Direct naar artikelinhoud
Cultuur

Gatz wil publiek meer betrekken bij kunst, maar wil het publiek dat zelf wel?

Michael De Cock van KVS.Beeld Tim Dirven

Cultuurminister Sven Gatz (Open Vld) lanceert een opmerkelijke oproep naar cultuurhuizen: geef een deel van jullie middelen aan het publiek en laat toeschouwers bijvoorbeeld zelf theaterstukken kiezen en expo's samenstellen. KVS-baas Michael De Cock en Netwerk Aalst-directeur Els Silvrants-Barclay reageren: “Met enkel een gimmick krijg je niet plots een diverser publiek.”

“Om de kritiek al een beetje voor te zijn: ik weet dat veel cultuurorganisaties al bezig zijn om het publiek meer te betrekken. Maar het kan nog veel beter en breder. Ik vraag hen om een stap verder te gaan, om uit hun muren en comfortzone te breken.”

Minister Sven Gatz heeft een, toch wel opvallend, voorstel voor de cultuurhuizen. Hij wil dat die een deel van hun overheidssubsidies of inkomsten, “vijf of tien procent”, vrijmaken voor een burgerbudget. Om dat geld aan het publiek te geven, zodat dat er zelf iets mee kan maken voor het museum, het theaterhuis of de dansorganisatie, zodat de toeschouwer ook even speler, curator of scenograaf wordt. Doel: de drempel verlagen en meer – en vooral andere – mensen naar de cultuurtempels krijgen. "Mensen die wel tijd en middelen hebben om naar theaters of musea te gaan, maar zich nu om welke reden dan ook niet aangesproken voelen of geen interesse hebben. Uit onderzoek kun je optimistisch opmaken dat 75 procent op een of andere manier in aanraking komt met cultuur: 30 procent zijn de usual suspects, 20 procent doet niets en 45 procent hangt daartussen."

Maar wat vinden de cultuurhuizen daar zelf van? Om het voorstel te toetsen, zetten we twee directeurs met Gatz aan tafel: Michael De Cock van de KVS in Brussel, en Els Silvrants-Barclay van het centrum voor hedendaagse kunst Netwerk Aalst. Voor een debat over publieksparticipatie, maar ook diversiteit (of het gebrek daaraan) en wat kunst anno 2017 kan of moet doen.

Zijn jullie bereid een deel van jullie middelen af te staan aan het publiek?

Els Silvrants-Barclay: “Het is een provocerende maar interessante voorzet. Maar de eerste vraag is: zit een publiek daar zelf op te wachten, om op die manier betrokken te worden? En is dit dan een nieuw publiek?"

Sven Gatz: “Het idee kwam voort uit het Burgerkabinet Brussel. Het zijn dus de burgers zelf die erom vragen. Ik wil het idee een kans geven, en mee van jullie horen hoe we het werkbaar maken.”

Michael De Cock, Els Silvrants-Barclay en Sven Gatz.Beeld Tim Dirven

Michael De Cock: “Wij werken bij de KVS al samen met niet-opgeleide kunstenaars of professionelen. En door het coproduceren van filmfestival System_D ondersteunen we een initiatief dat gegroeid is van onderuit, voor nieuw talent zonder opleiding dat films draait met zijn iPhone.

"Participatie mag geen achterafje zijn. Een fout die ik nu vaak zie: eerst je programmatie maken, en dan kijken 'hoe gaan we nu het publiek hier nu bij betrekken?' Het moet net omgekeerd. Van bij het begin meerdere perspectieven betrekken.
 

Dus ik sta wel open voor het idee. Mits een paar kanttekeningen. Slagers vragen ook niet aan hun klanten om hun worsten te draaien. Met kunst is wel degelijk een expertise gemoeid.”

Silvrants-Barclay: “Kunst is meer dan kunstenaars selecteren. Als je het voorstel letterlijk toepast, vrees ik dat het te vrijblijvend wordt. Kunst mag niet alleen in functie staan van de dienstbaarheid.”

Gatz: “Dat klopt, maar dat klinkt nogal abstract. Maak dat eens concreter?”

Silvrants-Barclay: “Kunstenaars maken kunst omdat ze dat nodig vinden, en hebben daarbij niet meteen een publiek voor ogen. De kracht van kunst ligt net in het feit dat ze iets kan verbeelden waar een publiek nog niet aan gedacht heeft. Niet alle vragen vanuit een publiek of een publieke overheid zijn artistiek interessant.  Genre: er is hier nog een lege muur, kan een kunstenaar daar niets mee doen?”

'Slagers vragen ook niet aan hun klanten om hun worsten te draaien. Ook met kunst is wel degelijk een zekere expertise gemoeid'
Michael De Cock

Dus: als je het publiek carte blanche geeft, komt het niet goed?

Silvrants-Barclay: “Het kan wel degelijk iets goed en interessant opleveren. Maar dan in een samenwerkingsverband. In een bemiddelend proces. Pas als je in gesprek gaat, begint de kunst.”

