Jasper Jacobs

Vooruitblik op het nieuwe schooljaar met Onderwijsminister Crevits

Het is al het vierde schooljaar voor minister Hilde Crevits (CD&V). En het belooft een heel druk schooljaar te worden. Hoe kijkt ze terug op vorig jaar en wat zijn voor haar de prioriteiten voor het nieuwe jaar? De minister is ontgoocheld over het feit dat het loopbaanpact dat de job van leraar aantrekkelijker moet maken vorig jaar niet is gelukt. Ze hoopt dat de eindtermen niet een zelfde lot is beschoren. Maar ze is vastberaden om de veelbesproken modernisering van het secundair onderwijs zeker te laten ingaan op 1 september 2018 "als het kan met de nieuwe eindtermen, als dat niet mogelijk is, zonder", luidt het. 

1 september 2018: D-day voor de modernisering van het secundair onderwijs

Op de laatste Vlaamse regering in juli hebben we de eerste keer het decreet over de hervorming van het secundair onderwijs goedgekeurd en nu kan het zijn normale weg afleggen bij  regering en parlement, zegt onderwijsminister Crevits, "ik ga ervan uit dat dit zal lukken, we zijn klaar om te starten. "

Toch erkent de minister dat er nog heel wat werk moet gebeuren: het decreet moet goedgekeurd worden in het parlement, we moeten de zogenaamde matrix waarbij de verschillende studierichtingen gerangschikt worden naargelang ze voorbereiden op de arbeidsmarkt, het voortstuderen of beide, vertalen en concreet aangeven wat de nieuwe studierichtingen zullen zijn, de onderwijsverstrekkers moeten aan de slag met de inhouden van de studierichtingen". Enorm veel werk dus nog.

Gooit de bitse strijd om de eindtermen roet in het eten?

Maar vraag is of de bitse strijd tussen het katholiek onderwijs en de N-VA en de politieke impasse in het parlement over de eindtermen geen roet in het eten zullen gooien en de modernisering op de lange baan zullen schuiven. De komende maanden zullen inderdaad cruciaal zijn om te zien of we met de verniewde eindtermen voorwaarts kunnen, zegt de minister. Want het debat over de eindtermen is heel belangrijk: het gaat over wat we mogen verwachten van de scholen, over wat leerlingen moeten kennen en kunnen. Ik heb hierover de leerlingen, de ouders en de leerkrachten bevraagd en daar zijn nieuwe noden uitgekomen en ik zou het dan ook erg spijtig vinden als de discussie zou verzanden in het parlement.

Want veel scholen staan te popelen om te kunnen starten met de modernisering, volgens de minister: "Ze willen bijvoorbeeld in het eerste middelbaar gebruik maken van de nieuwe mogelijkheden om jongeren die het moeilijk hebben bij te werken, ook tijdens de lesuren." En dus is de minister vastberaden: we starten op 1 september 2018, als het kan MET vernieuwde eindtermen, als dat onmogelijk blijkt , omdat er nog extra tijd nodig is , dan zal het ZONDER zijn. Dat is de verantwoordelijkheid van de parlementsleden, zegt de minister nog. 

Ontgoocheld over het loopbaandebat

Bij het begin van vorig schooljaar wou Crevits vooral inzetten op het zogenaamde loopbaanpact: hoe kunnen we de job van leraar aantrekkelijker maken zodat we de beste krachten voor het onderwijs kunnen aantrekken. Maar die loopbaangesprekken liggen voorlopig stil omdat de minister op vraag van de sociale partners een studie heeft besteld naar de taakbelasting voor leraren en de resultaten daarvan zullen pas volgend jaar bekend zijn.

De minister is ontgoocheld dat de gesprekken zo snel zijn afgebroken, maar "na enig beraad ben ik toch akkoord gegaan met zo'n studie", zegt ze, "omdat de discussie over de opdracht en de taakbelasting voor leraren voor eens en voorgoed beeindigd wil zien. " Ik denk dat we nog aardig zullen opkijken als we het aantal uren zullen zien dat leraren aan het werk zijn ", zegt ze. 

