoopste

Stap 4: Stop niet bij de rente

Aan een woonlening zijn meer kosten verbonden dan enkel de rentevergoeding. Onderhandel daar ook over. Elke bank rekent bijvoorbeeld dossierkosten aan. Vraag dat u daar korting op krijgt of dat de bank die laat vallen. Uiteindelijk gaat dat toch ook over een bedrag van maximaal 500 euro (dat is het wettelijke plafond voor dossierkosten). Ook de wederbeleggingsvergoeding – de vergoeding die u moet betalen wanneer u de lening vervroegd terugbetaald of bij een herfinanciering – is de moeite waard om over te onderhandelen.

Stap 5: Kijk naar het totaalplaatje

Het is een beproefde tactiek bij veel banken: nieuwe klanten verleiden met een uiterst gunstige rentevoet, maar daar tegelijk wel een dure schuldsaldo- en brandverzekering aan koppelen die u op termijn veel meer zal kosten dan wat u bespaarde met de lagere rentevoet. Bereken dus voor elk leningsvoorstel de totale kostprijs van de lening. Dat gaat over de rentevergoeding, maar ook over de bijkomende kosten en de gekoppelde producten (zoals de zichtrekening om het loon op te storten, de schuldsaldo- en de brandverzekering). Want de lening met de laagste rentevoet is niet noodzakelijk de goedkoopste lening. Net daarom is het ook interessant dat banken sinds 1 april verplicht zijn om een jaarlijks kostenpercentage of JKP te vermelden. Dat is een percentage dat de totale kostprijs van de lening weergeeft, waardoor het in principe gemakkelijker is om verschillende voorstellen te vergelijken.

LEES OOK: Woonlening is meer dan rente alleen

Lees meer:

Gelden voor gehuwden en samenwonenden andere regels bij een woonlening?

Aantal aanvragen voor woonleningen daalt sterk

Woonleningen blijven erg goedkoop