Direct naar artikelinhoud
Opinie

Publiek gekrakeel is misschien goed voor het ego, maar niet voor het onderwijsdebat

Hilde Crevits.Beeld Tim Dirven

Hilde Crevits (CD&V) is Vlaams minister van onderwijs.

Het schooljaar is nog niet van start gegaan of de onderwijsdebatten geraken al oververhit. Laten we hopen dat de drukkende buitentemperatuur daar voor iets tussen zit. Want we moeten koste wat het kost vermijden dat we onderwijs in een slagveld veranderen. Publiek gekrakeel is misschien goed voor het ego, maar niet voor het debat. Dat moet over inhoud gaan en in alle sereniteit gevoerd worden.

We hebben een mooi traject afgelegd met het eindtermendebat. Uit de brede maatschappelijke bevragingen en gespreksrondes zijn interessante voorstellen gekomen over wat onze leerlingen vandaag moeten leren op school. Het is normaal dat hierover binnen een samenleving meningsverschillen bestaan. Dit debat raakt aan de essentie van wat onderwijs vandaag moet zijn en doen. Vergelijkingen met gelijkaardige discussies in het buitenland leren ons dan ook dat dergelijke debatten doorgaans veel tijd in beslag nemen.

We moeten vermijden dat het eindtermendebat verzandt in formalistische discussies of machtsspelletjes tussen politiek en onderwijsveld.

Dit betekent evenwel niet dat we nodeloos tijd mogen verliezen. Iedereen is het erover eens dat onze eindtermen na meer dan 20 jaar aan een grondige update toe zijn. Onze samenleving is veranderd en er is een groeiende vraag om thema’s zoals financiële en digitale geletterdheid, maar ook burgerschap, EHBO en reanimatie een duidelijke plaats te geven in ons onderwijs. We moeten dan ook vermijden dat het eindtermendebat verzandt in formalistische discussies of machtsspelletjes tussen politiek en onderwijsveld.

Het is normaal dat de overheid de minimale vereisten vastlegt die een school van haar leerlingen mag verwachten. Die vereisten moeten helder geformuleerd zijn, gereduceerd in aantal en tegelijkertijd een stevige basis meegeven. Van de andere kant moet de grondwettelijke vrijheid van onderwijs in ons land ook garanderen dat elke school de vrijheid heeft om te bepalen hoe ze die eindtermen in de praktijk inkleurt op basis van haar eigen pedagogisch project. Daarvoor dienen leerplannen. Geen staatsonderwijs dus, maar eenheid in verscheidenheid.

Geen staatsonderwijs dus, maar eenheid in verscheidenheid

Daarbij moeten zowel de overheid als de onderwijsverstrekkers er voor zorgen dat ze leerkrachten tegelijkertijd houvast en ruimte bieden: voldoende houvast om niet te verdwalen in de veelheid aan verwachtingen die een samenleving heeft ten opzichte van ons onderwijs, voldoende ruimte om elke leraar de kans te geven zijn talenten en passies maximaal te laten renderen in het voordeel van zijn leerlingen.

Dit is zonder twijfel een uitdagende evenwichtsoefening en de tijd dringt. Maar het is haalbaar. Sla de handen dus in elkaar, ons onderwijs hervormen doen we samen: de politiek én het veld, elk vanuit hun eigen bevoegdheid en elk vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, maar steeds in het belang van de leerling.