Gatz: “Er zijn al een paar mooie voorbeelden. In Genk bouwen 42 Genkenaars hun eigen tentoonstelling, die te zien zal zijn in C-Mine. In Italië liggen burgers aan de basis van het gesmaakte Kilowattfestival. Ik pretendeer dus niet dat ik hier het warm water uitvind. (lacht) En bemiddeling: goed. Maar hoe voorkom je dat het geen betutteling wordt?”

Michael De Cock (KVS) en Els Silvrants-Barclay (Netwerk Aalst) reageren op voorstel voor meer participatie via 'burgerbudget'
Beeld Tim Dirven

Silvrants-Barclay: “Dat is een moeilijk evenwicht. Maar zo'n burgerbudget mag geen gimmick zijn. Wat geld geven aan burgers, ze er iets mee laten doen, jezelf een schouderklopje geven en overgaan tot de orde van de dag. Daarmee los je niets op, krijg je niet plots een diverser en breder publiek.”

De Cock: “Als je het doet, moet het een ontmoeting worden. Anders doen die mensen maar wat à la carte, ofwel praat je zolang met hen tot ze toch doen wat jij in gedachten had. Maar zo'n goede begeleiding, zo'n traject, vraagt tijd en werk.”

En de cultuursector zwemt al niet bepaald in de middelen, na recente besparingsrondes.

Gatz: “Om te doen wat ik voorstel, heb je geen extra middelen nodig. Als het lukt, kan het net extra middelen opleveren. Sommige cultuurhuizen zullen zeggen: moeten we dit er nu nog eens bijnemen? Nee, het zou wel betekenen dat je de dingen anders moet doen. Sommige dingen minder moet doen ook.

'Doel is enkel de drempel naar kunst en cultuur voor velen lager te maken. Er mee voor te zorgen dat het publiek breder én diverser wordt'
Minister Sven Gatz (Open Vld)

“In de kunstensector blijft dit een moeilijk debat, dat besef ik. Maar dit is nog maar een eerste aanzet. De idee is nu om met een paar huizen en spelers uit Brussel samen te zitten om ons verder in het voorstel te verdiepen. Ik wil de autonomie van de cultuurorganisaties niet aantasten.

“Doel is enkel de drempel naar kunst en cultuur voor velen lager te maken. Er mee voor te zorgen dat het publiek breder én diverser wordt, op het vlak van sociale achtergrond en kleur.”

Is het zo makkelijk: gaan sommige mensen plots wel cultuurhuizen binnenstappen als ze zelf mogen meedoen?

Gatz: “De samenleving verandert. Als je vandaag relevant wil zijn, moet je op zijn minst meer bruggen slaan naar het publiek. Dat gebeurt al, maar de meesten blijven toch traditioneel werken.”

Silvrants-Barclay: “We hebben inderdaad een beetje een onaantastbaar statuut over onszelf afgeroepen in de sector. Ik pleit ook voor minder kunsteducatie, zeker in de beeldende kunsten. Dat we afstappen van de grote, bijna bedreigende zaaltekst, het haast onleesbare programmaboekje, de uitleggerige tekstjes bij kunstwerken.”

' Ik pleit ook voor minder kunsteducatie, zeker in de beeldende kunsten'
Els Silvrants-Barclay
Michael De Cock (KVS) en Els Silvrants-Barclay (Netwerk Aalst) reageren op voorstel voor meer participatie via 'burgerbudget'
Beeld Tim Dirven

De Cock: “Museum M had een mooi initiatief: daar mochten nieuwkomers even de kunst kiezen. Of haal alle credits onder de werken weg. Niet: 'Dit is een Van Gogh en moet zo gezien worden'. Start opnieuw een open dialoog over kunst.

“We moeten af van het top-downmodel. We moeten niet iedereen in Brussel paternalistisch naar Tsjechov leiden. De vraag is: hoe kan cultuur ons verbinden in heden en toekomst, zonder gedeeld verleden? Participatie is dan belangrijk. Daarom hebben we voor onze productie Malcolm X ook deels aan streetcasting gedaan en ondersteunen we stedelijke initiatieven als Lezarts Urbains.

Volstaat dat? KVS-dramaturg Tunde Adefioye zei zelf onlangs nog in De Standaard dat deel van het probleem ook is dat de top en structuren van de cultuurhuizen te wit blijven.

De Cock: “Wij bij de KVS hebben daar erg veel aandacht voor, maar het is superbelangrijk dat Tunde zijn mond hierover opendoet. Net omdat hij zelf een leidende positie inneemt, wordt er nu naar hem geluisterd. Er zijn witte privileges, en kleur is wel een issue."

Gatz: “Bij de recente subsidieronde was er ophef dat Rosas eerst maar een artistieke voldoende had gekregen van de commissie. Maar dat had dus ook met het gebrek aan diversiteit in de structuren te maken. We proberen daar als beleid echt wel iets aan te doen. Misschien te traag, dat verwijt wil ik gerust aanvaarden. Maar in de zeven grote Vlaamse kunstinstellingen willen we wel een diverse structuur implementeren. Is dat quota opleggen? Nee, ik noem dat maatschappelijk relevant zijn. Met een meer diverse structuur wordt je denkwijze ook anders.”

