Belfius geeft ook alsmaar meer kredieten aan bedrijven. Volgens voorzitter Jos Clijsters zijn bedrijven het beu dat ze bij de concurrerende banken BNP Paribas Fortis en ING naar Parijs of Amsterdam moeten voor een krediet. Voor grote kredieten wordt bij BNP Paribas Fortis en ING de beslissing genomen bij de hoofdzetel in Parijs en Amsterdam. “Samen met KBC zijn wij de enige Belgische grootbank waar het beslissingscentrum nog in ons land is. Zo kunnen we klanten afsnoepen van de concurrentie”, zegt Clijsters.

Clijsters vindt het dan ook belangrijk om Belfius via een beursgang Belgisch te houden. In het zomerakkoord zette de federale regering het licht op groen om maximaal net niet de helft van de aandelen te verkopen. Belfius zelf wil in een eerste fase gaan voor 30 procent. “De markt moet zo’n groot blok ook aankunnen”, zegt de financiële topman Johan Vankelecom: “Als de regering 30 procent van Belfius verkoopt, dan moeten er kopers gevonden worden voor een blok van 2 à 2,5 miljard, wat veel is op de Europese markt.” De kans is dus groot dat Belfius het voorbeeld volgt van ABN Amro. Die Nederlandse bank, die na de ondergang van Fortis genationaliseerd werd, wordt sinds 2015 mondjesmaat geprivatiseerd.  

Een beursgang kan ten vroegste in mei of juni volgend jaar. Maar de precieze timing zal afhangen van de omstandigheden op de financiële markten. De top van Belfius beseft dat – zodra de bank beursgenoteerd is – beleggers zullen focussen op de winstgevendheid van de bank. Belfius streeft naar een rendement op het eigen vermogen, de 'return on equity', van 8 à 9 procent. Veel banken scoren daarin beter. Maar volgens voorzitter Clijsters hoeft dat geen probleem te zijn: “Een bank met een voorzichtig beleid, in combinatie met een goed dividend, kan aantrekkelijk zijn voor beleggers.”