Meer jobzekerheid voor de startende leraren

Maar dringt niet de tijd voor het loopbaanpact? Met de economie die weer aantrekt, stijgt overal de vraag naar hoogopgeleide werknemers. Als ook het onderwijs goedopgeleide leraren wil aantrekken dan moet het de concurrentie aankunnen met andere sectoren. En nu vertellen de jonge starters in het onderwijs vooral verhalen over hoe ze de ene korte opdracht na de andere aan elkaar moeten rijgen. Niet onmiddellijk een aantrekkelijk vooruitzicht voor wie ambitie heeft in het onderwijs.

Daarom hoopt minister Crevits om nog in september gesprekken te kunnen voeren met de sociale partners over meer werkzekerheid voor die beginnende leraren. Zo zouden verschillende scholen de handen in elkaar kunnen slaan, zegt ze, om samen leerkrachten aan te stellen die dan alle vervangingen kunnen doen en op die manier toch een beetje zeker zijn van werk. En ook in meerder scholen ervaring kunnen opdoen. 

Imagocampagne?

Zou een imagocampagne kunnen helpen om de job van leraar weer aantrekkelijk te maken? Voor de minister is dit zeker bespreekbaar en ook wenselijk. Maar ze wil wel eerst de hervorming van de lerarenopleiding afwachten die op stapel staat en de resultaten van de verplichte instapproef voor kandidaat-leraren.

Die kwam recent onder vuur omdat zo'n proef kandidaten zou afschrikken en er daardoor minder jongeren zich zouden inschrijven voor de lerarenopleiding. Maar de minister gelooft rotsvast in de proef. "Als er vandaag 10 jongeren aan de lerarenopleiding beginnen, studeren er maar 5 van hen af, de helft haalt zijn diploma niet. Dat moet dus beter en als het effect van de instapproef is dat er geen 10 maar 8 kandidaten aan de lerarenopleiding beginnen en 7 van hen studeren af, dan is dit voor mij een groot succes. "

Nieuwe CAO voor onderwijs

Maar zou ook een hoger loon niet kunnen helpen om de job van leraar aantrekkelijker te maken? Vooral voor mannen blijkt dit een belangrijk element. Onze leraarslonen zitten goed, vindt de minister, het is vooral de jobonzekerheid die moet aangepakt worden. Maar ze heeft wel de vraag van de bonden gehoord naar een nieuwe CAO  en die zou vooral meer koopkracht voor de leraar moeten meebrengen. "Het economisch herstel is nog heel pril, dus we moeten voorzichtig zijn", zegt de minister, "maar ik ben zeker bereid om de gesprekken daarover op te starten. De vakbonden hebben inderdaad een punt dat het ongezien zou zijn , een legislatuur zonder nieuwe CAO". 

Geld voor extra plaatsen in het secundair onderwijs

Tegen 2020 wordt een piek verwacht in het aantal leerlingen van het secundair onderwijs. Een aantal (centrum)steden trokken in dit verband aan de alarmbel: willen we paniektoestanden zoals zes jaar geleden vermijden waarbij hals over kop plaatsen moesten bijgecreeerd worden voor kleuters en lagere schoolkinderen, dan moet nu geld op tafel komen, luidde het.

De minister stelt gerust: we gaan nieuwe capaciteitsmiddelen daarvoor vrijmaken , zegt ze. Tot 2018 zijn alle middelen bestemd, maar vanaf 2018 komt er een nieuwe ronde en dan zal een pak geld naar het secundair onderwijs gaan. Maar het wordt wel een  moeilijkere oefening dan die in het basisonderwijs. Daar zitten alle leerlingen samen, maar in het middelbaar onderwijs kiezen ze geleidelijk een studierichting en dus moeten we goed kijken waar de noden het hoogst zijn. Maar  we willen met een nieuwe monitor de te verwachten evoluties op lange termijn in het secundair onderwijs beter in kaart brengen. En aan de scholen doet ze nu al een oproep: bereid jullie projecten nu voor want ik ben van plan om enkel die projecten goed te keuren die al goed zijn voorbereid en snel kunnen worden gerealiseerd.

Meest gelezen