De Cock: “Maar je moet het ook niet voortdurend problematiseren. Stop daarmee. Dat is dodelijk. Je moet het ook gewoon doen in plaats van erover te praten. Het is niet zo moeilijk hoor: interculturaliseer je structuur, en sluit andere perspectieven in van bij het begin. Er wordt ook al heel veel gedaan, zoals de Zomerfabriek in Antwerpen. Het gaat er gewoon om: wie geef je de macht om kunst te maken, of daarover te beslissen?"

Gatz: “Wat ons weer naadloos brengt bij mijn voorstel.”

Hoe overtuig je mensen die nu al geen interesse in cultuur hebben om wel mee cultuur te gaan maken?

De Cock: "Persoonlijk vind ik het niet erg dat je niet iedereen bereikt. Eigenlijk zijn de participatiecijfers best goed. Heel Vlaanderen betaalt ook mee voor de Antwerpse ring. Hoeveel procent maakt er gebruik van? 

"Wie niet geïnteresseerd is in voetbal, zal ook niet gaan kijken. Ook niet als ze zelf mee mogen doen. Wel erg vind ik als je mensen niet bereikt die wél geïnteresseerd zijn. Dan faalt je werking, en is er ongelijkheid. Ze moeten minstens weet hebben van het aanbod en zich aangesproken voelen.”

'Wie niet geïnteresseerd is in voetbal, zal ook niet gaan kijken. Ook niet als ze zelf mee mogen doen'

Hoe bereik je die mensen dan wel om hen te laten participeren? Hoe vermijd je dat je toch niet weer bij de usual suspects terechtkomt?

Gatz: “Daar heb in dit stadium nog geen pasklaar antwoord op. Daarom moeten we eerst samenzitten met mensen uit de sector, die daar meer knowhow hebben. Via hun netwerken, scholen, culturele centra. Ik zeg maar iets.”

Silvrants-Barclay: “We hebben het hier nu over de kunstsector, maar eigenlijk is dit deel van een veel groter debat. Participatie in kunst en cultuur: daar moet je al heel vroeg mee beginnen, in het onderwijs bijvoorbeeld. Maar kunst en cultuur staan nauwelijks opgenomen in de leertermen.”

Michael De Cock (KVS) en Els Silvrants-Barclay (Netwerk Aalst) reageren op voorstel voor meer participatie via 'burgerbudget'
Beeld Tim Dirven

Gatz: “Er worden wel inspanningen gedaan. Om één ding te noemen: we willen een proefproject waarbij kunstenaars een week lang in en met klassen werken uitbreiden.”

Silvrants-Barclay: “Met Netwerk Aalst zetten we ook meer in op mensen verrassen en uitdagen. Als je jongeren uit een school in een klassieke gidsenronde steekt, komt meer dan de helft nooit meer terug. Participatie is voor mij meer dan mensen een museum doen binnenstappen. Het volstaat niet om mensen naar schilderijen te doen kijken. Je moet ervoor zorgen dat ze ermee aan de slag gaan, dat het hen aan het denken zet, hen ontroert, een impact heeft.

'Het volstaat niet om mensen naar schilderijen te doen kijken. Je moet ervoor zorgen dat ze ermee aan de slag gaan, dat het hen aan het denken zet, hen ontroert, een impact heeft'

“Om nog even een knuppel in het hoenderhok te gooien: participatie en publiek is belangrijk, maar je mag kunst niet alleen vanuit die optiek bekijken. Kunst werd altijd al gemaakt, ook in afwezigheid van een publiek.”

De Cock: “Ah, de filosofische discussie: is kunst nog kunst zonder publiek?”

Silvrants-Barclay: “Ja dus. Ik voel wel de nood om de kunstsector weer wat maatschappelijk te activeren. Daarom heb ik voor Aalst gekozen als werkplek, met zijn toenemende verkleuring, het post-industriële landschap, het carnaval. Door daar met ons programma op in te zetten, willen we kunst toegankelijk maken voor een breed publiek. Het publiek doen inzien dat wij geen abstracte dingen doen, maar dingen waar zij deel van uitmaken.”

Gatz: “Een voorstel, half gemeend, half schertsend: misschien is een praalwagen van Netwerk Aalst in de jaarlijkse carnavalsstoet geen slecht idee?”

Silvrants-Barclay: “Dat staat al gepland. (lacht) Ik werk ook bewust in een stad als Aalst, omdat ik niet enkel voor de goegemeente wil werken. Want natuurlijk willen we meer mensen bereiken. Maar wel op een kwalitatieve manier. Dat is even belangrijk als het kwantitatieve voor ons. Dus om finaal op uw voorstel te antwoorden: ik wil dat zeker bekijken, maar het mag geen reductie of bliksemafleider zijn van alle andere dingen die belangrijk zijn.”